5-1098/5 | 5-1098/5 |
30 JUNI 2011
Nr. 6 VAN MEVROUW SLEURS C.S.
Art. 16
Het voorgestelde artikel 100, § 2, vervangen door wat volgt :
« § 2. Wordt als arbeidsongeschikt erkend, de werknemer die de arbeid gedeeltelijk hervat op voorwaarde dat hij dit ten laatste op de dag van de hervatting meldt aan zijn ziekenfonds volgens de modaliteiten die bepaald worden door de Koning. »
Verantwoording
Vooreerst enkele cijfers om de omvang van het voorliggend dossier te duiden :
In 2009 (laatst gekende cijfermateriaal zoals door het RIZIV bekendgemaakt) :
— bedroegen de kosten van de uitkeringen 4 917 414 164 euro;
— telde men 29 433 296 vergoede dagen voor primaire ongeschiktheid in het stelsel van de werknemers, met uitsluiting van de invaliditeit en het moederschap. Dat is een stijging met 2,98 % ten aanzien van 2008. In het stelsel van de zelfstandigen bedroeg dat aantal dagen 1 905 746. In 2009 waren er 245 209 invaliden bij de werknemers en 19 459 bij de zelfstandigen.
Indieners menen dat er prioritair aandacht besteed moet worden aan de activering van personen die getroffen zijn door arbeidsongeschiktheid. De afgelopen jaren is het aantal arbeidsongeschikten (primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit) constant toegenomen. Het beteft bij uitstek een groep waarvoor het risico op sociale uitsluiting en armoede hoog is.
Momenteel is een voorafgaandelijke toestemming van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds een conditio sine qua non om de arbeid deeltijds te hervatten tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid. Vaak blijkt deze voorafgaandelijke toestemming van de adviserend geneesheer een drempel te zijn voor de arbeidsongeschikte verzekerde die de arbeid wenst te hervatten.
Via dit amendement wensen indieners enerzijds deze drempel voor de arbeidsongeschikte verzekerde weg te nemen en anderzijds rechtzekerheid te bieden aan de sociaal verzekerde die tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid de arbeid gedeeltelijk wenst te hervatten met het oog op zijn reïntgratie op de arbeidsmarkt.
a. Het wegnemen van de drempel (geen systematische tussenkomst van de adviserend geneesheer)
De adviserend geneesheer kan op basis van de melding van de arbeidsongeschikte enerzijds en het medisch dossier anderzijds bepalen welke arbeidsongeschikte hij oproept en onderzoekt in het kader van de progressieve werkhervatting. Op die manier kan er een kwalitatief en gericht beleid worden gevoerd.
Zo worden voor de arbeidsongeschikte alle administratieve drempels voor een progressieve werkhervatting weggenomen én kan de adviserend geneesheer zich ten volle concentreren op die gevallen die begeleiding nodig hebben.
b. De onmiddellijke administratieve meldingsplicht
Indieners wensen een onmiddellijke administratieve meldingsplicht van de uitkeringsgerechtigde die het werk gedeeltelijk hervat tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.
De sociaal verzekerde heeft naast rechten immers ook plichten. De verzekerde dient zelf actief mee te werken aan de diensten waarop hij rekent. Één van de eerste plichten van de verzekerde bestaat erin het ziekenfonds terdege in te lichten over zijn situatie aangezien hij als enige over de elementen beschikt op basis waarvan hem eventueel het voordeel van de wettelijke of reglementaire bepalingen wordt toegekend of stopgezet.
Deze informatieplicht is reeds wettelijk verankerd met betrekking tot wijzigingen van adres of gezinstoestand (zie artikel 15 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5º, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994). Eenzelfde wettelijke verankering dient te geschieden met betrekking tot de arbeidsongeschikte verzekerde die de arbeid deeltijds wenst te hernemen tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.
Nr. 7 VAN MEVROUW SLEURS C.S.
Art. 17
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Artikel 101, § 1, eerste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen bij de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen, wordt vervangen als volgt :
« De arbeidsongeschikt erkende gerechtigde die arbeid heeft verricht zonder de in artikel 100, § 2, bedoelde informatieplicht te respecteren, wordt onderworpen aan een geneeskundig onderzoek om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden voor de arbeidsongeschiktheid zijn vervuld op de datum van het onderzoek. De Koning bepaalt de termijn waarbinnen dit onderzoek uitgevoerd moet worden, te rekenen vanaf de vaststelling van de niet-toegelaten activiteit of van de mededeling ervan. »
Verantwoording
Zie de verantwoording van amendement nr. 6.
Nr. 8 VAN MEVROUW SLEURS C.S.
(Subsidiair amendement op amendement nr. 6)
Art. 16
Het voorgestelde artikel 100, § 2, aanvullen met een derde lid, luidende :
« Er bestaat een onmiddellijke administratieve meldingsplicht in hoofde van de verzekerde die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid de arbeid hervat. »
Verantwoording
Vooreerst enkele cijfers om de omvang van het voorliggend dossier te duiden :
In 2009 (laatst gekende cijfermateriaal zoals door het RIZIV bekendgemaakt) :
— bedroegen de kosten van de uitkeringen 4 917 414 164 euro;
— telde men 29 433 296 vergoede dagen voor primaire ongeschiktheid in het stelsel van de werknemers, met uitsluiting van de invaliditeit en het moederschap. Dat is een stijging met 2,98 % ten aanzien van 2008. In het stelsel van de zelfstandigen bedroeg dat aantal dagen 1 905 746. In 2009 waren er 245 209 invaliden bij de werknemers en 19 459 bij de zelfstandigen.
Indieners menen dat er prioritair aandacht besteed moet worden aan de activering van personen die getroffen zijn door arbeidsongeschiktheid. De afgelopen jaren is het aantal arbeidsongeschikten (primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit) constant toegenomen. Het betreft bij uitstek een groep waarvoor het risico op sociale uitsluiting en armoede hoog is.
Momenteel is een voorafgaandelijke toestemming van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds een conditio sine qua non om de arbeid deeltijds te hervatten tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.
Via dit amendement wensen indieners rechtzekerheid te bieden aan de sociaal verzekerde die tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid de arbeid gedeeltelijk wenst te hervatten met het oog op zijn reïntegratie op de arbeidsmarkt.
Indieners wensen een onmiddellijke administratieve meldingsplicht van de uitkeringsgerechtigde die het werk gedeeltelijk hervat tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.
De sociaal verzekerde heeft naast rechten immers ook plichten. De verzekerde dient zelf actief mee te werken aan de diensten waarop hij rekent. Één van de eerste plichten van de verzekerde bestaat erin het ziekenfonds terdege in te lichten over zijn situatie aangezien hij als enige over de elementen beschikt op basis waarvan hem eventueel het voordeel van de wettelijke of reglementaire bepalingen wordt toegekend of stopgezet.
Deze informatieplicht is reeds wettelijk verankerd met betrekking tot wijzigingen van adres of gezinstoestand (zie artikel 15 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5º, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994). Eenzelfde wettelijke verankering dient te geschieden met betrekking tot de arbeidsongeschikte verzekerde die de arbeid deeltijds wenst te hernemen tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.
Elke SLEURS Louis IDE. |
Piet DE BRUYN. |