5-1155/7

5-1155/7

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

13 MAART 2012


Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de mede-eigendom betreft


AMENDEMENTEN


Nr. 3 VAN MEVROUW TAELMAN C.S.

Art. 5/1

Een artikel 5/1 invoegen, luidende :

« Art. 5/1. — In artikel 8 van de wet van 5 augustus 2006 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de elektronische procesvoering wordt, in het ontworpen artikel 46, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, het cijfer« 34 » ingevoegd tussen de woorden « artikelen 33, » en de woorden « 35 en 39 ».

Verantwoording

Zie opmerking dienst wetsevaluatie.

Het huidige artikel 5 houdt geen rekening met de wet van 5 augustus 2006. Artikel 8 van die wet vervangt artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek. Dat artikel 8 treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 januari 2013. De wijziging zoals ze nu wordt aangebracht in artikel 46, zou ook moeten worden aangebracht in artikel 46 zoals het wordt vervangen bij de wet van 5 augustus 2006.

Bovendien dient te worden benadrukt dat het weldegelijk § 1 is die dient gewijzigd te worden en niet § 2 van het artikel 46, zoals in huidig artikel 5 wordt bepaald.

Martine TAELMAN.

Nr. 4 VAN DE HEER VANLOUWE EN MEVROUW STEVENS

Artikel 1/1

Een artikel 1/1 invoegen, luidende :

Artikel 577-5, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1994 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, wordt aangevuld met de volgende zin :

« Zij kiest, voor het ontvangen van betekeningen en kennisgevingen, woonplaats in de woonplaats of de zetel van de syndicus, voor zover deze in België is gelegen. »

Nr. 5 VAN DE HEER VANLOUWE EN MEVROUW STEVENS

Art. 3

Het 1º doen vervallen.

Karl VANLOUWE.
Helga STEVENS.

Nr. 6 VAN MEVROUW TAELMAN C.S.

Art. 3

In dit artikel, het 1º vervangen door wat volgt :

« 1º paragraaf 4, 6º, wordt aangevuld met de volgende zin :

« Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk, moet aangetekende briefwisseling, op straffe van nietigheid, geadresseerd worden aan de woonplaats, of bij ontstentenis daarvan, aan de verblijfplaats of de maatschappelijke zetel van de syndicus en aan de zetel van de vereniging van mede-eigenaars. » »

Verantwoording

In verschillende artikelen van Hoofdstuk III Mede-eigendom wordt melding gemaakt van een aangetekende brief. In een aantal gevallen wordt bepaald dat deze brief moet worden verstuurd naar de syndicus. Dit is met name het geval in de artikelen 577-6, § 2, 577-8, § 3, 577-11, § 2 en 577-11/1.

In die specifieke gevallen is het niet nodig dat de aangetekende briefwisseling ook nog aan de vereniging van mede-eigenaars wordt gericht.

Martine TAELMAN.
Francis DELPÉRÉE.
Guy SWENNEN.
Alain COURTOIS.
Christine DEFRAIGNE.
Philippe MAHOUX.
Ahmed LAAOUEJ.
Sabine de BETHUNE.

Nr.7 VAN MEVROUW de BETHUNE

Art. 3

In dit artikel, het punt 1º doen vervallen.

Verantwoording

De nieuwe regeling voor het versturen van aangetekende briefwisseling, zoals voorzien in het nieuwe artikel 3, 1º van het wetsontwerp, lijkt meer onduidelijkheid en administratieve lasten te scheppen dan dat deze problemen oplost.

Artikel 577-8, § 4, 6º bepaalt momenteel dat de syndicus de vereniging van mede-eigenaars zowel in rechte als voor het beheer van de gemeenschappelijke zaken vertegenwoordigt.

Hier voegt artikel 3, 1º van het wetsontwerp aan toe : « Op straffe van nietigheid moet aangetekende briefwisseling worden geadresseerd aan de woonplaats of bij ontstentenis daarvan, aan de verblijfplaats of de maatschappelijke zetel van de syndicus en aan de zetel van de vereniging van mede-eigenaars. »

Deze toevoeging schept heel wat problemen :

1º juridisch-technisch : de plaats van de toevoeging : men voegt de regeling toe op een plaats waar de bevoegdheden van de syndicus geregeld worden en meer in het bijzonder het principe van de vertegenwoordiging in rechte door de syndicus. Het versturen van briefwisseling is een ander punt.

2º de aangetekende brief moet geadresseerd worden (1) aan de woonplaats van de syndicus of bij gebreke hieraan aan de verblijfplaats of de maatschappelijke zetel van de syndicus én (2) aan de zetel van de vereniging van mede-eigenaars.

a) administratieve last en kost voor de contractant :

Een contractant dient telkens de verschillende plaatsen na te gaan, met name of de syndicus een woonplaats heeft : dan moet de aangetekende brief « op straffe van nietigheid » naar daar verzonden worden.

Heeft de syndicus geen woonplaats (de vraag is in welke situatie dit niet het geval is), dan moet de contractant hem « op straffe van nietigheid » aanschrijven op het adres van de verblijfplaats of de maatschappelijke zetel van de syndicus.

Wat zijn de gevolgen voor de contractant als hij de syndicus aanschrijft op het adres dat door de syndicus als correspondentieadres is doorgegeven, bijvoorbeeld als op de briefwisseling van de syndicus het adres van de maatschappelijke zetel is weergegeven, die echter niet met de woonplaats overeenstemt ? In dit geval lijkt de tekst van het wetsontwerp de nietigheid voor te schrijven.

Daarnaast zal de contractant ook steeds de zetel van de mede-eigendom dienen na te gaan en daar een aangetekend schrijven naar richten, zo niet dreigt opnieuw de nietigheid.

Het verzenden van twee aangetekende brieven betekent een bijkomende kost voor de correspondent (zowel portkosten als administratiekost).

b) wat als de syndicus een mede-eigenaar is ?

De wet voorziet in dat geval toch dat er twee aangetekende brieven moeten verstuurd worden, zowel naar de syndicus zelf, als aan de zetel van de vereniging van mede-eigenaars, waarvan de syndicus de wettelijke vertegenwoordiger is. In dit geval moet de contractant dezelfde aangetekende brief tweemaal naar hetzelfde adres sturen.

c) wie is op de zetel van de vereniging van mede-eigenaars gemachtigd om aangetekende zendingen te ontvangen ?

Om aangetekende zendingen namens een rechtspersoon te mogen ontvangen, dient de persoon die de zending in ontvangst wenst te nemen te beschikken over een postvolmacht. De wettelijke vertegenwoordiger is de syndicus, en hij is dus wettelijk gemachtigd om namens de vereniging van mede-eigenaars aangetekende zendingen in ontvangst te nemen. Hij krijgt reeds de aangetekende brief, doordat er telkens één aangetekende brief rechtstreeks aan de syndicus moet worden toegestuurd.

Het wetsontwerp schrijft voor dat er ook een aangetekende brief dient te worden verstuurd naar de zetel van de vereniging van mede-eigenaars. Omdat dit een rechtspersoon is, zal de postbode die zich ter plaatse aanmeldt pas de aangetekende brief mogen overhandigen aan de bevoegde persoon indien hij over een postvolmacht beschikt.

Op de website van « bpost » staat daaromtrent vermeld dat « om deze zekerheid [van de correcte afgifte van een aangetekende zending] te garanderen, bpost onderworpen [is] aan wettelijke regels waarvan het niet mag afwijken. Daarom mag bpost een aangetekende zending op naam van een organisatie (bedrijf, vereniging, etc.) enkel overhandigen aan :

— een persoon die wettelijk gezien aangetekende zendingen op naam van zijn organisatie mag ontvangen. Die moet deze hoedanigheid wel bewijzen aan de hand van een officieel document.

— een persoon die een volmacht heeft gekregen om één specifieke zending of alle aangetekende zendingen op naam van zijn organisatie te ontvangen.

Om de identificatie als volmachthouder te vergemakkelijken, voorziet bpost in de mogelijkheid om een postvolmachtkaart aan te schaffen. Momenteel bedraagt de kost voor zo'n volmachtkaart 35 euro voor een periode van drie jaar.

De indieners van dit amendement stellen zich de vraag of dit systeem in de praktijk zal werken, daar waar reeds geopperd wordt dat het vaak praktisch onmogelijk is om een regeling te treffen met betrekking tot de goede bezorging van de gewone briefwisseling aan de vereniging van mede-eigenaars.

Het wetsontwerp verplicht elke mede-eigendom een bewoner van het gebouw als volmachthouder aan te duiden om de aangetekende zendingen in ontvangst te nemen, of desgevallend zich naar het postkantoor dient te begeven om de zending op te halen, of bij gebreke aan een specifieke volmachthouder dat de syndicus alsnog deze aangetekende zending zou afhalen. Dit wil opnieuw zeggen dat de syndicus zelf twee maal een aangetekende brief zal moeten in ontvangst nemen.

De vraag is of deze regeling wel degelijk een verbetering betekent en werkelijk een oplossing biedt aan het voorliggend probleem.

d) de sanctie van de nietigheid :

Een bijkomend probleem is dat de regeling gesanctioneerd wordt met het voorschrijven van de nietigheid. Hoewel het om een relatieve nietigheid lijkt te gaan (cf. artikel 860 en volgende van het Gerechteljik Wetboek), kan dit toch in de praktijk tot bepaalde problemen leiden.

e) belang voor de termijnen :

Artikel 53bis van het Gerechtelijk Wetboek schrijft de aanvangsdatum voor op dewelke de termijnen beginnen te lopen ingeval een kennisgeving per aangetekend schrijven gebeurt.

Bij een gewoon aangetekend schrijven geldt de regel dat de termijn begint te lopen vanaf de derde werkdag na de overhandiging van de brief aan de postdienst. Voor zover de aangetekende brieven op dezelfde dag zijn verzonden, stelt er zich geen probleem.

Bij een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, kan er zich wel een probleem stellen, daar de termijn begint te lopen vanaf de eerste dag volgend op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of in voorkomend geval de verblijfplaats of de gekozen woonplaats. Hier kan er zich dus wel een probleem stellen indien de verschillende brieven op een verschillende datum worden aangeboden aan de geadresseerden. Welke datum geldt dan voor het lopen van de termijnen ?

Om al deze redenen stelt de indienster van dit amendement voor de voorziene regeling te schrappen en zoals nu reeds het geval is, de vereniging van mede-eigenaars zelf te doen beslissen over de meest adequate wijze van organisatie van een goede ontvangst van brieven. Wanneer de syndicus problemen ondervindt met de goede ontvangst van de briefwisseling, kan hij hierover afspraken maken met de vereniging van mede-eigenaars, die eventueel de statuten van de mede-eigendom met een uitgewerkte regeling kan aanvullen.

Sabine de BETHUNE.