Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8352

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 28 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Opdrachten gegund aan advocatenkantoren - Regelgeving - Overzicht

advocaat
ministerie
dienstverleningscontract
rechtsbijstand
overheidsopdrachten

Chronologie

28/2/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8350
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8366
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8368

Vraag nr. 5-8352 d.d. 28 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de regering Verhofstadt II kwam het advocatenkantoor Uyttendaele, Gérard & co in een politieke storm terecht, toen bleek dat dit kantoor zeer veel opdrachten kreeg van verschillende federale ministeries. Het was toen niet duidelijk of daarbij de regels inzake openbare aanbestedingen waren gerespecteerd, en het was evenmin duidelijk of er geen belangenvermenging in het spel was. Meester Uyttendaele was als echtgenoot van mevrouw Laurette Onkelinx natuurlijk geen neutrale buitenstaander.

Alsof dat nog niet erg genoeg was, lekte kort daarop een verkeerd geadresseerd mailbericht uit, waarin meester Uyttendaele zijn contacten binnen de PS aanspoorde om hem nóg meer opdrachten toe te spelen. Zijn toppositie op het federale niveau was nog niet voldoende, hij wilde ook een nóg groter deel van de opdrachten van de verschillende regionale en stedelijke niveaus. Hij noemde onder andere het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap, de stad Brussel, de stad Charleroi, de stad Bergen, de NMBS, De Post, Belgacom en diverse Instellingen van Openbaar Nut, pararegionalen en paracommunautaires.

Tussen 2006 en 2009 werden talrijke parlementaire vragen over die kwestie gesteld, maar het probleem van de mogelijke belangenvermenging, of van een mogelijke voorkeursbehandeling van het genoemde advocatenkantoor, werd nooit ten gronde uitgeklaard.

Intussen zijn er vier regeringen gekomen en gegaan, maar het kantoor van Uyttendaele, Gérard en co verdient nog altijd fortuinen dankzij de vele overheidsopdrachten, en zijn echtgenote Laurette Onkelinx heeft sindsdien in alle regeringen een ministerportefeuille bekleed, ook in de huidige. Het probleem blijft dus even actueel als ten tijde van Verhofstadt.

1) Op welke advocatenkantoren hebben uw departement en/of onderdelen ervan beroep gedaan sinds het aantreden van deze regering? Hoeveel dossiers werden aan elk kantoor toevertrouwd, en welk bedrag werd daarvoor aan elke kantoor uitbetaald?

2) Hebben de onthullingen uit de periode Verhofstadt II in uw departement geleid tot een herziening of aanscherping van de regels? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

1) De Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft, sinds het aantreden van de regering, een beroep gedaan op dertien verschillende advocatenkantoren, geselecteerd via een gunningsprocedure (zie infra, punt 2). Het kantoor van Meester Uyttendaele maakt er geen deel van uit.

Deze kantoren kregen in deze periode een tachtig-tal zaken toebedeeld.

Hoeveel deze kantoren daarvoor zullen betaald worden, zal afhangen van het verloop van de procedure en de daaruit voortvloeiende omvang van de erelonen en de kosten. Uiteraard kan slechts het ereloon worden gevraagd dat werd bepaald in het kader van de gegunde overheidsopdracht (zijnde een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) (zie ook infra 2)).

2) Het aanduiden van advocaten voor de behartiging van de belangen van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Ontwikkelingssamenwerking, gebeurt sinds 2010 ingevolge een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. in overeenstemming met de wetgeving inzake overheidsopdrachten.