Octopus |
D |
e wijziging van art. 151 van de Grondwet door de Senaat hervormt op ingrijpende wijze de werking van de rechterlijke orde. |
Geruime tijd al was de kritiek hoorbaar dat de politisering van de benoemingen binnen de magistratuur de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bedreigde. Met het Octopus-overleg kwam de kwestie in een stroomversnelling. Er ontstond een ruime consensus rond de oprichting van een Hoge Raad voor de Justitie. Met de wijziging van art. 151 door de Senaat is dit nu een feit. |
Het nieuwe art. 151 bevestigt allereerst uitdrukkelijk de onafhankelijkheid van derechterlijke macht. De burger moet immers altijd kunnen rekenen op een objectieve enonpartijdige rechtspraak, niet alleen tegenover zijn medeburgers, maar ook tegenover hetstaatsgezag.
Om die onafhankelijkheid te waarborgen, moeten de rechters op objectieve wijze wordenbenoemd. Met politieke benoemingen is dat niet het geval.
Daarom zullen de benoemingen van rechters en parketmagistraten voortaan wordenvoorgedragen door de Hoge Raad voor de Justitie. De Koning -in de praktijk is dat deminister van Justitie- zal dus zijn eigen kandidaten niet meer naar voren kunnen schuiven.
Van de Hoge Raad maken evenveel magistraten als niet-magistraten deel uit. Deniet-magistraten worden voorgedragen door de Senaat. Sommige senatoren hadden wel kritiekop deze procedure. Zo vreesde Agalev-senator Eddy Boutmans dat als twee derde vande senatoren met de voordracht akkoord moet gaan, dit tot immobilisme kan leiden. HetVlaams Blok vond dat een voordracht door de Senaat de politisering in stand houdt.
De Hoge Raad organiseert ook examens en staat in voor de vorming van de magistraten.
Belangrijk is dat de Hoge Raad het gerecht van buitenaf kan controleren, doorlichten enevalueren. De Raad ontvangt ook de klachten en volgt de behandeling ervan. Dat geeft hemniet het recht de rechterlijke uitspraken inhoudelijk te beoordelen. De Raad kan evenmintuchtmaatregelen nemen of straffen opleggen.
Het hoeft geen betoog dat de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie de werkingvan het gerecht fundamenteel zal hervormen. Bovendien is de integratie van de parketteneen al even drastische ingreep. De koudwatervrees van de magistratuur is dan ook enigszinste begrijpen.
Zo vrezen de korpschefs -dat zijn de eerste voorzitters en voorzitters van de hoven enrechtbanken- dat hun tijdelijke aanstelling hun onafhankelijkheid in het gedrang brengt.De senatoren vonden dat dit geenszins het geval was. De functie van korpschef is eenmanagementfunctie, die deze voorzitters tijdelijk uitoefenen. Als rechter blijven zij voorhet leven benoemd.
Eén maand nadat zij de Grondwet wijzigden, zetten de senatoren het licht op groen voorde wet die het herziene artikel 151 uitvoert. Het Gerechtelijk Wetboek moest immers opheel wat plaatsen worden aangevuld en gewijzigd.
Een overgrote meerderheid van senatoren keurde dit belangrijke
wetsontwerp goed.
Alleen het Vlaams Blok stemde tegen. Ecolo en Agalev onthielden
zich: zij stonden achterhet wetsontwerp, maar hadden kritiek op
sommige punten ervan.
Opmerkingen voor de webmaster