5-1569/1

5-1569/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

4 APRIL 2012


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen

(Ingediend door de heren Philippe Moureaux, Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux, Marcel Cheron, Bart Tommelein, Francis Delpérée en mevrouw Freya Piryns)


TOELICHTING


Zie de toelichting bij het voorstel van bijzondere wet houdende een correcte financiering van de Brusselse instellingen (stuk Senaat, nr. 5-1568/1 - 2011/2012).

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Dit artikel bepaalt de grondwettelijke bevoegdheidsgrondslag.

Artikel 2

Vermits er een tweede begrotingsfonds wordt opgericht (zie de artikelen 7 tot 11), dient het opschrift van de wet te worden gewijzigd.

Artikelen 3, 5 en 6

Voor de toelichting bij deze artikelen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel 4 van het voorstel van bijzondere wet houdende een correcte financiering van de Brusselse instellingen.

Artikel 4

Het Beliris-fonds, dat in het leven geroepen werd op basis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, krijgt vanaf het begrotingsjaar 2013 125 miljoen euro per jaar toegewezen. Over de besteding van deze middelen wordt beslist bij consensus in de samenwerkingscommissie, die paritair samengesteld is uit leden van de federale regering en van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (artikelen 43 en 44 van het bijzondere wet van 12 januari 1989).

Het gaat er om het bedrag van 125 miljoen euro te consolideren, aangezien het fonds al sinds 2007 ten belope van dat bedrag wordt gespijsd. Tot nu werd de toelage aan het fonds door de wet vastgesteld op 100 miljoen euro. Een bijkomende 25 miljoen euro werd sinds 2007 elk jaar toegekend via een begrotingsruiter. Deze begrotingsruiter is ook voor het begrotingsjaar 2012 voorzien.

Zoals in het verleden kunnen, met toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, eventueel bijkomende middelen worden toegekend.

Artikelen 7 tot 11

Deze artikelen betreffen de oprichting van een begrotingsfonds voor de financiering van de taalpremies. Een voorafneming op de opbrengst van de personenbelasting wordt toegewezen aan dit fonds. Deze voorafneming gebeurt ten belope van 25 miljoen euro vanaf het begrotingsjaar 2012 en wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen.

Het forfaitaire bedrag van 25 miljoen euro stemt overeen met het bedrag van de taalpremies die in 2011 werden toegekend door de Brusselse besturen.

Vanaf 2012 en voor de volgende jaren wordt dit bedrag verdeeld onder de diensten en instellingen bedoeld door de wet die binnen de door de bovenbedoelde wet opgelegde termijn een overzicht hebben ingediend met de ambtenaren die een premie hebben genoten, alsook het hun hiervoor gestorte bedrag, in verhouding tot het aantal ambtenaren per dienst of instelling, en zonder dat het aan elke dienst of instelling gestorte bedrag het aan de ambtenaren betaalde bedrag overschrijdt.

Deze verdeling gebeurt op zodanige wijze dat het volledige jaarbedrag elk jaar wordt verdeeld, voor zover dat bedrag gelijk is aan of lager dan de som van de taalpremies die betaald worden door de door het Fonds begunstigde diensten en instellingen. Concreet betekent dit dat wanneer na de eerste verdeling een saldo overblijft, omwille van de voorwaarde dat het bedrag dat aan elke instelling wordt gestort, niet hoger mag liggen dan het aan de ambtenaren gestorte bedrag, dit saldo bij een tweede ronde wordt verdeeld onder de andere diensten en instellingen, en dit in verhouding tot het aantal ambtenaren die een premie genieten, zonder dat het aan hun betaalde bedrag wordt overschreden. Het saldo wordt in voorkomend geval verder verdeeld tijdens volgende ronden, overeenkomstig deze regels, totdat het is opgebruikt.

Bij de verdeling van de middelen van het fonds wordt enkel rekening gehouden met de houders van een bewijs van kennis van de tweede taal, uitgereikt overeenkomstig de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik der talen in bestuurszaken.

Philippe MOUREAUX.
Dirk CLAES.
Christine DEFRAIGNE.
Bert ANCIAUX.
Marcel CHERON.
Bart TOMMELEIN.
Francis DELPÉRÉE.
Freya PIRYNS.

WETSVOORSTEL


HOOFDSTUK I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II

Wijzigingen van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen

Art. 2

In het opschrift van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de woorden « een Fonds » vervangen door het woord « fondsen ».

Art. 3

In artikel 2, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden « Fonds ter financiering van sommige uitgaven verricht die verbonden zijn met de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel » vervangen door de woorden « Fonds ter financiering van sommige verrichte uitgaven die verbonden zijn aan de veiligheid voortvloeiend uit de organisatie van de Europese Toppen te Brussel, evenals van uitgaven voor veiligheid en preventie die verbonden zijn aan de nationale en internationale hoofdstedelijke functie van Brussel. »

Art. 4

In artikel 3 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, worden de woorden « en 100 000 000 EUR vanaf het begrotingsjaar 2004 » vervangen door de woorden « , 100 000 000 euro vanaf het begrotingsjaar 2004 en 125 000 000 euro vanaf het begrotingsjaar 2013 ».

Art. 5

In artikel 4 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º het eerste lid wordt opgeheven;

2º in het tweede lid dat het eerste lid wordt, worden de woorden « krachtens het voorgaande lid » vervangen door de woorden « krachtens artikel 64ter, § 1, tweede lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten ».

Art. 6

In artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 24 december 2002, wordt de zin « Over de aanwending van de middelen bedoeld in artikel 4 wordt beslist door de federale leden van de Samenwerkingscommissie na advies van de Samenwerkingscommissie. » opgeheven.

Art. 7

In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, met als opschrift : « Hoofdstuk IIbis. Oprichting van een begrotingsfonds Taalpremies ».

Art. 8

In hoofdstuk IIbis, ingevoegd bij artikel 7, wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende :

« Art. 5bis. Met toepassing van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt een begrotingsfonds opgericht voor de financiering van de taalpremies. »

Art. 9

In hetzelfde hoofdstuk IIbis, wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidende :

« Art. 5ter. Een voorafname op de opbrengst van de personenbelasting wordt toegewezen aan het in artikel 5bis bedoelde fonds. Deze voorafneming gebeurt ten belope van 25 miljoen euro vanaf het begrotingsjaar 2012.

Dit basisbedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen op dezelfde wijze als bepaald in artikel 47, § 2, van de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten. »

Art. 10

In hetzelfde hoofdstuk IIbis, wordt een artikel 5quater ingevoegd, luidende :

« Art. 5quater. De uitgaven die ten laste van het fonds bedoeld in artikel 5bis kunnen worden gemaakt zijn toelagen voor de financiering van de taalpremies, ten gunste van :

a) het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de Brusselse agglomeratie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, evenals de instellingen van openbaar nut die van deze instellingen afhangen;

b) de plaatselijke diensten in de zin van artikel 9 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken die gelegen zijn in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

c) de ziekenhuizen die afhangen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

De voorafname bedoeld in artikel 5ter wordt jaarlijks verdeeld onder de in het eerste lid bedoelde diensten en instellingen, die vóór 1 maart van het lopende jaar een overzicht hebben ingediend van hun ambtenaren die tijdens het voorafgaande jaar van een taalpremie hebben genoten alsook het hen hiervoor gestorte bedrag. De verdeling gebeurt in verhouding tot het aantal ambtenaren per dienst of instelling, bedoeld in het eerste lid, en zonder dat het aan elke dienst of instelling gestorte bedrag het aan de ambtenaren betaalde bedrag overschrijdt. Bij de verdeling van de middelen van het fonds wordt er enkel rekening gehouden met de houders van een bewijs van kennis van de tweede taal, toegekend overeenkomstig de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik der talen in bestuurszaken.

Voor het jaar 2012 worden de inkomsten van het fonds verdeeld onder de in het eerste lid bedoelde diensten en instellingen, die vóór 1 oktober 2012 een overzicht hebben ingediend van hun ambtenaren die op 31 december 2011 van een taalpremie hebben genoten, in verhouding tot het aantal van deze ambtenaren.

De Koning kan, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de uitvoeringswijzen van dit artikel vastleggen. ».

HOOFDSTUK III

Wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen

Art. 11

In de tabel die gevoegd is bij de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen, laatst gewijzigd bij de wet van 19 juni 2011, wordt de rubriek 13 — Binnenlandse zaken, aangevuld als volgt :

« Benaming van het organiek begrotingsfonds :

4 — X Fonds voor de financiering van de taalpremies

Aard van de toegewezen ontvangsten :

Een voorafneming op de opbrengsten van de personenbelasting, met toepassing van artikel 5ter van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van Fondsen ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen.

Aard van de gemachtigde uitgaven :

Toelagen aan de Brusselse diensten of instellingen bedoeld in artikel 5quater van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van Fondsen ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen voor de financiering van de taalpremies. »

2 april 2012.

Philippe MOUREAUX.
Dirk CLAES.
Christine DEFRAIGNE.
Bert ANCIAUX.
Marcel CHERON.
Bart TOMMELEIN.
Francis DELPÉRÉE.
Freya PIRYNS.