SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
9 janvier 2014 9 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10764 Schriftelijke vraag nr. 5-10764

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'Etat aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire dÉtat à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Lieu de travail - Services et entreprises publics - Lesbigays - Transsexuels - Problèmes - Coming-out - Harcèlement - Évolution de la tolérance - Mesures Werkvloer - Openbare diensten en overheidsbedrijven - Holebi's - Transseksuelen - Problemen - Coming-out - Pestgedrag - Evolutie inzake tolerantie - Maatregelen 
________________
minorité sexuelle
discrimination fondée sur l'orientation sexuelle
lieu de travail
administration publique
lutte contre la discrimination
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
werkplek
overheidsadministratie
bestrijding van discriminatie
________ ________
9/1/2014Verzending vraag
14/3/2014Rappel
22/4/2014Antwoord
9/1/2014Verzending vraag
14/3/2014Rappel
22/4/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10750
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10751
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10752
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10753
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10754
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10755
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10756
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10757
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10758
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10759
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10760
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10761
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10762
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10763
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10765
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10766
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10767
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10768
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10750
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10751
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10752
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10753
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10754
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10755
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10756
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10757
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10758
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10759
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10760
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10761
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10762
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10763
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10765
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10766
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10767
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10768
________ ________
Question n° 5-10764 du 9 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10764 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je fais référence à mes questions antérieures à ce sujet (entre autres, la question n° 5-369) ainsi qu'à l'étude du professeur John Vincke, « Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond » (Discrimination des lesbigays au travail : à propos des différences de revenu, la ségrégation sectorielle et le plafond rose) et de l'étude réalisée par le service flamand de l'Émancipation, « (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid » (L'homosexuel, la lesbienne et le bisexuel (in)visibles. La situation des travailleurs homosexuels, bisexuels et des travailleuses lesbiennes au sein de l'administration flamande). Il ressort de ces études qu'indéniablement, les lesbigays rencontrent des problèmes au travail. Ces problèmes sont plus prononcés dans les services techniques. Les lesbigays sont en butte à l'attitude négative à la fois des collègues plus jeunes et plus âgés. On peut attendre que l'administration fédérale montre l'exemple en ce qui concerne la mise au point d'un milieu de travail plus favorable aux lesbigays.

Je souhaiterais vous poser les questions suivantes en ce qui concerne vos services ou les éventuels services publics qui relèvent de votre compétence.

1) A-t-on découvert des problèmes concernant le coming-out de travailleurs lesbigays dans les services administratifs et les entreprises publiques relevant de vos compétences ?

2) Les travailleurs se retiennent-ils plus ou moins de déclarer leur orientation sexuelle selon que travaillent ou non dans leur service des supérieurs ou des collègues qui ont déjà fait leur coming-out ?

3) Dans les services administratifs et les entreprises publiques relevant de vos compétences, a-t-on détecté durant les dernières années des problèmes sur les lieux de travail ou des comportements de stigmatisation envers des travailleurs lesbigays ou transsexuels ?

4) Si oui, ces problèmes sont-ils fréquents et quelle en est la nature ?

5) Ces problèmes ont-ils été détectés pour des catégories spécifiques de travailleurs (âge, sexe, religion, niveau scolaire, origine,...) ?

6) Combien de fois a-t-on réagi et comment ?

7) Dans les services administratifs et les entreprises publiques relevant de vos compétences, a-t-on pris des mesures spécifiques pour rendre le milieu de travail plus favorable aux lesbigays ?

8) Vous-même et/ou vos collaborateurs avez-vous constaté une évolution de la tolérance à l'égard des lesbigays au fil du temps ? Pouvez-vous développer votre réponse ?

9) Si oui, quelles initiatives ont-elles été prises ?

10) Dans le cas contraire, cela sera-t-il fait à court terme ?

 

Ik verwijs naar mijn eerdere vragen (onder meer schriftelijke vraag 5-369) over dit onderwerp en het onderzoek van professor J. Vincke " Discriminatie van holebi's op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond " en de studie " (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid " van de dienst Emancipatiezaken. Uit de studies bleek ontegensprekelijk dat holebi's op de werkvloer een aantal problemen ervaren. De problemen blijken meer uitgesproken te zijn in technische diensten. Tevens ervaren holebi's in het algemeen meer negativiteit bij jongere en oudere collega's. Van de federale overheid mag worden verwacht dat ze zichzelf een voorbeeldfunctie oplegt met betrekking tot het creëren van een holebivriendelijke werkvloer.

Graag had ik u volgende vragen gesteld met betrekking tot uw diensten of eventuele overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen:

1) Worden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, problemen gedetecteerd met betrekking tot de coming-out van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

2) Ervaart men een verschil in de terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet leidinggevenden en andere collega's op de betrokken diensten werken die zich al geout hebben?

3) Werden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen het afgelopen jaar problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers?

4) Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en van welke aard waren die problemen?

5) Zijn die problemen gedetecteerd bij specifieke categorieën van werknemers (leeftijd, geslacht, religie, scholingsgraad, afkomst, …)?

6) Hoe vaak en op welke manier werd hiertegen opgetreden?

7) Werden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen specifieke maatregelen genomen om een holebivriendelijke werkomgeving te creëren?

8) Stellen uzelf en/of uw medewerkers een evolutie vast inzake de tolerantie ten opzichte van holebi's over de jaren heen? Kan u toelichten?

9) Zo ja, welke initiatieven werden genomen?

10) Zo neen, zal dat alsnog op korte termijn gebeuren?

 
Réponse reçue le 22 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

Ci-après, la réponse en ce qui concerne les institutions publiques de sécurité sociale placées sous ma tutelle.

Fonds des accidents du travail

1.) et 2.) Le Fonds des accidents du travail n’a détecté aucun  problème relatif au coming-out de travailleurs homo- bi- ou transsexuels, le respect de chacun étant de rigueur. Les personnes de confiance à qui les membres du personnel peuvent relater leurs problèmes n’ont été saisi d’aucune demande d’intervention en la matière.

3) Le Fonds des accidents du travail n’a détecté aucun  problème relatif  à l'intimidation en milieu de travail à l’égard de travailleurs homo- bi ou transsexuels.

4.,5. et 6) Pas d’application compte tenu de la réponse au point 3 de la question.

7) Aucune mesure spécifique n’a été envisagée.

8., 9. et 10) La tolérance fait partie de l’évolution du monde du travail.   Aucune initiative spécifique n’a été envisagée.

Fonds des maladies professionnelles

1. et 2.) Le FMP n'a pas été confronté à des problèmes relatifs au "coming-out" de travailleurs homosexuels, bisexuels ou transsexuels.

3.) Le FMP n'a pas constaté de problèmes sur le lieu de travail ou de harcèlement à l'égard de travailleurs homosexuels, bisexuels ou transsexuels.

4., 5.et 6.) Pas d’application compte tenu de la réponse au point 3 de la question.

7.) Le FMP n’a pas pris de mesures spécifiques en la matière.

8.) Il n’a été constaté aucune évolution significative.

9.) Les agents du Fonds des aladies professionnelles sont conscients de la valeur ajoutée qu’apporte la “diversité” ou, si besoin en est, leur attention est régulièrement attirée sur cette valeur.

10.) Au FMP, c’est la personne qui est au centre des préoccupations, que celle-ci soit homosexuelle, lesbienne ou bisexuelle.

Office national d’allocations familiales pour travailleurs

1., 2. et 3.) Aucun problème n’a été détecté à l’ONAFTS en rapport avec l’orientation sexuelle des collaborateurs.

4., 5.et 6.) Pas d’application compte tenu de la réponse au point 3 de la question.

7.) L’ONAFTS a organisé un théâtre d’entreprise (mars 2012) et une projection de film (décembre 2013) centrés sur le thème de la diversité sur les lieux de travail.

8., 9. et 10.) Le thème de la diversité est abordé à l’ONAFTS sous un angle général. Aucune information spécifique n’est recueillie concernant la tolérance envers les holebis sur les lieux de travail, et aucune action centrée uniquement sur ce groupe cible n’est prévue.

Hierna volgt het antwoord wat betreft de openbare instellingen van sociale zekerheid die onder mijn bevoegdheid staan.

Fonds voor Arbeidsongevallen

1.) et 2.) Het Fonds voor arbeidsongevallen heeft geen problemen ondervonden met de "coming-out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers. Iedereen wordt gerespecteerd. De vertrouwenspersonen aan wie de personeelsleden hun problemen kunnen melden ontvingen geen enkele aanvraag tot tussenkomst over dit onderwerp.

3) Het Fonds voor arbeidsongevallen ondervond geen problemen rond de intimidatie van homo-, bi- of transseksuele werknemers op de werkvloer.

4., 5. et 6) Niet van toepassing gezien het antwoord op punt3 van vraag.

7) Er werd geen specifieke maatregel vooropgesteld.

8, 9 et 10) De verdraagzaamheid maakt deel uit van de evolutie van de arbeidswereld.  Er werd geen specifiek initiatief vooropgesteld

Fonds voor de Beroepsziekten

1. en 2.) Het FBZ heeft nog geen problemen gehad met betrekking tot de "coming-out" van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

3.) Het FBZ heeft nog geen problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers.

4., 5 en 6.) Niet van toepassing gezien het antwoord op punt3 van vraag.

7.) Het FBZ heeft in die zin geen specifieke maatregelen genomen.

8.) Geen significante evolutie wordt vastgesteld.

9.) De medewerkers van het Fonds voor de Beroepsziekten zijn zich bewust van de toegevoegde waarde van "diversiteit" of worden daar, indien nodig, regelmatig aan herinnerd.

10.) Binnen het FMP staat de mens centraal; of die nu homoseksueel, lesbisch, of biseksueel is.

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

1., 2. en 3.) Er werden binnen de RKW geen problemen gedetecteerd gelieerd aan de seksuele geaardheid van medewerkers.

4., 5 en 6.) Niet van toepassing gezien het antwoord op punt3 van vraag.

7.) De RKW organiseerde een bedrijfstheater (maart 2012) en een filmprojectie (december 2013) rond het omgaan met diversiteit op de werkvloer.

8., 9. en 10.) Het thema diversiteit wordt binnen de RKW vanuit een algemeen standpunt benaderd. Er wordt geen specifieke informatie bijgehouden inzake de tolerantie tegenover holebi’s op de werkvloer, noch worden er acties gepland enkel gefocust op deze doelgroep.