VI. De aanhouder wint: een parlementaire tijdslijn

  1. Inleiding
  2. 1831: het prille begin
  3. 1848 - de eerste stap: aanpassing van de kieswet
  4. 1848 tot 1892: wanneer keurt het parlement een verklaring tot herziening van de Grondwet goed?
  5. 1892-1893 – de Grondwet wordt gewijzigd
  6. 1893 tot 1919: wanneer keurt het parlement een nieuwe verklaring tot herziening van artikel 47 van de Grondwet goed?
  7. 1920-1921 – de Grondwet wordt gewijzigd
  8. En later?

Dit hoofdstuk in pdf Start

1848 tot 1892: wanneer keurt het parlement een verklaring tot herziening van de Grondwet goed?

Zetelverdeling bij het cijnskiesrecht

Wie niet mag stemmen, is niet vertegenwoordigd in het Parlement. Geen spoor van de werkliedenpartij in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

 

Wetten worden in het Parlement gemaakt. Er is daarom steeds een parlementslid of een regering nodig die een voorstel of ontwerp indient. Maar burgers hebben ook een instrument: ze kunnen verzoekschriften indienen. Dit recht biedt "burgers een instrument om aan volksvertegenwoordigers een signaal te geven dat hun handelen noodzakelijk is". [ 6 ] nl.wikipedia.org - link zie voetnoot. En dat gebeurt ook. In 1866 worden er verzoekschriften tot invoering van het algemeen stemrecht ingediend.

 
Adolphe Demeur, de eerste voorvechter van een wijziging van de Grondwet

Adolphe Demeur, de eerste voorvechter van een wijziging van de Grondwet. Zijn voorstel was niet zo wereldschokkend dat er nog een portret van hem is.

Het duurt vier jaar voor deze verzoekschriften iets in gang zetten. Op 22 november 1870 [ 8 ] Kamer, CRIV 13 Plenaire van 22 november 1870, p.161 - link zie voetnoot. wordt er voor de eerste keer een voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet ingediend. In de voorgestelde tekst wil kamerlid Demeur de artikelen 47, 53 en 56 van de Grondwet voor herziening vatbaar te verklaren.

De minister van Binnenlandse Zaken, de heer Kervyn de Lettenhove, neemt in naam van de katholieke regering d'Anethan het volgende standpunt in:
"Geachte Heren, na veertig jaar wordt voor het eerst aan de wetgever gevraagd om de Grondwet te herzien. Nooit werd een ernstiger voorstel aan dit parlement voorgelegd en was het minder gerechtvaardigd, zowel op grond van de overwegingen waarop het is gebaseerd, als door de omstandigheden waarin het voorstel zich aan u aandient." [ 9 ] Kamer, CRIV 13 Plenaire van 22 november 1870, p.161 - link zie voetnoot.

Toch volgen er nog vier debatdagen over de inoverwegingneming. Het mag niet baten: het voorstel neemt de kaap van de inoverwegingneming niet. Het wordt weggestemd met 73 tegen 23 stemmen bij 1 onthouding. Slechts 23 van de 97 leden zijn dus voorstander van een verdere gedetailleerde bespreking.

Minister van Binnenlandse Zaken Kervyn de Lettenhove

Minister van Binnenlandse Zaken de heer Kervyn de Lettenhove. Op 22 november 1870 sprak hij geen profetische woorden in de plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers - Bron Felixarchief

 
Senaat in vergadering 1880

De Senaat in vergadering in 1880. Enkel mannelijke burgers vertegenwoordigen het ganse volk - Foto: Guy Goossens

Op 3 juli 1883 [ 10 ] Kamer, CRIV 16 Plenaire van 3 juli 1883, p.1408 - link zie voetnoot. volgt een nieuwe poging onder de liberale regering Frère Orban II. De heer Janson dient het voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 47 en 53 van de Grondwet in. Opnieuw wordt er bot gevangen. Na vier vergaderingen kan ook dit voorstel de kaap van de inoverwegingneming niet nemen. De inoverwegingneming wordt weggestemd met 116 stemmen. Elf leden zijn voor de inoverwegingneming en zes leden onthouden zich.

Op 15 juli 1887 [ 11 ] Kamer, CRIV 17 Plenaire van 15 juli 1887, p.1637 - link zie voetnoot. wordt een derde voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 47 en 56 van de Grondwet ingediend door de heer Houzeau de Lehaie. Ook hij boekt geen succes. Na een lang debat wordt het voorstel niet in overweging genomen. Echter, ditmaal stemmen reeds 55 leden voor de inoverwegingneming, 83 zijn nog tegen.

Op 27 november 1890 [ 12 ] Kamer, CRIV 18 Plenaire van 27 november 1890, p.87 - link zie voetnoot. volgt een vierde poging. De heer Janson dient een voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 47, 53 en 56 van de Grondwet in. (Stuk Kamer, nr. 18 – 19/1) [ 13 ] www.dekamer.be - link zie voetnoot. In de plenaire vergadering van 27 november 1890 is er opnieuw een debat en een stemming over de inoverwegingneming. Het voorstel wordt eenparig in overweging genomen door de 118 aanwezige leden. Hierna blijven de besprekingen duren. "Wat het voorstel Janson betreft bleven de besprekingen aansleuren. De arbeiders werden die traagheid moe en op 1 mei 1892 legden de mijnwerkers het werk stil. Onder de druk van de staking werden de verklaringen tot grondwetsherziening aangenomen." [ 14 ] Prof. A. VRANCKX, "Grondwetsherziening", Rechtskundig weekblad, 1964, nr 18, p.945 - link zie voetnoot.

De heer Houzeau de Laie

De heer Houzeau de Laie, ook het derde voorstel tot wijziging van de Grondwet kon niet in overweging worden genomen - Bron: Archief van de Kamer van volksvertegenwoordigers

 
De heer Janson

De heer Janson, pleitbezorger voor de afschaffing van het cijnskiesrecht. Zijn voorstel wordt eindelijk in overweging genomen en gestemd - Bron: Archief Senaat

Het volgende parlement wordt, voor het eerst in de Belgische geschiedenis, een constituante. Het krijgt dus de bevoegdheid om bepaalde artikelen van de Grondwet te wijzigen.

De verkiezingen van 1892 zijn de laatste volgens het cijnskiesrecht. Het zijn ook de laatste zonder verkozen werklieden in het Parlement.

 

Noten

  1. https://nl.wikipedia.org/wiki/Petitie[ terug ]
  2. Stuk Kamer, nr.18 0261, p.5 - https://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2320/K23201491/K23201491.pdf - Het kamerstuk is een verwijzing naar deze petitie. De oorspronkelijke tekst werd nog niet in het archief gevonden. [ terug ]
  3. Kamer, CRIV 13 Plenaire van 22 november 1870, p.161 - https://www3.dekamer.be/digidocanha/K0009/K00090205/K00090205.PDF[ terug ]
  4. Kamer, CRIV 13 Plenaire van 22 november 1870, p.161 - https://www3.dekamer.be/digidocanha/K0009/K00090205/K00090205.PDF[ terug ]
  5. Kamer, CRIV 16 Plenaire van 3 juli 1883, p.1408 - https://www3.dekamer.be/digidocanha/K0012/K00124545/K00124545.PDF[ terug ]
  6. Kamer, CRIV 17 Plenaire van 15 juli 1887, p.1637 - https://www3.dekamer.be/digidocanha/K0014/K00142974/K00142974.PDF[ terug ]
  7. Kamer, CRIV 18 Plenaire van 27 november 1890, p.87 - https://www3.dekamer.be/digidocanha/K0016/K00160276/K00160276.PDF[ terug ]
  8. https://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2318/K23180684/K23180684.pdf[ terug ]
  9. Prof. A. VRANCKX, "Grondwetsherziening", Rechtskundig weekblad, 1964, nr 18, p.945 - https://rw.be/archief/2718/pdf[ terug ]