2-778/5

2-778/5

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

14 NOVEMBER 2001


Wetsontwerp tot invoering van de werkstraf als autonome straf in correctionele zaken en in politiezaken


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 39 VAN DE HEER DUBIÉ

Art. 3

In het voorgestelde artikel 37quater, § 2, de woorden « kunnen het openbaar ministerie, de onderzoeksrechter, de onderzoeksgerechten en de vonnisgerechten aan een afdeling van de Dienst justitiehuizen van het ministerie van Justitie van het gerechtelijk arrondissement van de woonplaats van de inverdenkinggestelde, de beklaagde of de veroordeelde de opdracht geven » vervangen door de woorden « geven het openbaar ministerie, de onderzoeksrechter, de onderzoeksgerechten en de vonnisgerechten aan een afdeling van de Dienst justitiehuizen van het ministerie van Justitie van het gerechtelijk arrondissement van de woonplaats van de inverdenkinggestelde, de beklaagde of de veroordeelde de opdracht ».

Verantwoording

De rechterlijke instanties moeten verplicht worden de justitiehuizen de opdracht te geven een voorlichtingsverslag op te stellen of een maatschappelijke enquête uit te voeren opdat de rechter met kennis van zaken een werkstraf kan opleggen. Het beknopt voorlichtingsverslag en de maatschappelijke enquête zijn immers bedoeld als evaluatie van de fysieke en intellectuele vermogens van de beklaagde om dergelijk werk uit te voeren. Zij moeten ook helpen bij het bepalen van de manieren waarop het werk uitgevoerd kan worden. Als dit verslag of deze enquête ontbreekt, kan de rechter dienstverlening opleggen zonder rekening te houden met de sociale situatie van de beklaagde. Dat verhoogt de kans dat de maatregel niet het gewenste effect bereikt.

Nr. 40 VAN DE HEER DUBIÉ

Art. 3

In het eerste lid van § 3 van het voorgestelde artikel 37quinquies, de woorden « De justitieassistent bepaalt de concrete invulling van de straf, met naleving van de aanwijzingen bedoeld in artikel 37ter, § 4 » vervangen door de woorden « De justitieassistent werkt de concrete invulling van de straf uit in overleg met de veroordeelde ».

Verantwoording

Duidelijk moet zijn dat de justitieassistent de concrete invulling van de straf niet moet bepalen maar die uitwerken in overleg met de veroordeelde. Er zij op gewezen dat de justitieassistent niet op eigen initiatief optreedt maar daartoe een opdracht krijgt. Dit amendement wil eveneens artikel 37quinquies in overeenstemming brengen met amendement nr. 5.

Nr. 41 VAN DE HEER DUBIÉ

Art. 3

In het voorgestelde artikel 37quinquies, § 4, het vierde lid vervangen als volgt :

« In dit geval kan het openbaar ministerie de betrokkene dagvaarden voor de rechtbank die de dienstverlening gekoppeld heeft aan een gevangenisstraf of een vervangende geldboete teneinde deze laatste uitvoerbaar te maken, waarbij rekening gehouden wordt met de werkstraf die reeds door de veroordeelde is uitgevoerd. »

Verantwoording

Het is wenselijk dit lid te schrappen, teneinde te voorkomen dat het openbaar ministerie de vervangende straf doet ten uitvoer leggen wanneer de voorwaarden van de dienstverlening niet worden nageleefd. De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf of van de vervangende geldboete behoort immers tot de exclusieve bevoegdheid van de rechter. Deze oplossing is geënt op de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie die gewijzigd werd in 1994 teneinde de automatische herroeping van het uitstel bij niet-naleving van de voorwaarden af te schaffen. Deze oplossing geldt overigens slechts tijdelijk in afwachting van de installatie van de strafuitvoeringsrechtbank.

Nr. 42 VAN DE HEER DUBIÉ

Art. 11

In het voorgestelde artikel 11, eerste lid, de woorden « Met uitzondering van de artikelen 4, 7 en 8 » doen vervallen.

Verantwoording

Om de eenvormigheid van de zogezegd alternatieve maatregelen te waarborgen, moet nu al worden voorkomen dat het oude en het nieuwe systeem naast elkaar gaan bestaan. Zo niet kan deze situatie voor verwarring zorgen bij de gerechtelijke actoren en de bevolking. Bovendien kunnen absurde situaties ontstaan, waarin iemand bijvoorbeeld veroordeeld wordt tot een werkstraf met probatieuitstel, waarbij de probatievoorwaarde erin bestaat dienstverlening te verrichten. Bovendien menen de practici, in tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, dat de afschaffing van de dienstverlening in het kader van de strafbemiddeling niet de doodsteek betekent voor die laatste. De doelstellingen van strafbemiddeling zijn niet echt verenigbaar met de dienstverlening aangezien ­ nog afgezien van de mogelijke juridische problemen ­ in dat geval het openbaar ministerie beslist over de « straf », wat tot de exclusieve bevoegdheid van de rechter behoort.

Josy DUBIÉ.

Nr. 43 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEERVANDENBERGHE

Art. 3

Paragraaf 1 van het voorgestelde artikel 37ter aanvullen als volgt :

« De werkstraf mag niet worden uitgesproken voor de feiten die van aard zijn dat ze moeten gestraft worden met als hoofdstraf een correctionele gevangenisstraf van meer dan twee jaar. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 30.

Mia DE SCHAMPHELAERE.
Hugo VANDENBERGHE.

Nr. 44 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE

Art. 3

Het voorgestelde artikel 37quater, § 2, aanvullen als volgt :

« Het openbaar ministerie gelast een sociale enquête of een beknopt voorlichtingsverslag over het gedrag en de omgeving van de beklaagde wanneer een autonome straf gevorderd wordt. »

Verantwoording

Wanneer het openbaar ministerie een autonome straf wenst in een bepaald dossier, is het wenselijk dat het een sociale enquête of een beknopt voorlichtingsverslag gelast om de bodemrechter een volledige informatie te kunnen verschaffen.

Mia DE SCHAMPHELAERE.

Nr. 45 VAN MEVROUW NYSSENS C.S.

Art. 3

In het voorgestelde artikel 37ter, § 3, eerste lid, de woorden « met kennis van zaken » vervangen door de woorden « behoorlijk ingelicht over de voorgestelde straf, ».

Verantwoording

Het amendement strekt ertoe te bepalen dat de beklaagde zijn instemming geeft nadat hij behoorlijk is ingelicht over de voorgestelde straf.

Clotilde NYSSENS.
Mia DE SCHAMPHELAERE.
Meryem KAÇAR.

Nr. 46 VAN MEVROUW NYSSENS C.S.

Art. 3

In het voorgestelde artikel 37quinquies, § 3, tussen de woorden « De justitieassistent bepaalt » en de woorden « de concrete invulling van de straf », de woorden « na de veroordeelde gehoord te hebben en rekening houdend met diens opmerkingen, » invoegen.

Verantwoording

Wanneer de veroordeelde de straf aanvaardt, is de kans groter dat de straf wordt uitgevoerd en dat de veroordeelde ook iets bijleert.

Clotilde NYSSENS.
Meryem KAÇAR.
Martine TAELMAN.
Jean-François ISTASSE.
Nathalie de T' SERCLAES.
Myriam VANLERBERGHE.

Nr. 47 VAN MEVROUW TAELMAN C.S.

(Subamendement op amendement nr. 24 van de regering)

Art. 3

In het voorgestelde artikel 37quinquies, § 3, tweede lid, na de woorden « , het openbaar ministerie » de woorden « , de probatiecommissie en in voorkomend geval de raadsman van de veroordeelde » invoegen.

Verantwoording

Indien de veroordeelde een advocaat heeft dient ook deze, op een eenvoudige wijze en met een minimum aan formaliteiten, verwittigd te worden van de concrete inhoud van de straf.

Martine TAELMAN.
Jean-François ISTASSE.
Nathalie de T' SERCLAES.
Josy DUBIÉ.
Myriam VANLERBERGHE.