BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
28 februari 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8368

de Bart Laeremans (Vlaams Belang)

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________
Opdrachten gegund aan advocatenkantoren - Regelgeving - Overzicht
________
advocaat
ministerie
dienstverleningscontract
rechtsbijstand
overheidsopdrachten
________
28/2/2013Verzending vraag
18/7/2013Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8350
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8351
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8352
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8353
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8354
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8355
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8356
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8357
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8358
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8366
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8367
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8368 d.d. 28 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de regering Verhofstadt II kwam het advocatenkantoor Uyttendaele, Gérard & co in een politieke storm terecht, toen bleek dat dit kantoor zeer veel opdrachten kreeg van verschillende federale ministeries. Het was toen niet duidelijk of daarbij de regels inzake openbare aanbestedingen waren gerespecteerd, en het was evenmin duidelijk of er geen belangenvermenging in het spel was. Meester Uyttendaele was als echtgenoot van mevrouw Laurette Onkelinx natuurlijk geen neutrale buitenstaander.

Alsof dat nog niet erg genoeg was, lekte kort daarop een verkeerd geadresseerd mailbericht uit, waarin meester Uyttendaele zijn contacten binnen de PS aanspoorde om hem nóg meer opdrachten toe te spelen. Zijn toppositie op het federale niveau was nog niet voldoende, hij wilde ook een nóg groter deel van de opdrachten van de verschillende regionale en stedelijke niveaus. Hij noemde onder andere het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap, de stad Brussel, de stad Charleroi, de stad Bergen, de NMBS, De Post, Belgacom en diverse Instellingen van Openbaar Nut, pararegionalen en paracommunautaires.

Tussen 2006 en 2009 werden talrijke parlementaire vragen over die kwestie gesteld, maar het probleem van de mogelijke belangenvermenging, of van een mogelijke voorkeursbehandeling van het genoemde advocatenkantoor, werd nooit ten gronde uitgeklaard.

Intussen zijn er vier regeringen gekomen en gegaan, maar het kantoor van Uyttendaele, Gérard en co verdient nog altijd fortuinen dankzij de vele overheidsopdrachten, en zijn echtgenote Laurette Onkelinx heeft sindsdien in alle regeringen een ministerportefeuille bekleed, ook in de huidige. Het probleem blijft dus even actueel als ten tijde van Verhofstadt.

1) Op welke advocatenkantoren hebben uw departement en/of onderdelen ervan beroep gedaan sinds het aantreden van deze regering? Hoeveel dossiers werden aan elk kantoor toevertrouwd, en welk bedrag werd daarvoor aan elke kantoor uitbetaald?

2) Hebben de onthullingen uit de periode Verhofstadt II in uw departement geleid tot een herziening of aanscherping van de regels? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2013 :

Voor wat de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst betreft, die onder mijn rechtstreekse bevoegdheid is geplaatst, kan ik het geachte lid meedelen dat deze in de loop van deze legislatuur op geen enkel advocatenbureau beroep heeft gedaan.

De departementsadvocaten van Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën worden aangesteld door de minister. Zij worden in principe door een abonnement vergoed.

De relaties tussen de FOD Financiën en de departementsadvocaten worden uitsluitend beheerd door het Algemeen Secretariaat - Rechtskundige dienst.

Op 31 december 2011 werden er, voor wat de BBI betreft, 655 hangende geschillen verdeeld over 91 advocaten.

Tot slot dient te worden opgemerkt dat de verschijning voor het gerecht door de ambtenaar zelf sedert de inwerkingtreding van artikel 379 WIB92 (1 april 2001) en artikel 90 WBTW (20/07/2006) en sedert de beslissing van minister Reynders, de regel is.

De verschijning door een advocaat moet gerechtvaardigd worden door de meerwaarde die deze kan brengen in de verdediging van het desbetreffend geschil.