De Senaat wordt (een klein beetje) democratischer
De Senaat is tot 1893 een zeer aristocratische instelling. Door de zeer hoge verkiesbaarheidscijns kunnen
enkel leden van rijke families, vaak adellijke grootgrondbezitters, er verkozen worden. Sommigen willen dit
aristocratisch karakter behouden, anderen zijn voorstander van een democratisering van de
instelling. [ 27 ]
LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen,
Kluwer, deel 1, p.195-196.
Het uiteindelijke resultaat is een compromis dat de instelling wat democratiseert.
De volgende hervormingen worden doorgevoerd:
-
de verkiesbaarheidscijns wordt verlaagd naar 1.200 frank. Het volstaat ook eigenaar of vruchtgebruiker
te zijn van een onroerend goed in België, waarvan het kadastraal inkomen ten minste 12.000 frank bedraagt;
-
hetzelfde kiezerscorps voor de Senaat als voor de Kamer, alhoewel de Grondwet de mogelijkheid geeft
te bepalen dat kiezers voor de Senaat minstens 30 jaar oud moeten zijn;
-
er komen provinciale senatoren. Ze worden gekozen door de Provinciale Raden en de verkiesbaarheidscijns
is voor hen niet van toepassing. Een provincie met minder dan een half miljoen inwoners krijgt twee provinciale
senatoren, provincies met tussen een half en één miljoen inwoners krijgen er drie, provincies met meer dan
één miljoen inwoners krijgen er vier.
-
het mandaat van senator blijft 8 jaar. [ 28 ]
LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen,
Kluwer, deel 1, p.196.
Door deze hervormingen komt er een lichte stijging van het aantal verkiesbare personen voor de Senaat.
aantal verkiesbare personen voor de Senaat, 1890-1910
jaar |
aantal verkiesbare personen |
totale bevolking |
verkiesbaar percentage van de bevolking |
1890 |
996 |
6.069.321 |
0,0164% |
1900 |
1527 |
6.693.810 |
0,0228% |
1910 |
1637 |
7.423.784 |
0,0220% |
Bron: LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, deel 1, p.196.
|
Door het behouden van het systeem van de verkiesbaarheidscijns voor rechtstreeks verkozen senatoren,
duurt het echter tot 1904 vooraleer de Belgische Werkliedenpartij over een rechtstreeks verkozen senator beschikt.
Noten
-
LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen, Kluwer, deel 1, p.195-196. [ terug ]
-
LUYKX, Th. en PLATEL, M., Politieke geschiedenis van België, 1985, Antwerpen, Kluwer, deel 1, p.196. [ terug ]