Justitie |
0 |
p 8 en 9 oktober troffen mensen uit de rechtspraktijk en parlementsleden elkaar in het Senaatshalfrond tijdens een colloquium ter gelegenheid van de voorstelling van het zogenaamde "maxi-ontwerp Franchimont", niet te verwarren met het "mini-ontwerp Franchimont", reeds goedgekeurd en wet geworden in maart 1998. |
De regeringsverklaring van 5 juni 1990 had een hervorming van de strafrechtelijkeprocedure in het vooruitzicht gesteld. Onder het voorzitterschap van de Luikse professor MichelFranchimont werd een commissie strafprocesrecht ingesteld.
Het huidige Wetboek van strafvordering dateert van 1808. De methoden die gerecht en speurders aanwenden om misdadigers op te sporen en te vervolgen, zijn dus dringend aan vernieuwing toe. |
Professor Michel
|
Deze hervorming gaat veel verder dan de eerste. Zij heeft tot doel de verschillendewetteksten te vereenvoudigen, te verduidelijken en op elkaar af te stemmen.
De nieuwe bepalingen voorzien onder andere in het recht op inzage van het dossier doorhet slachtoffer, het verhoor van de slachtoffers van bepaalde strafbare feiten door deonderzoeksrechter en een volledige hervorming van de terechtzittingsprocedure.
De nieuwe strafprocedure zal nauwer aansluiten bij de burgerlijke procedure : hetbeginsel van de tegenspraak treedt meer op de voorgrond, met name bij confrontaties,plaatsopnemingen en reconstructies.
Michel Franchimont legt ook de verplichting op om eventuele nietigheidsgronden op tewerpen in de raadkamer, die dan straffen kan opleggen in de vorm van boeten ofgevangenisstraf tot één jaar, zodat de feitenrechters zich niet langer hoeven tebekommeren om minder belangrijke zaken.
Een heel belangrijke verandering is de opdeling van het proces in twee fasen. Opverzoek van de partijen of van het openbaar ministerie kan het rechtscollege eerst eenuitspraak doen over de schuldvraag en vervolgens over de straf.
De hervorming regelt niet alleen de strafprocedure voor de rechtbanken.
Er wordt ook aandacht besteed aan het probleem van de verjaring, waardoor teveelbooswichten hun verdiende straf ontlopen. Daarnaast worden voorstellen gedaan over debijzondere opsporingsmethoden, een materie waarvan iedereen vindt dat die bij wet moetworden geregeld. Deze methoden bestaan er bijvoorbeeld in dat de politiedienstenverdachten schaduwen, criminele organisaties infiltreren en gebruik maken van informantenen spijtoptanten. Deze voorstellen van de commissie zijn echter niet door allestrafrechtspecialisten even goed onthaald en ook niet door de speurders die dezegevaarlijke maar efficiënte methoden toepassen en die vinden dat een al te striktewetgeving ze in de praktijk onbruikbaar zou maken. De parlementaire commissie die inde Senaat het probleem van de georganiseerde criminaliteit onderzocht, heeft overigens ookeen aanzienlijke bijdrage geleverd op het vlak van de bijzondere opsporingsmethoden.
Prof. Franchimont, minister
|
De tekst van het ontwerp-Franchimont moet nog worden aangevuld met bepalingen over hethof van assisen. Eerst moet vanuit politieke hoek een antwoord komen op de vraag of dezevolksjury, deze veruitwendiging van een bepaald concept van burgerschap, moet wordenvervangen door een strafrechtbank waarvan de adviezen gemotiveerd zijn en die deveroordeelde een mogelijkheid tot hoger beroep laat.
Tijdens het colloquium heeft professor Franchimont benadrukt dat de commissiesteeds heeft gestreefd naar samenhang, leesbaarheid en continuïteit. Ze zocht naar eenevenwicht tussen, langs de ene kant, de doeltreffendheid van de opsporing en de vervolgingvan delinquenten, en langs de andere kant, de vrijwaring van de rechten van deslachtoffers en de verdachten, alsmede van de burgerrechten.
De commissie-Franchimont heeft de basis gelegd van een voorontwerp van hervorming. De politici moeten de draad nu opnemen en teksten opstellen die nog vóór de verkiezingen van juni 1999 aan de Raad van State kunnen worden voorgelegd. Hopelijk hebben we dan in het begin van de XXIste eeuw een gloednieuw Wetboek van strafvordering. |
Opmerkingen voor de webmaster