2-901/1

2-901/1

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

18 SEPTEMBER 2001


Voorstel van resolutie betreffende de ondertekening of de ratificatie van de statuten van het Internationaal Strafhof door de lidstaten van de Europese Unie en de Staten die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie

(Ingediend door de heren Paul Galand en Josy Dubié)


TOELICHTING


In de 20e eeuw hebben twee wereldbranden en talloze regionale en interne gewapende conflicten plaatsgevonden. Tijdens de meeste van deze conflicten vielen meer burger- dan militaire slachtoffers en de verantwoordelijkheid van de hoogste politieke en militaire leiders werd al te vaak weggemoffeld.

Afgezien van het Nürnbergproces tegen de nazikopstukken na de Tweede Wereldoorlog, stelt men vast dat de realpolitik het al te vaak haalde op de gerechtigheid, vooral tijdens de « koude oorlog » toen de verdragen met betrekking tot de mensenrechten weinig weerwerk konden bieden op allerlei misbruiken, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, tot en met genocide. De strijd tussen de twee grote blokken maakte dat allerlei gruwelijkheden door de vingers werden gezien om bepaalde allianties toch maar in stand te kunnen houden.

« L'un des résultats de cette approche a été que les crimes de jus cogens, comme l'agression, le génocide, les crimes contre l'humanité, les crimes de guerre, les pratiques d'esclavage, la torture ont augmenté dans presque toutes les parties du monde. De plus, les gouvernements qui étaient en mesure de prévenir ou d'atténuer ces événements tragiques et de poursuivre une justice restauratrice et rétributive sont, de façon regrettable, restés le plus souvent passifs, indifférents et parfois même ils ont apporté leur soutien à ces pratiques. Par conséquent, au lieu d'être tenus responsables de ces crimes internationaux, la plupart de leurs auteurs ont bénéficié d'une immunité de fait ou de droit » (1).

De laatste decennia werd de roep om meer gerechtigheid op het internationaal vlak sterker en kreeg hij de steun van de democratische politieke krachten, wat resulteerde in de oprichting van twee ad hoc-tribunalen : het eerste, opgericht in 1993, berecht oorlogsmisdadigers uit ex-Joegoslavië en bevindt zich in Den Haag; het tweede, opgericht in 1994 in Arusha, berecht degenen die zich in Rwanda hebben schuldig gemaakt aan volkerenmoord.

Hoewel ze efficiënt kunnen werken, leek een wildgroei van ad hoc-tribunalen geen voldoende garantie voor een behoorlijke internationale rechtsbedeling : « Ainsi, les difficultés rencontrées portent sur les faiblesses de la coopération avec les pays qui hébergent les principaux auteurs présumés des crimes, mais également des difficultés d'ordre plus culturel : les enquêteurs sont confrontés aux problèmes liés à l'histoire et à la langue, ils ont besoin d'interprètes pour parler avec les témoins et les victimes ne sont pas toujours en confiance » (2).

Het internationale strafrecht had behoefte aan een volstrekt nieuw en permanent instrument.

Het Internationaal Strafhof, waarvan het statuut in Rome is goedgekeurd in de nacht van 17 juli 1998, moet dit instrument worden.

Het hof is het resultaat van lange en moeizame, juridische en diplomatieke onderhandelingen en vormt een compromis tussen twee standpunten van de voorstanders van dit rechtscollege : de NGO's wilden een efficiënt, universeel rechtscollege, onafhankelijk van de Staten en vooral van de VN-Veiligheidsraad; de meeste Staten die aanwezig waren bij de onderhandelingen streefden evenwel naar de oprichting van een hof dat met de toestemming van de Staten en de steun van de VN-Veiligheidsraad zou werken.

Het Internationaal Strafhof wordt bevoegd voor genocide (zoals gedefinieerd in artikel 6 van zijn statuut), misdaden tegen de menselijkheid (zoals gedefinieerd in artikel 7, § 1, van zijn statuut), oorlogsmisdaden (gedefinieerd in artikel 8, § 2, van zijn statuut), en agressie (nog te definiëren). Al deze misdaden verjaren niet. Politieke en militaire leiders en andere hiërarchische oversten, alsook ondergeschikten en uitvoerende partijen die deze misdaden begaan, kunnen door het Internationaal Gerechtshof berecht en veroordeeld worden.

Samen met de heer Rahim Kherad moet daaraan evenwel het volgende worden toegevoegd : « (si) la CPI a été créée par voie conventionnelle en tant que juridiction permanente disposant d'une personnalité propre, elle n'a pas pour autant une compétence exclusive puisque l'exercice de sa compétence dépend du consentement des États et de l'appui du Conseil de sécurité » (3).

Alleen de lidstaten, de VN-veiligheidsraad en de aanklager van het Internationaal Strafhof onder de controle van een Kamer van vooronderzoek, kunnen zaken aanhangig maken. Individuen worden in het internationaal recht als passieve subjecten beschouwd. Bovendien heeft het Internationaal Strafhof slechts een complementaire bevoegdheid tegenover de nationale strafgerechten van de verdragspartijen en blijft deze beperkt tot feiten die dateren van na de inwerkingtreding van het statuut.

Ondanks deze beperkingen zal het Internationaal Strafhof in de toekomst zeker bepaalde barbaarse gedragingen een hinderpaal in de weg leggen.

Er zijn zestig ratificaties nodig opdat het Internationaal Strafhof kan functioneren. Dat aantal is zeer hoog, maar : « en fixant la barre de l'entrée en vigueur de l'accord à un tel niveau, les rédacteurs ont voulu garantir à la cour une représentativité réelle dès sa mise en place. (...). Il importe en effet de ne pas créer une institution coupée des réalités du monde qui ne serait qu'un forum de contestation des pratiques des États n'assurant aucun progrès réel dans la lutte contre l'impunité des crimes de portée internationale les plus odieux. Telle serait la situation de la cour si elle ne bénéficiait pas d'une large adhésion de la communauté internationale des États » (4).

Op het ogenblik dat dit voorstel van resolutie werd opgesteld, hadden 36 landen, waaronder 15 Europese, het statuut geratificeerd. Honderdnegenendertig andere landen hebben het statuut van Rome ondertekend.

Er ontbreken dus nog 24 ratificaties opdat het Internationaal Strafhof een juridische realiteit kan worden.

We zeiden reeds dat dit tegelijk veel en weinig is. De heer Robert Badinter meent hieromtrent « ( ...) il y a urgence. En effet, la cour n'est compétente que pour juger les crimes commis après l'entrée en vigueur du traité. Tous les crimes contre l'humanité commis avant que les 60 ratifications nécessaires aient été réunies échapperont donc à la compétence de la CPI. Ainsi en est-il pour ceux commis au Timor oriental. D'où l'extrême importance de la mobilisation de l'opinion publique par les militants des droits de l'homme afin que les ratifications nécessaires interviennent sans tarder » (5).

Slechts vier lidstaten van de Europese Unie hebben het statuut nog niet geratificeerd (het Verenigd Koninkrijk, de Ierse Republiek, Portugal en Griekenland).

De komende jaren zal de Europese Unie een historische uitbreiding zonder weerga ondergaan. Momenteel worden onderhandelingen gevoerd met 12 kandidaat-lidstaten : Bulgarije, Polen, Estland, Hongarije, Litouwen, Cyprus, Letland, Malta, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Slovenië, Roemenië.

2004 is volgens sommigen het jaar van de « big-bang » van nieuwe Europese Unie-lidstaten. Volgens de Europese Commissie zullen eerlang tien nieuwe Staten tegelijk worden opgenomen.

Als deze tien landen het statuut van het Internationaal Strafhof snel ratificeren, zal de Europese Unie ongetwijfeld een nog grotere rol spelen in de bevordering van de mensenrechten op internationaal vlak.

Op middellange termijn zullen andere Oost-Europese Staten, die het statuut van Rome hebben ondertekend of geratificeerd, misschien ook willen toetreden tot de Europese Unie.

Alle 12 landen die kandidaat zijn voor de eerstvolgende uitbreiding hebben het statuut van het Internationaal Strafhof ondertekend. Als die kandidaat-lidstaten het statuut ratificeren, zou het aantal ratificaties oplopen tot 48.

Van de 12 landen waarmee de Europese Unie het Euro-mediterraan partnerschap heeft gesloten ­ opgericht in Barcelona in 1995 ­ hebben er drie het statuut van het Internationaal Strafhof nog niet getekend : Libanon, Tunesië en Turkije.

Als alle lidstaten van de Europese Unie, alle kandidaat-lidstaten en alle leden van het Euro-mediterraan partnerschap het statuut ratificeren, zou het aantal ratificaties 64 bedragen. Dat zijn er meer dan genoeg om van het Internationaal Strafhof eindelijk een juridische realiteit te maken.

Dit voorstel van resolutie vraagt de regering om, tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie maar ook daarna, acties te ondernemen op het hoogste niveau opdat het statuut van het Internationaal Strafhof wordt geratificeerd door de Europese Unie-lidstaten, door de kandidaat-lidstaten, en door de lidstaten van het Euro-mediterraan partnerschap.

Paul GALAND.
Josy DUBIÉ.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

De Senaat,

A. overwegende dat momenteel nog geen permanent, internationaal rechtscollege bestaat dat natuurlijke personen kan berechten voor schendingen van het internationaal, humanitair recht;

B. overwegende dat het Internationaal Strafhof een volstrekt nieuwe instelling is en van fundamenteel belang voor een goede werking van het toekomstige, internationale strafrechtelijke systeem;

C. overwegende dat het statuut van Rome gebaseerd is op de internationale regelgeving aangaande de mensenrechten en dus beantwoordt aan een aantal fundamentele, gemeenschappelijke menselijke waarden;

D. overwegende dat het ontbreken van een permanent internationaal strafhof ernstige gevolgen kan hebben betreffende de eerbiediging van de mensenrechten op internationaal, regionaal of binnenlands vlak;

E. gelet op de positieve invloed van een juridisch systeem dat borg staat voor de objectiviteit van een rechtscollege dat niet blootstaat aan politieke, diplomatieke of economische druk van Staten;

F. gelet op het gewicht en de ernst van de misdaden waarvan het Internationaal Strafhof kennis zal nemen;

G. gelet op titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name de artikelen 11, 12, 15, 20, 21 daarvan;

H. gelet op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2001 betreffende het Internationaal Strafhof (2001/443/PESC), en met name de punten 1, 3, 5, 6 en 11 van de consideransen van dit gemeenschappelijk standpunt, alsook de artikelen 1, 2 en 5;

I. gelet op de resolutie van het Europees Parlement over het Internationaal Strafhof (B-4-0599, 0606, 0625, 0639, 0648 et 0673/98);

J. gelet op de resolutie van het Europees Parlement over de ratificatie van het Verdrag van Rome met het oog op de oprichting van een permanent Internationaal Strafhof van 18 januari 2001 (B5-0060, 0067, 0073, 0078, 0085/2001);

K. gelet op artikel 1 van de verklaring van Tampere : « Van meet af aan was de Europese integratie diep geworteld in gemeenschappelijk engagement voor op de rechten van de mens, democratische instellingen en de rechtsstaat gebaseerde vrijheid. Deze gemeenschappelijke waarden zijn noodzakelijk gebleken voor het veilig stellen van de vrede en het ontwikkelen van de welvaart in de Europese Unie. Ze zullen ook als hoeksteen dienen voor de uitbreiding van de Unie »;

L. overwegende dat zestig ratificaties nodig zijn opdat het Internationaal Strafhof werkelijkheid wordt en dat het aantal ratificaties momenteel 36 bedraagt;

M. overwegende dat nog 24 ratificaties nodig zijn voor de definitieve oprichting van het Internationaal Strafhof;

N. overwegende dat elf van de vijftien EU-lidstaten momenteel de statuten van het Internationaal Strafhof hebben geratificeerd;

O. overwegende dat alle kandidaat-lidstaten van de Europese Unie de statuten van het Internationaal Strafhof hebben getekend;

P. overwegende dat de meeste kandidaat-lidstaten in hun recente geschiedenis bijzonder repressieve en ondemocratische politieke systemen hebben gekend en dat die landen door hun verzoek om toetreding tot de Europese Unie streven naar nog meer gerechtigheid en democratie;

Q. opnieuw bevestigend hoezeer hij gehecht is aan de waarden van democratie en internationale gerechtigheid waar de Europese Unie voor staat en aan de sleutelrol die de Europese Unie moet blijven spelen in de bevordering en de bescherming van die waarden;

R. gelet op het geheel van waarden dat aan de basis ligt van het Europese en internationale optreden van de Belgische regering inzake de verdediging van de mensenrechten;

S. overwegende dat het Internationaal Strafhof zijn bevoegdheden niet met terugwerkende kracht kan uitoefenen en dat dagelijks zeer ernstige schendingen van de mensenrechten plaatsvinden in afwachting van de werkelijke oprichting van het Internationaal Strafhof;

verzoekt de regering :

1. er bij de vier EU-lidstaten die het statuut van Rome nog niet hebben geratificeerd, op aan te dringen dat dit zo snel mogelijk geschiedt;

2. de kandidaten voor de eerstvolgende uitbreiding van de Europese Unie aan te moedigen om het statuut van Rome te ratificeren;

3. de landen van het Middellandse-Zeegebied waarmee de Europese Unie na de onderhandelingen van Barcelona partnerschapsovereenkomsten heeft gesloten, aan te zetten het statuut van Rome te tekenen en te ratificeren;

4. in nauw overleg samen te werken met de lidstaten van de Europese Unie en met de Europese Commissie opdat de verklaring van Laken een artikel bevat aangaande de betekenis van de bevordering van de mensenrechten voor de Unie en de lidstaten, en over de noodzaak van een snelle ratificatie van het statuut van Rome tot oprichting van het Internationaal Strafhof door alle lidstaten en alle kandidaat-lidstaten;

5. haar samenwerking met de volgende voorzitters van de Europese Unie voort te zetten en te verdiepen, met name in het kader van de Trojka, teneinde de continuïteit en de samenhang te verzekeren met de maatregelen die tijdens de zes maanden van het Belgische voorzitterschap zijn genomen, en dan vooral op het vlak van de bescherming van de mensenrechten;

6. aan de lidstaten van de Europese Unie en aan de Europese Commissie voor te stellen om de ratificatie of tenminste de ondertekening van het statuut van het Internationaal Strafhof op te nemen in het communautair acquis, dat de noodzakelijke voorwaarde vormt voor de toetreding tot de Europese Unie in het kader van de komende uitbreidingen, zodra alle EU-lidstaten het statuut van Rome hebben geratificeerd;

7. meer algemeen in het kader van al haar bi- of multilaterale diplomatieke betrekkingen buiten de Europese Unie de ondertekening en/of de ratificatie van de statuten van het Internationaal Strafhof te bevorderen;

8. haar samenwerking met internationale instellingen te verruimen die actief zijn op het vlak van de mensenrechten, en vooral met de Verenigde Naties, overeenkomstig de conclusies van de Raad van Göteborg (artikel 53) teneinde gunstige omstandigheden te creëren voor de ratificatie van het statuut van Rome;

9. tijdens latere onderhandelingen over het statuut tot oprichting van het Internationaal Strafhof, alle bepalingen te weigeren die strijdig zijn met de doelstellingen van het statuut en die de bevoegdheden van het Internationaal Strafhof zouden afzwakken of schaden.

Paul GALAND.
Josy DUBIÉ.
Jeannine LEDUC.
Philippe MAHOUX.
Philippe MONFILS.
Marcel COLLA.
Michiel MAERTENS.
Georges DALLEMAGNE.
Vincent VAN QUICKENBORNE.
Marie-José LALOY.

(1) Cherif Bassiouni, Note explicative sur le statut de la Cour pénale internationale (CPI), « Revue internationale de droit pénal », 1e en 2e trimester 2000, blz. 2.

(2) Christophe Degryse, Génocides, crimes de guerre ... Le droit international en route ?, « Démocratie », nr. 8, 15 april 2000, blz. 3.

(3) Rahim Kherad, « La compétence de la Cour pénale internationale », Le Dalloz, 9 november 2000, nr. 39, blz. 592.

(4) Philippe Weckel, La Cour pénale internationale, Présentation générale, in « Revue générale de droit international public », A. Pedone, 1998, Deel 102/1998/4, blz. 984.

(5) Robert Badinter, Inleiding tot « La Cour pénale internationale : le statut de Rome », William Bourdon, Emmanuelle Duverger, Éditions du Seuil, 2000, Points, Essais, nr. 426, blz. 10.