SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
28 février 2013 28 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8350 Schriftelijke vraag nr. 5-8350

de Bart Laeremans (Vlaams Belang)

van Bart Laeremans (Vlaams Belang)

au premier ministre

aan de eerste minister
________________
Missions accordées à des bureaux d'avocats - Réglementation - Aperçu Opdrachten gegund aan advocatenkantoren - Regelgeving - Overzicht 
________________
avocat
ministère
marché de services
aide judiciaire
marché public
advocaat
ministerie
dienstverleningscontract
rechtsbijstand
overheidsopdrachten
________ ________
28/2/2013Verzending vraag
2/4/2013Antwoord
28/2/2013Verzending vraag
2/4/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8352
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8366
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8368
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8352
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8366
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8368
________ ________
Question n° 5-8350 du 28 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8350 d.d. 28 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sous le gouvernement Verhofstadt II, le bureau d'avocats Uyttendaele, Gérard et Associés s'est retrouvé au centre d'une tempête politique lorsqu'il est apparu qu'il se voyait confier de très nombreuses affaires par différents départements fédéraux. On pouvait se demander si la réglementation relative aux marchés publics avait été respectée et s'il n'y avait pas de confusion d'intérêts, Maître Uyttendaele, époux de madame Onkelinx, n'étant évidemment pas un spectateur neutre.

Par dessus le marché, la fuite d'un courriel erronément adressé a montré que maître Uyttendaele exhortait ses contacts au PS à lui donner encore davantage de dossiers. Comme si sa position dominante à l'échelon fédéral ne suffisait pas, il souhaitait une part encore plus importante aux niveaux régionaux et communaux. Il citait entre autres la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale, la Communauté française, les villes de Bruxelles, Charleroi et Mons, la SNCB, la Poste, Belgacom et diverses institutions d'utilité publiques, pararégionales et para communautaires.

De 2006 à 2009, les parlementaires ont posé de nombreuses questions à ce sujet, mais la question d'une possible confusion d'intérêts, ou d'un éventuel traitement de faveur dudit cabinet, n'a jamais été élucidée au fond.

Nous sommes quatre gouvernements plus tard, mais le cabinet Uyttendaele, Gérard et Associés gagne encore un pactole grâce aux nombreuses affaires qui lui sont confiées par les autorités, et l'épouse du premier nommé a fait partie de tous ces gouvernements, y compris le présent. Le problème reste donc aussi actuel que sous l'ère Verhofstatdt.

1) Depuis que le gouvernement est en fonctions, à quels cabinets d'avocats votre département ou des divisions de celui-ci ont-ils fait appel ? Combien de dossiers a-t-on confiés à chacun, et pour quels honoraires ?

2) Les révélations sur l'époque Verhofstadt II ont-elles conduit votre département à revoir ou à préciser la réglementation ? Si oui, dans quel sens ?

 

Tijdens de regering Verhofstadt II kwam het advocatenkantoor Uyttendaele, Gérard & co in een politieke storm terecht, toen bleek dat dit kantoor zeer veel opdrachten kreeg van verschillende federale ministeries. Het was toen niet duidelijk of daarbij de regels inzake openbare aanbestedingen waren gerespecteerd, en het was evenmin duidelijk of er geen belangenvermenging in het spel was. Meester Uyttendaele was als echtgenoot van mevrouw Laurette Onkelinx natuurlijk geen neutrale buitenstaander.

Alsof dat nog niet erg genoeg was, lekte kort daarop een verkeerd geadresseerd mailbericht uit, waarin meester Uyttendaele zijn contacten binnen de PS aanspoorde om hem nóg meer opdrachten toe te spelen. Zijn toppositie op het federale niveau was nog niet voldoende, hij wilde ook een nóg groter deel van de opdrachten van de verschillende regionale en stedelijke niveaus. Hij noemde onder andere het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap, de stad Brussel, de stad Charleroi, de stad Bergen, de NMBS, De Post, Belgacom en diverse Instellingen van Openbaar Nut, pararegionalen en paracommunautaires.

Tussen 2006 en 2009 werden talrijke parlementaire vragen over die kwestie gesteld, maar het probleem van de mogelijke belangenvermenging, of van een mogelijke voorkeursbehandeling van het genoemde advocatenkantoor, werd nooit ten gronde uitgeklaard.

Intussen zijn er vier regeringen gekomen en gegaan, maar het kantoor van Uyttendaele, Gérard en co verdient nog altijd fortuinen dankzij de vele overheidsopdrachten, en zijn echtgenote Laurette Onkelinx heeft sindsdien in alle regeringen een ministerportefeuille bekleed, ook in de huidige. Het probleem blijft dus even actueel als ten tijde van Verhofstadt.

1) Op welke advocatenkantoren hebben uw departement en/of onderdelen ervan beroep gedaan sinds het aantreden van deze regering? Hoeveel dossiers werden aan elk kantoor toevertrouwd, en welk bedrag werd daarvoor aan elke kantoor uitbetaald?

2) Hebben de onthullingen uit de periode Verhofstadt II in uw departement geleid tot een herziening of aanscherping van de regels? Zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 2 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 2 april 2013 :

1. Depuis l’entrée en fonction du gouvernement, le Service Public fédéral (SPF) Chancellerie du premier ministre a fait appel aux services d’un avocat dans trois dossiers. Il s’agit de Maître Sébastien Depré du cabinet Deprevernet (précédemment Philippe & Partners), de Maître Pierre Slegers du cabinet CMS De Backer et de Maîtres Patrick Peeters et François Tulkens du cabinet NautaDutilh. Les trois dossiers étant toujours pendants, il n’est pas possible à ce stade de fournir un aperçu des frais payés.

2. Les règles concernant la désignation des avocats sont les suivantes.

En vertu de l’article 120 de l’arrêté royal du 8 janvier 1996 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, le seuil permettant le recours à la procédure négociée sans publicité prévue à l’article 17, § 2, 1°, a), de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, est porté pour l’ensemble des services juridiques au niveau du seuil européen applicable aux marchés de services, et ce, quel que soit le pouvoir adjudicateur (soit un montant de 193 000 euros pour les secteurs classiques et de 387 000 euros pour les secteurs spéciaux).

Il est en général difficile d’évaluer le montant des honoraires qui devront être payés à un avocat dans le cadre d’un litige. Néanmoins, le seuil de publicité fixé à 193 000 euros est rarement atteint.

Ces règles n’ont pas été modifiées depuis la période Verhofstadt II.

1. Sinds het aantreden van de regering, werden door de Federale Overheidsdienst (FOD) Kanselarij van de eerste minister drie dossiers toevertrouwd aan een advocaat. Het gaat om Meester Sébastien Depré van het kantoor Deprevernet (voorheen Philippe & Partners), om Meester Pierre Slegers van het kantoor CMS De Backer, en Meesters Patrick Peeters en François Tulkens van het kantoor NautaDutilh. Al deze dossiers zijn nog hangende, waardoor het niet mogelijk is op dit ogenblik een overzicht te geven van de uitbetaalde bedragen.

2. De regels betreffende de aanstelling van advocaten zijn de volgende.

Volgens artikel 120 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, ligt de drempel tot waar het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als bedoeld in artikel 17, § 2, 1°, a), van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten, toegestaan is, voor alle juridische diensten, op het niveau van de Europese drempel die toepasselijk is op de opdrachten voor diensten en dit ongeacht de aanbestedende overheid (dit wil zeggen 193 000 euro voor de klassieke sectoren en 387 000 euro voor de speciale sectoren).

Het is veelal moeilijk om het bedrag van de honoraria te bepalen die aan een advocaat moeten worden betaald in het kader van een geschil. Niettemin wordt de bekendmakingsdrempel van 193 000 euro zelden bereikt..

Deze regels werden niet herzien sinds de periode Verhofstadt II