2-695/6

2-695/6

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

14 MAART 2002


Wetsvoorstel betreffende het onderzoek op embryo's in vitro


AMENDEMENTEN


Nr. 71 VAN MEVROUW van KESSEL

Art. 4

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 4. ­ § 1. Creatie van embryo's in vitro voor onderzoek is verboden, behalve indien cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan :

1º de doelstelling van het onderzoek kan feitelijk noch wetenschappelijk worden bereikt door onderzoek op overtallige embryo';

2º de doelstelling van het onderzoek betreft :

a) de verbetering van de technieken op het domein van de vruchtbaarheid;

b) de behandeling van infertiliteit;

c) het opsporen van de oorzaken van congenitale ziekten;

d) de verbetering van effectieve technieken in de beheersing van de conceptie;

e) het ontwikkelen van methodes om de aanwezigheid van genetische of chromosomale afwijkingen op embryo's te ontdekken alvorens ze ingeplant zijn;

3º de betrokkenen geven voorafgaandelijk hun vrije, geïnformeerde en schriftelijke toestemming voor de aanwending van de gameten voor de creatie van embryo's voor onderzoeksdoeleinden;

4º er is een goedkeuring door de Federale Commissie voor medisch wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro zoals bedoeld in artikel 9;

5º er is voldaan aan de voorwaarden bepaald in deze wet.

§ 2. Creatie van embryo's in vitro voor stamcelonderzoek is absoluut verboden. »

Verantwoording

De bescherming van het embryo in vitro wordt in een verbod vertaald. Dit verbod is absoluut en de wettelijke beperkingen dienen restrictief geïnterpreteerd te worden.

Een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de creatie voor onderzoeksdoeleinden in het kader van de voortplantings- en erfelijkheidsproblematiek (een gezond kind op de wereld zetten) en de creatie met het oog op het onderzoek van embryonale stamcellen (therapeutisch klonen).

In beide gevallen wordt een verbod ingesteld.

De creatie voor onderzoeksdoeleinden in het kader van de voortplantings- en erfelijkheidsproblematiek : een principieel verbod en een beperkende afwijking met strenge procedure (neen, tenzij »). Indien aan een aantal restrictief te interpreteren voorwaarden voldaan wordt, kan de creatie voor deze onderzoeksdoeleinden gerechtvaardigd zijn :

a) de doelstelling van het onderzoek kan feitelijk noch wetenschappelijk bereikt worden met onderzoek op overtallige embryo's.

Vooreerst is er het onderzoek met overtallige embryo's die in het kader van een zwangerschap ter beschikking werden gesteld door het betrokken koppel. Het speciaal tot stand brengen van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek betekent een grotere inbreuk op het respect voor het menselijk leven, dan wetenschappelijk onderzoek met embryo's die na een in vitro-behandeling (fertiliteitsbehandeling) overblijven en anders toch teloor zullen gaan.

b) « informed consent » van degene die gameten ter beschikking stellen : de geïnformeerde toestemming van het betrokken koppel of vrouw.

Bovendien dient de ter beschikkingstelling om niet te zijn; dit om de kans op commercialisering uit te sluiten.

c) er moet steeds een positief advies van het plaatselijk ethisch comité zijn en de verplichte goedkeuring door de federale commissie.

De creatie van embryo's om embryonale stamcellen te bekomen : een absoluut verbod. Vertrekkende vanuit de bescherming van het beginnend menselijk leven kan men niet toestaan dat embryo's worden gecreëerd om embryonale stamcellen te bekomen, zolang er mogelijke alternatieven zijn. Want dan kiest men voor hetgeen ethisch het minst verantwoord is.

In de huidige stand van de wetenschap zou hetzelfde resultaat kunnen bereikt worden op een alternatieve manier. En deze alternatieven lijken ethisch minder onaanvaardbaar te zijn. Zo kan er met restembryo's al heel wat onderzoek gedaan worden op de mogelijkheid om van embryonale stamcellen verschillende weefsels te maken. Ook onderzoek met foetaal weefsel, volwassen stamcellen, en onderzoek met navelstrengbloed kan een alternatief zijn.

Ingrid van KESSEL.

Nr. 72 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW van KESSEL

Art. 4

In dit artikel een § 2 toevoegen, luidend als volgt :

« Het stimuleren van een vrouw met als enige doel eicellen te bekomen voor wetenschappelijk onderzoek is verboden, tenzij een wetenschappelijke verantwoording de noodzaak aantoont en mits goedkeuring ervan door de lokale en federale ethische commissie. »

Patrik VANKRUNKELSVEN.
Ingrid van KESSEL.

Nr. 73 VAN DE HEER REMANS

(Subamendement op zijn amendement nr. 50)

Art. 4

Aan het voorgestelde eerste lid van dit artikel een c) toevoegen, luidend als volgt :

« c) het verrichten van wetenschappelijk onderzoek met die embryo's, toelaatbaar volgens deze wet. »

Verantwoording

Er zouden juridische problemen zijn als een onderscheid zou worden gemaakt tussen het cultiveren van de cellen in se en het wetenschappelijk onderzoek op zich.

Nr. 74 VAN DE HEER REMANS

(Subamendement op zijn amendement nr. 50)

Art. 4

A. Het voorgestelde tweede lid van dit artikel doen vervallen.

B. Het voorgestelde vierde lid van dit artikel vervangen als volgt :

« Indien voor het verkrijgen van de cellen een invasieve ingreep bij de betrokkene noodzakelijk is, wordt deze ingelicht over de risico's en de bezwaren daarvan door diegene die de ingreep verricht.

De ter beschikkingstelling gebeurt schriftelijk en om niet, en slechts nadat de personen zijn ingelicht voor welke doeleinden de geslachtscellen en/of de embryo's worden gebruikt en gedurende welke termijn ze daarvoor zullen bewaard worden.

De inlichtingen worden op zodanige wijze verstrekt dat de betrokkenen deze informatie hebben begrepen. De betrokkenen krijgen een redelijke tijd om te bedenken dat een overwogen beslissing over de terbeschikkingstelling kan genomen worden. Voor zover de cellen niet gebruikt zijn kan de terbeschikkingstelling te allen tijde herroepen zonder opgave van redenen door de betrokkenen of één van de betrokkenen. Bij verschil van mening tussen de betrokkenen kan de terbeschikkingstelling niet plaats grijpen.

Degenen die ze ter beschikking stellen en degenen die de cellen bewaren kunnen gezamenlijk schriftelijk de doeleinden wijzigen en de termijn van bewaring verlengen.

Degenen die de cellen bewaren, laten de cellen teloorgaan bij het verstrijken van de termijn waarvoor zij ter beschikking zijn gesteld indien deze terbeschikkingstelling niet herroepen is voor andere doeleinden en/of een andere termijn. Als degenen die de cellen bewaren vernemen dat een van de betrokkenen is overleden, zullen zij de cellen laten teloorgaan, tenzij de overledene uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven voor gebruik na zijn overlijden.

Verantwoording

De procedure voor afname, bewaring, terbeschikkingstelling is overeenkomstig de inhoud van de indieners van het wetsontwerp, maar de hele problematiek dienaangaande is onder één enkel artikel gezet, waarnaar verwezen wordt in artikel 8 dat de zorg en de verantwoordelijkheid omschrijft van degenen die mag beschikken over de cellen bij het uitvoeren van de onderzoeken.

Nr. 75 VAN DE HEER REMANS

(Subamendement op zijn amendement nr. 54)

Art. 5bis (nieuw)

In de eerste paragraaf van het voorgestelde artikel, na de woorden « is toegestaan » de woorden « vanaf de inplanting van het embryo in de baarmoeder tot aan het einde van de twaalfde week » toevoegen.

Verantwoording

Volgens de Belgische wetgeving zouden drie aparte regimes kunnen opgericht worden vanaf de bevruchting tot aan de geboorte, namelijk

­ de eerste veertien dagen in de ontwikkeling van een embryo,

­ vanaf de inplanting van het embryo in de baarmoeder tot aan het einde van de twaalfde week na de bevruchting (zie artikel 2 van de Belgische wet van 3 april 1990 op de zwangerschapsafbreking),

­ en vanaf de twaalfde week na de bevruchting tot de geboorte.

Het is in het algemeen belang grenzen te bepalen die moeten zorgen voor het eerbiedigen van het embryo en die getuigen van een verantwoordelijke houding, in het bijzonder tegenover het kind dat er tenslotte uit opgroeit. Eerbied voor het embryo is van het grootste belang en heeft een specifieke symbolische betekenis omdat het menselijk is, zowel voor als na implantatie. Aan de andere kant wordt erop gewezen dat het embryo niet de mogelijkheid heeft om zich tot een foetus te ontwikkelen, en daarna tot een kind tenzij het in de baarmoeder getransfereerd wordt. Daarom meen ik dat, de verschillende houdingen tegenover het statuut en de natuur van het embryo in acht genomen, dit vóór implantatie wel anders mag behandeld worden dan erna. In alle gevallen is men gehouden aan eerbied voor het menselijk embryo.

Nr. 76 VAN DE HEER REMANS

(Subamendement op zijn amendement nr. 13)

Art. 7

Na het voorgestelde vierde lid van dit artikel, een nieuw lid toevoegen, luidend als volgt :

« De plaatselijke ethische commissie brengt zijn advies uit binnen een termijn van 60 dagen vanaf de adviesaanvraag. »

Verantwoording

1. De noodzaak van een advies voor Federale Commissie is aangegeven.

2. Een termijn van zestig dagen volstaat voor het advies van het lokaal ethisch comité, aangezien uiteindelijk de beslissing van de Federale Commissie doorslaggevend is. Elk onderzoek moet onafhankelijk en uniform getoetst worden in de Federale Commissie.

Over het geheel is er een ordening van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden :

Artikel 7 : verantwoordelijkheid inrichter onderzoek en advies lokaal ethisch comité.

Artikel 8 : verantwoordelijkheid uitvoerder onderzoek.

Artikel 9 : Federale Commissie :

­ Opdracht en bevoegdheid;

­ Verhouding tot lokaal ethisch comité tot de minister en de Wetgevende Kamers.

Nr. 77 VAN DE HEER REMANS

(Subamendement op zijn amendement nr. 13)

Art. 7

Vóór het laatste lid van dit artikel een nieuw lid invoegen, luidend als volgt :

« Elke onderzoeker bezorgt uiterlijk op 30 april van elk jaar aan de Federale Commissie een verslag waarin de voortgang van zijn onderzoek beschreven wordt.

Dit verslag vermeldt :

1º het doel, de methodologie en de duur van het onderzoek;

2º de wijze waarop de bepalingen van deze wet worden nageleefd;

3º de adviesaanvraag en het advies van het plaatselijk ethisch comité, en

4º de voortgang van het onderzoek. »

Verantwoording

De tekst van artikel 11 van het wetsvoorstel wordt verplaatst naar artikel 7 als voorlaatste lid. Artikel 7 omvat immers de verantwoordelijkheden van degene die het onderzoek verricht.

Nr. 78 VAN DE HEER REMANS

Art. 11

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 77.

Nr. 79 VAN DE HEER REMANS

(Ter vervanging van zijn amendement nr. 14)

Art. 8

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 8. ­ Degene die het wetenschappelijk onderzoek uitvoert, draagt de zorg en de verantwoordelijkheid :

1º dat de persoonlijke levenssfeer zoveel mogelijk wordt beschermd van degenen van wie de geslachtscellen afkomstig zijn en van degenen die het embryo ter beschikking hebben gesteld;

2º dat de terbeschikkingstelling en de bewaring van de geslachtcellen of embryo's gebeurd is volgens artikel 4;

3º dat, alvorens de uitvoering van het onderzoek een aanvang neemt, degenen wier beroepsmatige medewerking nodig is bij de uitvoering van het onderzoek over de aard en het doel van het onderzoek, zijn ingelicht en akkoord zijn met het onderzoek en het handelen. »

Verantwoording

Ik ben van oordeel dat eerbied voor de autonomie van elkeen in onze multiculturele samenleving impliceert dat, enerzijds, de instemming tot medewerking moet bekomen worden van de teamleden (van afdelingen reproductieve geneeskunde) en dat, anderzijds, moet vermeden worden te refereren naar religieuze geloofsargumenten betreffende de natuur en het statuut van de zygoot, het embryo en alle intermediaire pre-implantatiestadia. Het is daarbij essentieel dat de persoonlijke overtuigingen van alle deelnemers (toekomstige ouders, gameetdonoren, leden van het medisch en verzorgend team) geëerbiedigd worden.

Jan REMANS.

Nr. 80 VAN MEVROUW DE ROECK EN DE HEER GALAND

Art. 5

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. Het 3º aanvullen met de woorden « , of donoren geld aan te bieden voor het leveren van gameten of ander menselijk celmateriaal, anders dan een vergoeding van de reëel gemaakte kosten »;

B. Het 4º vervangen als volgt :

« 4º Onderzoek of behandelingen uit te voeren die gericht zijn op geslachtsselectie van het embryo, met uitzondering van de selectie ter voorkoming van levensbedreigende, geslachtsspecifieke genetische en aangeboren ziekten »;

C. Een 5º toevoegen, luidend als volgt :

« 5º Onderzoek of behandelingen uit te voeren die tot doel hebben het menselijke ras te verbeteren. »

Verantwoording

Dit amendement dient om alle (onderzoeks)handelingen met embryo's te omvatten, die als ethisch onaanvaardbaar worden gezien.

Elke vorm van geslachtsselectie, anders dan ter voorkoming van een levensbedreigende genetisch bepaalde ziekte, is verwerpelijk.

Hier wordt rekening gehouden met het stimuleren van een vrouw met als doel eicellen te bekomen. Het is een realiteit dat deze behandeling werkverlet tot gevolg kan hebben. Het amendement laat toe dat (analoog bij spermadonatie) een compensatie kan gegeven worden voor dit eventuele werkverlet.

Nr. 81 VAN MEVROUW DE ROECK EN DE HEER GALAND

Art. 8

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. Het eerste streepje van het tweede lid aanvullen met de woorden « of de behandeling »;

B. In het tweede streepje van het tweede lid, tussen de woorden « ethisch comité » en de woorden « is uitgebracht », de woorden « en de Federale Commissie » invoegen;

C. In het derde lid, tussen de woorden « het onderzoek » en de woorden « en dat zij hun toestemming te allen tijde kunnen intrekken », de woorden « en/of de behandeling » invoegen.

Verantwoording

Voor elk project dat door het plaatselijk ethisch comité goedgekeurd werd moet er ook een goedkeuring volgen door de Federale Commissie alvorens het uitgevoerd kan worden.

Het stimuleren van een vrouw en het oppikken van eicellen voor de aanmaak van embryo's is een specifieke behandeling waarover ook duidelijk geïnformeerd moet worden in begrijpelijke taal en met de vermelding van de mogelijke ongemakken die het kan teweeg brengen.

Jacinta DE ROECK.
Paul GALAND.

Nr. 82 VAN MEVROUW DE ROECK

(Subamendement op amendement nr. 3)

Art. 4

De voorgestelde § 2 van dit artikel vervangen als volgt :

« § 2. Het stimuleren van een vrouw met als enige doel eicellen te bekomen voor wetenschappelijk onderzoek is verboden, tenzij een wetenschappelijke verantwoording de noodzaak aantoont en mits de goedkeuring ervan door het plaatselijk ethisch comité en de Federale Commissie. »

Jacinta DE ROECK.