5-1562/1

5-1562/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

4 APRIL 2012


HERZIENING VAN DE GRONDWET


Voorstel tot invoeging van een artikel 168bis in de Grondwet

(Ingediend door de heren Alexander De Croo, Philippe Moureaux, Dirk Claes, mevrouw Christine Defraigne, de heren Bert Anciaux, Marcel Cheron, mevrouw Freya Piryns en de heer Francis Delpérée)


TOELICHTING


Dit voorstel tot herziening van de Grondwet moet worden gelezen in samenwerking met het hiermee gelijktijdig in het Parlement ingediende wetsvoorstel houdende verscheidene wijzigingen van het Kieswetboek en van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van het Europees Parlement en tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (stuk Senaat, nr. 5-1560/1 - 2011/2012).

Dit wetsvoorstel brengt voor de verkiezingen van het Europees Parlement een wijziging aan in de samenstelling van de kieskringen. Enerzijds wordt het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde bij de Vlaamse kieskring gevoegd, zodat het grondgebied van de Vlaamse kieskring de administratieve arrondissementen van het Vlaams Gewest omvat. Anderzijds wordt er een kieskring Brussel-Hoofdstad ingesteld, waarvan het grondgebied samenvalt met het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De kiezers in de kieskring Brussel-Hoofdstad kunnen, zoals thans het geval is, stemmen voor een kandidatenlijst van het Nederlandse of het Franse kiescollege.

Zoals voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers kunnen de kiezers in het kieskanton Sint-Genesius-Rode stemmen voor een kandidatenlijst van het Nederlandse of het Franse kiescollege. Zij zullen dus in het stembureau van hun gemeente een stembiljet ontvangen met daarop de lijsten van beide kiescolleges.

Dit voorstel tot herziening van de Grondwet voorziet dat de wetgever bijzondere modaliteiten vastlegt « teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren ». Deze bepaling heeft tot doel, met het oog op de rechtszekerheid, om in samenhang met de herziening van de Grondwet zelf het recht voor de kiezers van de gemeenten, bedoeld in artikel 7 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken om in het kader van de Europese verkiezingen te kunnen stemmen voor een kandidatenlijst van het Nederlandse of het Franse kiescollege, te consolideren en te bestendigen.

Het gaat om een analoge waarborg als deze die in artikel 63, § 4, van de Grondwet wordt ingeschreven voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers (stuk Senaat, nr. 5-1561/1 - 2011/2012).

Deze waarborg waarover de kiezers van het kieskanton Sint-Genesius-Rode beschikken, is ingeschreven in het wetsvoorstel tot wijziging van ondere andere de wet van 23 maart 1989, dat hiermee gelijktijdig is ingediend in het Parlement. De erkenning van deze waarborg die de Franstalige en de Nederlandstalige inwoners van de betreffende gemeenten zonder onderscheid genieten, past net als deze waarover deze inwoners in het kader van de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers beschikken, in het kader van de doelstelling van communautaire vrede. Onder bijzondere modaliteiten, waarop de nieuwe grondwettelijke bepaling betrekking heeft, moet met name worden verstaan deze die voorzien worden door dat wetsvoorstel. Er is dus een zekere en onbetwistbare eenheid van opzet tussen wat de Grondwetgever onderneemt enerzijds en het hiermee gelijktijdig in het Parlement ingediende voorstel tot wijziging van onder andere de wet van 23 maart 1989 anderzijds. Dit wetsvoorstel omvat een keuze van de Grondwetgever zelf. Door de wetgever uitdrukkelijk toe te laten om bijzondere modaliteiten te voorzien teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren, en door te voorzien dat de regels die deze bijzondere modaliteiten vastleggen, namelijk deze die deel uitmaken van voormeld wetsvoorstel, in de toekomst slechts zullen kunnen worden gewijzigd door een wet aangenomen bij bijzondere meerderheid, heeft de voorgestelde herziening van de grondwet als effect dat de Grondwetgever van oordeel is dat de andere grondwettelijke principes, om de woorden van het Arbitragehof in het arrest nr. 18/90 van 23 mei 1990 te hernemen, het aannemen van de bepalingen van voormeld wetsvoorstel niet in de weg staan.

De vaststelling van de « bijzondere modaliteiten » die de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant garanderen, raakt aan de kern van de grote evenwichten die ten grondslag liggen aan de communautaire vrede. Dit rechtvaardigt — naar analogie van wat voorzien is in de andere bepalingen van de Grondwet die betrekking hebben op die grote evenwichten (zie bijvoorbeeld artikel 129, § 2) — dat de « bijzondere modaliteiten » waarop de voorgestelde grondwetstekst betrekking heeft, in de toekomst slechts kunnen worden gewijzigd door de bijzondere meerderheid bedoeld in artikel 4, laatste lid, van de Grondwet.

Alexander DE CROO.
Philippe MOUREAUX.
Dirk CLAES.
Christine DEFRAIGNE.
Bert ANCIAUX.
Marcel CHERON.
Freya PIRYNS.
Francis DELPÉRÉE.

VOORSTEL


Enig artikel

In de Grondwet wordt een artikel 168bis ingevoegd, luidende :

« Art. 168bis. Voor de verkiezingen van het Europese Parlement voorziet de wet in bijzondere modaliteiten teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren.

Aan de regels die deze bijzondere modaliteiten vaststellen, kan geen wijziging worden aangebracht dan bij een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid. »

2 april 2012.

Alexander DE CROO.
Philippe MOUREAUX.
Dirk CLAES.
Christine DEFRAIGNE.
Bert ANCIAUX.
Marcel CHERON.
Freya PIRYNS.
Francis DELPÉRÉE.