5-1733/1 | 5-1733/1 |
19 JULI 2012
Dit voorstel tot herziening van de Grondwet moet samen worden gelezen met de andere hiermee gelijktijdig in het Parlement ingediende voorstellen tot herziening van de artikelen 43, 44, 46, 56, 57, 64, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 119 en 167 van de Grondwet (Stukken Senaat, nrs. 5-1720/1; 5-1721/1; 5-1722/1; 5-1731/1; 5-1732/1; 5-1723/1; 5-1724/1; 5-1725/1; 5-1726/1; 5-1727/1; 5-1728/1; 5-1729/1; 5-1734/1; 5-1737/1; 5-1738/1; 1735/1; 5-1736/1; 5-1739/1; 5-1740/1; 5-1741/1; 5-1742/1; 5-1730/1; 5-1743/1). De toelichting bij het voorstel tot herziening van artikel 43 (Stuk Senaat, nr. 5-1720/1) geeft een overzicht van de gehele hervorming van het tweekamerstelsel.
Overeenkomstig de verklaring tot herziening van de Grondwet van 7 mei 2010 (Belgisch Staatsblad 7 mei 2010) is de tweede zin van het tweede lid van artikel 100 van de Grondwet voor herziening vatbaar.
De aangepaste verdeling van de bevoegdheden tussen Kamer en Senaat leidt ertoe dat de Senaat niet langer zal beschikken over het recht van onderzoek (cf. voorstel tot herziening van artikel 56 van de Grondwet — Stuk Senaat, nr. 5-1731/1). Artikel 100 van de Grondwet dient dan ook in deze zin te worden aangepast.
De Senaat behoudt het recht om de aanwezigheid te vorderen van de ministers voor de behandeling van verplicht of optioneel bicamerale aangelegenheden.
Buiten de normatieve bevoegdheid van de Senaat met betrekking tot de aangelegenheden in artikel 77 en 78 van de Grondwet, zal de Senaat nog over andere bevoegdheden beschikken zoals de mogelijkheid om informatieverslagen op te stellen. In dit kader zal de Senaat de aanwezigheid van ministers enkel nog kunnen vragen (artikel 100 van de Grondwet in fine).
Verder wordt de terminologie van de zin aangepast in het licht van de hervorming van het tweekamerstelsel. De terminologie « wetsvoorstellen en ontwerpen zoals bedoeld in ... » wordt vervangen door de woorden « in het kader van procedures zoals bedoeld in ... ».
De invoering van de specifieke terminologie « wetsvoorstellen en ontwerpen zoals bedoeld in ... » in 1993 werd als volgt toegelicht :
« De Senaat kan derhalve de aanwezigheid van de ministers niet vorderen voor de behandeling van een voorstel van wet dat betrekking heeft op aangelegenheden waarvoor de Senaat in zijn functie van « reflectiekamer » gebruik heeft gemaakt van zijn recht van initiatief. » (1)
Dit verwijst naar de aangelegenheden die vandaag optioneel bicameraal zijn. Na de hervorming van de Senaat, zal de Senaat echter niet meer over het initiatiefrecht beschikken voor aangelegenheden die optioneel bicameraal zijn. Dit onderscheid is dus niet langer relevant, maar leidt eerder tot verwarring aangezien een aantal aangelegenheden die vervat zijn in artikel 77, zoals bijvoorbeeld het opstellen van de herzieningsverklaring, geen wetsvoorstellen of ontwerpen zijn in de strikte zin van het woord.
Deze bepaling zal in werking treden op de dag van de verkiezingen van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014, zoals het geval is voor de gehele hervorming van de Senaat.
Philippe MAHOUX. |
Bert ANCIAUX. |
Bart TOMMELEIN. |
Dirk CLAES. |
Marcel CHERON. |
Francis DELPÉRÉE. |
Christine DEFRAIGNE. |
Freya PIRYNS. |
Enig artikel
In artikel 100 van de Grondwet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in het tweede lid wordt de tweede zin vervangen als volgt :
« De Senaat kan hun aanwezigheid vorderen in het kader van de procedures bedoeld in de artikelen 77 of 78. »;
2º het artikel wordt aangevuld met een overgangsbepaling, luidende :
« Overgangsbepaling
De tweede zin van het tweede lid treedt in werking op de dag van de verkiezingen met het oog op de algehele vernieuwing van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014. Tot die datum blijft, onverminderd het eerste lid en de eerste en de laatste zin van het tweede lid, de volgende bepaling van toepassing :
De Senaat kan hun aanwezigheid vorderen voor de bespreking van een wetsontwerp of wetsvoorstel bedoeld in artikel 77, of van een wetsontwerp bedoeld in artikel 78, of voor de uitoefening van zijn recht van onderzoek bedoeld in artikel 56. »
12 juli 2012.
Philippe MAHOUX. |
Bert ANCIAUX. |
Bart TOMMELEIN. |
Dirk CLAES. |
Marcel CHERON. |
Francis DELPÉRÉE. |
Christine DEFRAIGNE. |
Freya PIRYNS. |
(1) Parl. St. Kamer 1992-1993, 812/1, p. 2.