SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
4 octobre 2013 4 oktober 2013
________________
Question écrite n° 5-10031 Schriftelijke vraag nr. 5-10031

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Criminalité informatique - Appareils mobiles - Sécurisation - Tableau général Cybercrime - Mobiele toestellen - Beveiliging - Overzicht 
________________
criminalité informatique
téléphone mobile
protection des données
virus informatique
communication mobile
computercriminaliteit
mobiele telefoon
gegevensbescherming
computervirus
mobiele communicatie
________ ________
4/10/2013Verzending vraag
24/10/2013Antwoord
4/10/2013Verzending vraag
24/10/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10013
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10014
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10015
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10016
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10017
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10018
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10019
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10020
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10021
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10022
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10023
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10024
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10025
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10026
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10027
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10028
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10029
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10030
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10013
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10014
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10015
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10016
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10017
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10018
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10019
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10020
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10021
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10022
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10023
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10024
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10025
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10026
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10027
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10028
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10029
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10030
________ ________
Question n° 5-10031 du 4 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10031 d.d. 4 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis ces dernières années, la criminalité informatique progresse dans le monde entier. Les ordinateurs en ont été les premières victimes mais plusieurs experts remarquent que les criminels informatiques déplacent leur activité vers les appareils mobiles (téléphones cellulaires, tablettes,…). Il ressort ainsi du Rapport Norton 2013, un rapport de référence sur la sécurité informatique, que quelque 48 pour cent des utilisateurs de smartphones et de tablettes ne prennent aucune mesure en vue d'assurer la protection de leur appareil mobile. C'est pourtant à conseiller parce que les hackers peuvent y trouver accès à toutes sortes de données personnelles et professionnelles

J'aimerais poser les questions suivantes :

1) A-t-on déjà constaté durant ces trois dernières années des infections de smartphones ou de tablettes par un virus, un maliciel, un logiciel espion, etc. ? Pouvez-vous communiquer le nombre de ces constats ?

2) Avez-vous une idée du nombre de membres du personnel qui ont accès via leur smartphone ou leur tablette à des données professionnelles (par exemple sur le nuage informatique) ? Pouvez-vous communiquer ce nombre ?

3) Si ce n'est pas le cas : estimez-vous nécessaire de mieux cartographier l'usage de smartphones et de tablettes par votre personnel, puisque ces appareils mobiles peuvent donner à des cybercriminels l'accès à des données professionnelles ? Pouvez-vous expliquer votre choix ?

4) Surveille-t-on la connexion des tablettes et des smartphones au système informatique du travail ? Pourquoi le fait-on ou ne le fait-on pas ?

5) Si vos services reçoivent de l'information sur la sécurité informatique et sur les dangers, accorde-t-on aussi de l'attention à la sécurité des appareils mobiles, comme les tablettes et les smartphones ? Si oui, de quelle façon ? Si non, ne pensez-vous pas que cela soit nécessaire ?

6) Connaissez-vous le nombre de membres du personnel qui ont reçu une tablette ou un smartphone de leur employeur ? Pouvez-vous communiquer ces chiffres ?

7) Vos informaticiens sont-ils suffisamment au courant de cette tendance ? Si non, ne pensez-vous pas que ce soit nécessaire ? Si oui, de quelle manière y réagissent-ils ?

 

De jongste jaren is cybercrime aan een ware opmars bezig over de hele wereld. Daar waar voorheen vooral computers het primaire slachtoffer van deze criminelen waren, merken verschillende experts op dat cybercriminelen hun activiteit ook naar de mobiele toestellen (gsm , tablet, …) verplaatsen. Uit het zogenaamde Norton Report 2013, een toonaangevend rapport inzake cyberbeveiliging, blijkt dat zo'n 48 % van de smartphone- en tabletgebruikers geen maatregelen neemt om hun mobiele toestellen te beveiligen. Dit valt toch aan te raden, omdat hackers mogelijk hierdoor toegang hebben tot allerlei persoonlijke en professionele data.

Graag had ik volgende vragen gesteld:

1) Zijn er de jongste drie jaar reeds vaststellingen gedaan met betrekking tot besmette smartphones of tablets door een virus/malware/spyware/enz.? Kunt u deze cijfers meedelen?

2) Hebt u een beeld van het aantal personeelsleden die via hun smartphone of tablet toegang hebben tot professionele data (bijvoorbeeld via cloud computing)? Kunt u deze cijfers meedelen?

3) Indien neen op de vorige vraag: acht u het nodig om het gebruik van smartphones en tablets door uw personeel beter in kaart te brengen, aangezien hun toestellen mogelijk een toegangspoort voor cybercriminelen kunnen zijn naar professionele gegevens? Kunt u toelichten waarom wel of niet?

4) Wordt er toegezien op de koppeling van tablets of smartphones met de informatica van op het werk? Waarom wel of niet?

5) Indien uw diensten informatie krijgen over het beveiligen van de informatica en de gevaren hieromtrent, is er dan ook aandacht voor de beveiliging van mobiele apparaten, zoals tablets of smartphones? Indien ja, op welke manier? Indien neen, acht u dit nodig?

6) Hebt u cijfers over het aantal personeelsleden die een smartphone of tablet gekregen hebben van hun werkgever, en kunt u deze cijfers meedelen?

7) Zijn uw informatici voldoende op de hoogte van deze trend? Indien neen, is dit volgens u noodzakelijk? Indien ja, op welke manier spelen zij hierop in?

 
Réponse reçue le 24 octobre 2013 : Antwoord ontvangen op 24 oktober 2013 :

En tant que secrétaire d’État à la fraude fiscale et sociale, je ne dispose pas d’un Service public fédéral.

Als staatssecretaris voor de bestrijding van de Sociale en de Fiscale fraude beschik ik niet over een Federale Overheidsdienst.