5-1991/1

5-1991/1

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

5 MAART 2013


Wetsvoorstel tot wijziging van diverse wetten tengevolge van de hervorming van de Senaat

(Ingediend door de heer Bert Anciaux, mevrouw Christine Defraigne, de heren Dirk Claes, Philippe Mahoux, mevrouw Freya Piryns, de heer Francis Delpérée, mevrouw Martine Taelman en de heer Marcel Cheron)


TOELICHTING


Het Institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming van 11 oktober 2011 bepaalt dat de Senaat zal worden aangepast aan de nieuwe staatsstructuur. Voor het eerst bij de samenvallende verkiezingen van 2014 zal de Senaat worden omgevormd tot een kamer van de deelstaten.

Dit voorstel dient te worden gelezen samen met de voorstellen tot herziening van de Grondwet alsook het voorstel tot wijziging van het Kieswetboek ten gevolge van de hervorming van de Senaat, het voorstel van bijzondere wet tot invoeging van een artikel 217quater en een artikel 217quinquies in het Kieswetboek, het voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ten gevolge van de hervorming van de Senaat, het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap ten gevolge van de hervorming van de Senaat en het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende kamers (Parl. St. Senaat, 2011-2012, 5-1720/1 tot 5-1748/1).

De Raad van State vestigde in zijn adviezen met nrs. 52.268/AV tot 52.272/AV van 20 november 2012 de aandacht op het feit dat er andere wetswijzigingen zich opdrongen ten gevolge van de hervorming van de Senaat (Parl. St. Senaat, 2011-2012, 5-1744/2, p. 7-8). Dit voorstel heeft deze bijkomende wetswijzigingen tot voorwerp.

Dit voorstel strekt ertoe om in verschillende wetten de nodige aanpassingen aan te brengen, ingevolge de hervorming van de Senaat.

TITEL II

Wijzigingen inzake voordrachten, benoemingen, afvaardigingen en specifieke controletaken van de Senaat

a. Voordrachten, benoemingen en afvaardigingen

Thans is de Senaat bevoegd om kandidaten voor te dragen of leden te benoemen van welbepaalde instellingen. De hervorming van het tweekamerstelsel wijzigt echter de aangelegenheden waarvoor de Senaat bevoegd zal zijn. Daarom dienen ook de wettelijke bepalingen inzake de benoemingen en de voordrachten waarvoor de Senaat instaat, te worden herzien.

Met uitzondering van de voordrachten en benoemingen inzake de rechters van het Grondwettelijk Hof, de staatsraden en assessoren bij de Raad van State en de leden van de Hoge Raad voor de Justitie, zal de hervormde Senaat niet langer bevoegd zijn voor voordrachten of benoemingen. De voordrachten en benoemingen die thans worden verzorgd door de Senaat, zullen na de hervorming van deze vergadering gebeuren door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Verder wijst de Senaat een of meerdere senatoren aan in bepaalde instellingen. Wat de instellingen betreft waarvoor de Senaat niet langer over een materiële bevoegdheid beschikt, zal de Senaat niet langer leden aanwijzen. De Senaat zal evenwel nog leden afvaardigen naar het Comité van de zones omdat de gemeenschappen en de gewesten niet vertegenwoordigd zijn in deze instelling. De indieners zijn de mening toegedaan dat het nuttig is dat de gemeenschappen en de gewesten op deze manier betrokken zouden zijn bij dit Comité. De wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid wordt bijgevolg niet aangepast.

De volgende wetten worden bijgevolg aangepast inzake benoemingen, voordrachten en afvaardigingen :

— de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse;

— de wet van 30 november 1998 houdende regeling van inlichtingen- en veiligheidsdiensten;

— de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro;

— de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming;

— de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;

— de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie;

— de wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek;

— de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger;

— het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934.

b. Specifieke controleopdrachten van de Senaat

De hervorming van de Senaat heeft ook specifieke gevolgen voor het democratisch toezicht dat de Senaat uitoefende op de politie- en inlichtingendiensten. De Senaat zal het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) en het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten (Vast Comité I) niet meer kunnen verzoeken om op te treden, niet langer het advies kunnen vragen over bepaalde wetsontwerpen, verzoeken voor een tussentijds activiteitenverslag of onderzoeksdossiers laten overzenden.

Verder zullen de verslagen die het Vast Comité I bezorgde aan de Senaat inzake van het specifieke toezicht dat deze instelling uitoefent over de inlichtingendiensten, worden bezorgd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Wijzigingen aan het huishoudelijk reglement van het Vast Comité I zullen na de hervorming van de Senaat door de Kamer van volksvertegenwoordigers moeten worden goedgekeurd. De Senaat zal ook geen vaste commissie meer moeten instellen die belast is met de begeleiding van het Vast Comité I.

In het licht van de hervorming van de Senaat en het feit dat de Senaat niet langer bevoegd zal zijn inzake ethische materies, voorziet het voorgelegde wetsvoorstel erin om het debat na aanbevelingen van de Evaluatiecommissie inzake de zwangerschapsafbreking of de Controle- en Evaluatiecommissie inzake euthanasie, te laten plaatsvinden in de Kamer van volksvertegenwoordigers in plaats van de Senaat.

TITEL III

Wijzigingen van de kieswetgeving

De kieswetgeving dient worden bijgewerkt om de verwijzingen naar de rechtstreekse verkiezing van de Senaat te schrappen, welke verkiezing dus niet meer zal plaatsvinden vanaf de gelijktijdige verkiezingen van 2014.

Het gaat om aanpassingen van de bepalingen van de wet van 23 maart 1989 met de bedoeling de verwijzingen naar de rechtstreekse verkiezing van de Senaat te schrappen, of deze vermeldingen nu te maken hebben met de Senaat zelf, de hoofdbureaus voor de verkiezing van de Senaat, de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, ...

TITEL IV

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op de dag van de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers die zullen worden gehouden op dezelfde dag als de verkiezingen voor de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014.

Bert ANCIAUX.
Christine DEFRAIGNE.
Dirk CLAES.
Philippe MAHOUX.
Freya PIRYNS.
Francis DELPÉRÉE.
Martine TAELMAN.
Marcel CHERON.

WETSVOORSTEL


TITEL I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II

Wijzigingen inzake voordrachten, benoemingen, afvaardigingen en specifieke controletaken van de Senaat

HOOFDSTUK I

Wijzigingen van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse

Art. 2

In artikel 8, eerste lid, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, gewijzigd bij de wet van 4 februari 2010, worden de woorden « , van de Senaat » opgeheven.

Art. 3

In artikel 9, zevende lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 april 1999, worden de woorden « , van de Senaat » opgeheven.

Art. 4

In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999, 20 juli 2000, 3 mei 2003 en 4 februari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

a) de bepaling onder 1ºbis wordt vervangen als volgt : « telkens wanneer het dit nuttig acht of op verzoek van de Kamer van volksvertegenwoordigers, door een tussentijds activiteitenverslag dat, indien nodig, algemene conclusies en voorstellen kan bevatten betreffende een welbepaald onderzoeksdossier. Dat verslag wordt overgezonden aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat alsmede aan de bevoegde ministers; »;

b) in de bepaling onder 2º worden de woorden « of door de Senaat » opgeheven.

Art. 5

In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 april 1999, wordt de eerste zin vervangen als volgt : « Teneinde haar besluiten van algemene aard voor te bereiden, kan de Kamer van volksvertegenwoordigers zich door het Vast Comité P elk onderzoeksdossier laten overzenden volgens de regels en onder de voorwaarden die zij bepaalt en die er onder meer op gericht zijn de vertrouwelijke aard van de dossiers veilig te stellen en het privéleven van personen te beschermen. »

Art. 6

In artikel 28, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999, 20 juli 2000 en 18 april 2010, wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 7

In artikel 29 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers »;

2º in het tweede lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 8

In artikel 30 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999 en 18 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het derde lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers »;

2º in het vierde lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers »;

3º in het vijfde lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 9

In artikel 32 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid worden de woorden « van de Senaat, » opgeheven;

2º in het tweede lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 10

In artikel 33 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999, 20 juli 2000 en 10 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het derde lid wordt vervangen als volgt : « Het Vast Comité I zendt aan de bevoegde minister of de bevoegde overheid, alsmede aan de Kamer van volksvertegenwoordigers een verslag over betreffende elke opdracht. Dit verslag is vertrouwelijk tot bij de mededeling aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, overeenkomstig artikel 35. »;

2º in het zevende lid worden de woorden « , van de Senaat » opgeheven;

3º in het achtste lid wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 11

In artikel 35 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999, 20 juli 2000 en 10 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 1, 2º, worden de woorden « of door de Senaat » opgeheven;

2º in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 12

In artikel 36 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 1 april 1999 en 4 februari 2010, wordt de eerste zin vervangen als volgt :

« Teneinde haar besluiten van algemene aard voor te bereiden, kan de Kamer van volksvertegenwoordigers zich door het Vast Comité I elk onderzoeksdossier laten overzenden volgens de regels en onder de voorwaarden die zij bepaalt en die er onder meer op gericht zijn de vertrouwelijke aard van de dossiers veilig te stellen en het privéleven van personen te beschermen. »

Art. 13

In artikel 53, eerste lid, 3º, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 juli 2006, worden de woorden « of van de Senaat » opgeheven.

Art. 14

In artikel 60 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 1 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De huishoudelijke reglementen van de Vaste Comités en het huishoudelijk reglement voor de gezamenlijke vergaderingen worden goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers. »;

2º het derde lid wordt opgeheven;

3º in het vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden « Conform het tweede en derde lid kunnen de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat » vervangen door de woorden « Conform het tweede lid kan de Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 15

Artikel 66bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 1 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 3 mei 2003, wordt vervangen als volgt :

« Art. 66bis. § 1. De Kamer van volksvertegenwoordigers stelt een vaste commissie in, belast met de begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I.

De Kamer van volksvertegenwoordigers bepaalt de regels inzake de samenstelling en de werkwijze van de commissie in haar reglement.

§ 2 De commissie oefent de uiteindelijke controle uit op de werking van de Vaste Comités, ziet toe op de inachtneming van de bepalingen van deze wet en van de huishoudelijke reglementen.

De commissie oefent bovendien de opdrachten uit waarmee de Kamer van volksvertegenwoordigers is belast bij de artikelen 8, 9, 11, 1ºbis, 2º en 3º, 12, 32, 33, 35, § 1, 2º en 3º en § 2, 36 en 60.

§ 3. De commissie vergadert minstens eenmaal per kwartaal met de voorzitter of de leden van elk Vast Comité. Bovendien kan ze vergaderen, ofwel op verzoek van de meerderheid van de leden van de commissie, ofwel op verzoek van de voorzitter van een Vast Comité, ofwel op verzoek van de meerderheid van de leden van een Vast Comité.

Elke aangifte die door een lid van een Vast Comité wordt gedaan over het gebrekkig functioneren van dat Comité of over de niet-naleving van deze wet of van het huishoudelijk reglement, kan bij de commissie aanhangig worden gemaakt.

De commissie kan aan elk Vast Comité of aan elk lid ervan aanbevelingen doen betreffende de werking van het Vast Comité, de naleving van deze wet of van het huishoudelijk reglement.

§ 4. De leden van de commissie nemen de noodzakelijke maatregelen om de vertrouwelijke aard te waarborgen van de feiten, handelingen of inlichtingen waarvan zij wegens hun functie kennis krijgen en zijn verplicht het vertrouwelijk karakter ervan te bewaren. Zij moeten de geheimen waarvan zij kennis krijgen tijdens de uitoefening van het mandaat, bewaren, zelfs wanneer zij hun functie hebben beëindigd. Elke schending van die verplichting tot vertrouwelijkheid en van die geheimhouding wordt gestraft met de sanctie bepaald in het reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers. »

Art. 16

In artikel 43/1, paragraaf 1, tweede lid, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, ingevoegd bij de wet van 2 april 2010, wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

HOOFDSTUK II

Wijziging van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro

Art. 17

In artikel 9, paragraaf 3, eerste lid, van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

HOOFDSTUK III

Wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming

Art. 18

In artikel 5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000 en gewijzigd bij de wetten van 11 maart 2003 en 27 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 1, eerste lid, inleidende zin, worden de woorden « en de Senaat » opgeheven;

2º in paragraaf 1, eerste lid, 1º, worden de woorden « , de Senaat » opgeheven;

3º in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden « en de Senaat » opgeheven.

HOOFDSTUK IV

Wijziging van de wet van 16 maart 1803 (25 ventôse jaar XI)

Art. 19

In artikel 38, paragraaf 5, derde lid, van de wet van 16 maart 1803 (25 ventôse jaar XI), hersteld bij wet van 4 mei 1999, worden de woorden « , afwisselend door de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat » vervangen door de woorden « door de Kamer van volksvertegenwoordigers ».

HOOFDSTUK V

Wijzigingen van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie

Art. 20

In artikel 6, paragraaf 2, derde lid, van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 21

Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 13. Binnen zes maanden na het indienen van het eerste verslag en, in voorkomend geval, van de aanbevelingen van de commissie, bedoeld in artikel 9, vindt hierover een debat plaats in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Die termijn van zes maanden wordt geschorst gedurende de periode dat de Kamer van volksvertegenwoordigers is ontbonden en/of dat er geen Regering is die het vertrouwen heeft van de Kamer van volksvertegenwoordigers. »

HOOFDSTUK VI

Wijzigingen van de wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek

Art. 22

In artikel 1, paragraaf 2, derde lid, van de wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2006, wordt het woord « Senaat » vervangen door de woorden « Kamer van volksvertegenwoordigers ».

Art. 23

Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 8. Binnen zes maanden na de indiening van de eerste verslagen, en in voorkomend geval van de aanbevelingen van de Evaluatiecommissie bedoeld in artikel 1, § 3, heeft er hierover een debat plaats in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Die termijn van zes maanden wordt geschorst gedurende de periode dat de Kamer van volksvertegenwoordigers is ontbonden en/of dat er geen Regering is die het vertrouwen heeft van de Kamer van volksvertegenwoordigers. »

HOOFDSTUK VII

Wijziging van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger

Art. 24

Artikel 31bis van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger wordt vervangen als volgt : « Art. 31bis. De voorzitter, de ondervoorzitter en vier leden worden gekozen onder de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers die deel uitmaken van de Commissie voor de Landsverdediging. »

HOOFDSTUK VIII

Wijziging van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas

Art. 25

In artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Deze commissie is samengesteld uit : de eerste voorzitter van het Rekenhof, die er het voorzitterschap van waarneemt, twee volksvertegenwoordigers gekozen door de Kamer van volksvertegenwoordigers en twee leden benoemd door de Koning. »

HOOFDSTUK IX

Wijziging van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen

Art. 26

In artikel 7, paragraaf 2, van de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen, worden de woorden « gemeenschapssenatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 3º tot 5º, van de Grondwet, » vervangen door de woorden « deelstaatsenatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1º tot 5º, van de Grondwet, ».

TITRE III

Wijzigingen van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement

Art. 27

In artikel 22 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, laatst gewijzigd bij de wet van 25 april 2004, worden volgende wijzigingen aangebracht :

a) de bepaling onder 1º wordt vervangen als volgt :

« 1º a) in de artikelen 119, 119bis tot 119sexies, 120 tot 125, 125ter en 126 dienen de woorden « hoofdbureau van de kieskring » te worden gelezen als « collegehoofdbureau »;

b) in artikel 125bis dienen de woorden « hoofdbureaus van de kieskring » te worden gelezen als « collegehoofdbureaus »;

2º in het tweede lid, 2º, a), worden de woorden « of senator » opgeheven;

3º in het tweede lid, 3º, wordt het woord « twintigste » vervangen door het woord « zevenentwintigste »;

4º in het tweede lid, 5º, a), wordt het woord « negentiende » vervangen door het woord « zesentwintigste »;

5º in het tweede lid, 6º, wordt het woord « zeventiende » vervangen door het woord « vierentwintigste »;

6º in het tweede lid, 7º, wordt het woord « zeventiende » vervangen door het woord « vierentwintigste »;

7º in het tweede lid, 10º, wordt het woord « dertiende » vervangen door het woord « twintigste ».

Art. 28

In artikel 27, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « op blauw papier gedrukt » vervangen door de woorden « gedrukt op papier waarvan de kleur vastgelegd wordt door de Koning. »

Art. 29

In artikel 29, tweede lid, van dezelfde wet, wordt de bepaling onder 3º opgeheven.

Art. 30

In artikel 36 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 11 maart 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het tweede lid, 1º, wordt het woord « of » opgeheven;

2º in het tweede lid, 3º, worden de woorden « de woorden « hoofdbureau van de kieskring of het » worden geschrapt » vervangen door de woorden « de woorden « van de kieskring » vervangen worden door de woorden « van het college » »;

3º in het tweede lid, 4º worden de woorden « de woorden « kieskring- of » worden geschrapt » vervangen door de woorden « het woord « kieskringhoofdbureau » vervangen worden door het woord « collegehoofdbureau » ».

TITEL IV

Inwerkingtreding

Art. 31

Deze wet treedt in werking op de dag van de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers die zullen worden gehouden op dezelfde dag als de verkiezingen voor de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014.

27 februari 2013.

Bert ANCIAUX.
Christine DEFRAIGNE.
Dirk CLAES.
Philippe MAHOUX.
Freya PIRYNS.
Francis DELPÉRÉE.
Martine TAELMAN.
Marcel CHERON.