V. 1949: Eindelijk "één vrouw, één stem" - Het stemrecht voor vrouwen

  1. Inleiding
  2. Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
  3. Geen stemrecht voor vrouwen in 1893
  4. Nog steeds geen (algemeen) vrouwenstemrecht in 1919
  5. Vrouwen zijn verkiesbaar vanaf 1920/1921
  6. 1920-1940: het interbellum
  7. 1949: eindelijk "één vrouw, één stem"

Dit hoofdstuk in pdf Start

Vrouwen zijn verkiesbaar vanaf 1920/1921

Alhoewel vrouwen na de Eerste Wereldoorlog nog geen stemrecht verwerven op nationaal vlak, verwerven ze wel het passief kiesrecht: vanaf 1920 mogen ze zich verkiesbaar stellen voor een zitje in de Kamer en vanaf 1921 voor het pluche van de Senaat. [ 32 ] VELAERS, J., De Grondwet, een artikelsgewijze commentaar, 2019, Brugge, Die Keure, Deel II, p.301.

spotprent over de verkiesbaarheid van vrouwen

Deze spotprent over de verkiesbaarheid van vrouwen voor Kamer en Senaat maakt zich vrolijk over de toekomstige interpellaties van vrouwelijke verkozenen. Zij zullen het vast hebben over de prijs van "de struisvederen en de zijden corsetten" en voortijdig de zaal verlaten voor een kopje thee.
® KADOC-KU Leuven, Ons Land, 22 augustus 1920

Marie Spaak-Janson

Marie Spaak-Janson (1873-1960), eerste vrouwelijke senator (1921)

De eerste vrouw die (via coöptatie) in de Senaat zetelt, is de socialiste Marie Spaak-Janson in 1921. In 1929 wordt de socialiste Lucie Dejardin verkozen als volksvertegenwoordiger. Ze bevinden zich in de merkwaardige situatie dat ze wel parlementsleden zijn, maar zelf geen stemrecht hebben.

Het aantal vrouwelijke senatoren zal gedurende het hele interbellum zeer laag blijven. [ 33 ] www.rosavzw.be, geconsulteerd op 23 augustus 2019, link zie voetnoot. Bovendien zijn zij allen gecoöpteerd, dus niet verkozen. [ 34 ] LAUREYS, V., VAN DEN WIJNGAERT, M. en VELAERS, J. (eds), De Belgische Senaat, een geschiedenis, 2016, Tielt, Lannoo, p.124.

Lucie Dejardin

Lucie Dejardin (1875-1945), eerste vrouwelijke volksvertegenwoordiger (1929)

 
Aantal senatoren van 1919 tot 1939
  totaal aantal zetels aantal mannen aantal vrouwen aantal vrouwen (%)
1919 120 120 0 0%
1921 153 152 1 0,6%
1925 153 152 1 0,6%
1929 153 152 1 0,6%
1932 159 158 1 0,6%
1936 167 164 3 1,8%
1939 167 165 2 1,2%
Bron: LAUREYS, V., VAN DEN WIJNGAERT, M. en VELAERS, J. (eds), De Belgische Senaat, een geschiedenis, 2016, Tielt, Lannoo, p.113 en p.124

Noten

  1. VELAERS, J., De Grondwet, een artikelsgewijze commentaar, 2019, Brugge, Die Keure, Deel II, p.301. [ terug ]
  2. https://www.rosavzw.be/site/index.php/het-geheugen/thematische-geschiedenis-van-de-vrouwenbeweging/120-feminisme-en-vrouwenbeweging/405-eerste-golf-van-het-feminisme-in-belgie, geconsulteerd op 23 augustus 2019. [ terug ]
  3. LAUREYS, V., VAN DEN WIJNGAERT, M. en VELAERS, J. (eds), De Belgische Senaat, een geschiedenis, 2016, Tielt, Lannoo, p.124 [ terug ]