IV. 1918 - 1919: Wie mag stemmen? Het debat in het Parlement

  1. Inleiding
  2. 22 november 1918: gelijk stemrecht voor alle mannen
  3. 28 & 29 november 1918: het antwoord van de Kamers aan de Koning
  4. Eind december 1918: het wetsontwerp van de regering
  5. Februari-april 1919: het debat in de Kamer
  6. April-mei 1919: de instemming van de Senaat
  7. De kies- en verkiesbaarheidsvoorwaarden in 1919
  8. Ook de Senaat wordt hervormd (1921)

Dit hoofdstuk in pdf Start

28 & 29 november 1918: het antwoord van de Kamers aan de Koning

Oude Kamer en Senaat, nieuwe regering

De regering die de Koning heeft aangesteld, bestaat vooral uit "nieuwe mannen", "Belgen uit het binnenland", die de vier oorlogsjaren in België hebben doorgebracht en de beproevingen van de bezetting samen met de bevolking hebben meegemaakt. Zij zijn ervan overtuigd dat de kieswetgeving moet veranderen.

De regering Delacroix I

De regering Delacroix I - Foto https://www.amsab.be/beleef/publieksprojecten/stemrecht, AMSAB-ISG, Liberas & het Rijksarchief

Senatoren en Kamerleden rond koning Albert wanneer hij het Paleis der Natie verlaat op 22 november 1918

Senatoren en Kamerleden rond koning Albert wanneer hij het Paleis der Natie verlaat op 22 november 1918 - Foto Archief Koninklijk Paleis

 

De leden van Kamer en Senaat daarentegen zijn voor de oorlog verkozen, op basis van kieslijsten die volgens het meervoudig kiesstelsel waren opgesteld. Zij zijn minder enthousiast om het systeem dat hen aan de macht gebracht heeft te hervormen, en behoren voor het grootste deel tot de conservatieve rechtervleugel, die de Koning niet had geraadpleegd in Loppem en die niet echt vertegenwoordigd is in de regering Delacroix I.

De voorzitters roepen op tot democratische hervormingen

Samenstelling van de Senaat na de oorlog, zaalplan van november 1913, in het rood aangepast op 17 december 1918

Samenstelling van de Senaat na de oorlog, zaalplan van november 1913, in het rood aangepast op 17 december 1918 - Archief Belgische Senaat, Studie- en documentatiedossiers: Register P (griffie), nr. 162

Op 28 november 1918, terwijl 50 kanonschoten weerklinken om de bevrijding van België te vieren, vergadert de Kamer opnieuw. Zij verwelkomt leden die op 4 augustus 1914 de eed niet hadden kunnen afleggen, alsook de opvolgers die de plaats innemen van de volksvertegenwoordigers die tijdens de oorlog zijn gestorven. De dag nadien wordt ook de Senaat opnieuw samengesteld. [ 9 ] Annales parlementaires de Belgique, Kamer van volksvertegenwoordigers, vergadering van donderdag, 28 november 1918. Annales parlementaires de Belgique, Senaat, vergadering van vrijdag, 29 november 1918.

De voorzitters richten zich tot hun respectieve assemblees: in de Kamer belooft Prosper Poullet een "antwoord op de Troonrede" waarin de Kamer van volks­vertegen­woordigers op haar beurt hulde brengt aan het leger en de bevolking. Hij wijst vervolgens op de overweldigende taak van herstel en heropbouw die de Kamer te wachten staat. Volgens hem is de oproep van de regering aan de Kamer echter een nog zwaardere opdracht. "De regering, vooruitlopend op de wensen van het volk, vraagt u uitvoering te geven aan een brede en ongetwijfeld stoutmoudige democratische hervorming, maar op een ordelijke en vreedzame manier, op basis van wederzijds vertrouwen en respect voor eenieders rechten." [ 10 ] Kamer, vergadering van 28 november 1918, p.9.

Portret van Prosper Poullet door G. Van de Woestijne

Portret van Prosper Poullet door G. Van de Woestijne. Collectie Kamer van volksvertegenwoordigers - Foto KIK-IRPA, Brussel

 
Paul de Favereau door Ph. Swyncop

Portret van baron Paul de Favereau door Ph. Swyncop. Collectie Belgische Senaat - Foto KIK-IRPA, Brussel

In de Senaat legt baron de Favereau een verklaring in dezelfde zin af, al is hij minder direct: "Deze opflakkering van eenheid in een gemeenschappelijke liefde voor het vaderland mogen wij niet laten uitdoven, maar we moeten haar onderhouden en versterken, zodat zij de toekomst verlicht en verrijkt. Laten wij, beste collega's, onze oude twisten voorgoed opzij zetten, en laten wij door wederzijdse toegevingen België voorzien van een wetgeving die rekening houdt met onze verschillende verzuchtingen en waarlijk nationale oplossingen biedt voor de ernstige problemen die wij moeten oplossen (instemming op de banken)." [ 11 ] Senaat, vergadering van 29 november 1918, p.3. (vertaling)

 

Delacroix anticipeert op problemen

In zijn regeringsverklaring herhaalt minister Delacroix voor de assemblees de beloften van de Troonrede: "Deze verkiezing veronderstelt de opmaak van kieslijsten, omdat het onmogelijk is om de levenden te vergeten en de doden te laten stemmen. Hoe moet deze verkiezing dan voorbereid worden? De regering denkt dat de heldhaftigheid van de bevolking, het weerstandsvermogen van het bezette land, deze vraag beantwoord hebben. De liefde voor het vaderland heeft zich in dezelfde mate geuit in alle milieus, zonder onderscheid van rang of stand."

Hij voorziet reeds problemen, vooral in de Senaat: "Het zal bij ons nooit opkomen om de eed te schenden, die wij net als jullie hebben afgelegd om de Grondwet te gehoorzamen. (…) Maar, mijne heren, zoals jullie allemaal hebben gedaan, zoals de regering heeft moeten doen in heroïsche omstandigheden tijdens deze onvoorziene oorlog, kan het gebeuren dat een eenparige of bijna eenparige instemming, niet alleen van het land maar van allen die plaatsnemen in onze assemblees om de verzuchtingen van het volk te vertolken, ons verplicht om hervormingen uit te voeren zonder rekening te houden met bepaalde formaliteiten. (...)
Wanneer de regering de Senaat vraagt om het mausoleum te eren van onze heroïsche doden, die hun bloed hebben gegeven voor het vaderland, die uit alle lagen van de bevolking afkomstig zijn en plaatsgenomen hebben onder de helden, zou het kunnen dat wij dan niet tevergeefs een beroep zullen doen op de patriottische instemming van de Senaat en van het land." [ 12 ] Senaat, vergadering van 29 november 1918, p.4. (vertaling)

Léon Delacroix

Léon Delacroix - Foto uit l'Evénement Illustré

 

Het antwoord van Kamer en Senaat aan de Koning

De assemblees geven eerst een antwoord op de Troonrede, waarbij de eerste tekenen van toekomstige problemen aan het licht komen.

Na een passage ter ere van het koninklijke optreden en het uithoudingsvermogen en de weerstand van het volk en het Belgisch leger tijdens het conflict, stemt de Kamer in met het principe van het regeringsontwerp, maar op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid behouden blijft voor iedere toekomstige grondwetswijziging betreffende het kiesstelsel. Het is inderdaad tijd voor democratische gelijkheid... om een nieuwe Kamer en Senaat te verkiezen. Veel verder dan dat wil men niet gaan. Men is in het bijzonder beducht voor een mogelijk stemrecht voor vrouwen: [ 13 ] Kamer, vergadering van 11 december 1918.

 

Het ontwerp van antwoord van de Senaat is van de hand van senator Braun, die oproept tot een krachtenbundeling, zoals die tot uiting komt in de eenheidsregering die is opgezet door de Vorst, teneinde het land te herstellen. Hij roept ook op tot een eendracht der harten om te werken aan "de voltooiing, aan de bekroning van het grondwettelijk gebouw" en doet een beroep op de wijsheid en zelfs de scherpzinnigheid van de Hoge Vergadering, want "het algemeen kiesrecht dringt zich op aan de wijsheid der regeerders (...). Zij [de senatoren] zullen er zich niet schuldig aan maken, zich ondankbaar en blind te toonen":

 

Ondanks het voorafgaande akkoord van de Senaat om geen algemene bespreking te houden over het ontwerp van antwoord en de eenparige goedkeuring ervan, kunnen vertegenwoordigers van de belangrijkste politieke partijen het niet nalaten het woord te nemen om hun opmerkingen en bedenkingen naar voren te brengen. Deze hebben voornamelijk betrekking op het ontwerp betreffende het algemeen stemrecht (vragen met betrekking tot de Constituante, de leeftijd van de kiezers, het vrouwenstemrecht). De pro forma instemming met het antwoord op de koninklijke toespraak betekent geenszins dat de Senaat niet in detail zal ingaan op alles wat er in de toespraak wordt gezegd... [ 14 ] Senaat, vergadering van 17 december 1918, p.9, bespreking van en stemming over het ontwerp van adres van antwoord op de troonrede. De opsteller is senator Braun.

De Koning neemt akte van hun instemming

"De delegaties van de Kamer en de Senaat hebben zich op donderdagochtend [19 december] om 10 uur naar het Paleis van Brussel begeven om de Koning de tekst te overhandigen van de adressen van antwoord op de troonrede die door beide assemblees werd aangenomen. Een stoet van ridderorden begeleidde de optocht van auto's en koetsen waarin de leden van de wetgevende macht hadden plaatsgenomen." (....) De ontvangst vond plaats in het grote rode salon, waar de Koning stond, omringd door zijn officieren. Baron de Favereau et Poullet hebben achtereenvolgens de adressen voorgelezen die door de Senaat en de Kamer zijn goedgekeurd."

Het Koninklijk Paleis in 1914

Het Koninklijk Paleis in 1914 - Foto www.periodpaper.com

De Koning antwoordt: "Het adres dat de Kamers u hebben gevraagd om mij te willen overhandigen, verheugt mij zeer. Het doet mij genoegen omdat het plechtig getuigt van het vertrouwen dat de Kamers in mijn regering stellen, met een eensgezindheid waaraan ik groot belang hecht." [ 15 ] Journal de Bruxelles, vrijdag 20 december 1918, p.1, "La réponse au Discours du Trône". (vertaling)

De situatie op zich is echter vrij ongebruikelijk en riskant: "hoewel de rechterzijde de volstrekte meerderheid bezit in Kamer en Senaat, bestaat het nieuwe kabinet voor de helft uit liberalen en socialisten en heeft het programma van de voormalige oppositie grotendeels tot het zijne gemaakt"! [ 16 ] E. Gerard, Emmanuel Gerard, De schaduw van het Interbellum, p.44. De Kamer telt 99 katholieken, 45 liberalen en 40 socialisten. De Senaat telt 70 katholieken, 12 socialisten en 38 liberalen (Geschiedenis van de Belgische Senaat, p.459).

Maar de Koning besluit: "Laten we allemaal van onze tijd zijn en ons allen onvoorwaardelijk ten dienste stellen van het land". [ 17 ] Journal de Bruxelles, vrijdag 20 december 1918, p.1, "La réponse au Discours du Trône". (vertaling)

Noten

  1. Annales parlementaires de Belgique, Kamer van volksvertegenwoordigers, vergadering van donderdag, 28 november 1918. Annales parlementaires de Belgique, Senaat, vergadering van vrijdag, 29 november 1918. [ terug ]
  2. Kamer, vergadering van 28 november 1918, p.9. [ terug ]
  3. Senaat, vergadering van 29 november 1918, p.3. [ terug ]
  4. Senaat, vergadering van 29 november 1918, p.4. [ terug ]
  5. Kamer, vergadering van 11 december 1918. [ terug ]
  6. Senaat, vergadering van 17 december 1918, p.9, bespreking van en stemming over het ontwerp van adres van antwoord op de troonrede. De opsteller is senator Braun. [ terug ]
  7. Journal de Bruxelles, vrijdag 20 december 1918, p.1, "La réponse au Discours du Trône". [ terug ]
  8. E. Gerard, Emmanuel Gerard, De schaduw van het Interbellum, p.44. De Kamer telt 99 katholieken, 45 liberalen en 40 socialisten. De Senaat telt 70 katholieken, 12 socialisten en 38 liberalen (Geschiedenis van de Belgische Senaat, p.459). [ terug ]
  9. Journal de Bruxelles, vrijdag 20 december 1918, p.1, "La réponse au Discours du Trône". [ terug ]