4-1531/1

4-1531/1

Belgische Senaat

ZITTING 2009-2010

8 DECEMBER 2009


HERZIENING VAN DE GRONDWET


Herziening van titel II van de Grondwet om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming moeten verzekeren van de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

(Verklaring van de wetgevende macht, zie « Belgisch Staatsblad » nr. 131, Ed. 2 van 2 mei 2007)


Voorstel tot herziening van de Grondwet teneinde in titel II van de Grondwet een artikel 22ter in te voegen dat het recht waarborgt van personen met een handicap op aangepaste maatregelen die kun zelfstandigheid en culturele, maatschappelijke en professionele integratie garanderen


(VOORSTEL VAN DE HEREN PHILIPPE MONFILS EN FRANCIS DELPÉRÉE)


TOELICHTING


Momenteel is ongeveer 10 % (650 miljoen mensen) van de wereldbevolking gehandicapt, wat van deze mensen de grootste bestaande minderheid maakt.

Uit verschillende vergelijkende studies betreffende de wetgeving inzake personen met een handicap blijkt dat slechts 45 landen beschikken over een antidiscriminatieregeling of een wetgeving die specifiek betrekking heeft op personen met een handicap.

Personen met een handicap hebben krachtens hun rechtspersoonlijkheid net als iedereen alle rechten en vrijheden die door titel II van de Grondwet en door het internationaal recht worden gewaarborgd. Het genot van de rechten en vrijheden moet zonder discriminatie worden verzekerd, zoals bepaald in de regels vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Krachtens artikel 23, eerste lid, van de Grondwet, hebben zij bijvoorbeeld het recht om een menswaardig leven te leiden.

In de praktijk worden personen met een handicap echter vaak gediscrimineerd. Personen met een handicap die hun rechten willen gebruiken en volledig aan het maatschappelijk leven willen deelnemen, worden daarbij nog steeds gehinderd door bepaalde gedragingen en omgevingsfactoren. De bestaande instrumenten en bepalingen zorgen niet altijd voor de meest aangepaste en optimale manier om deze personen te verdedigen, te helpen en te beschermen, aangezien zij nog al te vaak hun rechten niet kunnen genieten en het slachtoffer zijn van discriminatie.

In dit verband heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 13 december 2006 een Verdrag inzake personen met een handicap en een Facultatief Protocol bij dit verdrag goedgekeurd. Beide verdragen bieden personen met een handicap meer bescherming, zowel inzake algemene instrumenten betreffende de mensenrechten als inzake de regels betreffende de rechten van personen met een handicap. België heeft met deze verdragen ingestemd bij de wet van 13 mei 2009 (1) , en heeft ze op 2 juli 2009 bekrachtigd.

In België is de toestand dezelfde als op internationaal vlak : de teksten betreffende de mensenrechten bestaan, maar in de praktijk stelt men nog vele vormen van discriminatie vast. Gelet op deze blijvende discriminatie is het belangrijk om in onze Grondwet het beginsel op te nemen van de rechten en vrijheden van gehandicapte personen, die in dit nieuwe verdrag erkend worden. Deze personen moeten de zekerheid hebben dat zij als mens en als individu werkelijk ernstig worden genomen.

In de geest van artikel 4, § 1, a, van het verdrag, dat bepaalt dat de staten die partij zijn zich verbinden tot « het aannemen van alle relevante wetgevende, administratieve en andere maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de rechten die in dit Verdrag erkend worden », wordt hier voorgesteld in titel II van de Grondwet een bijzondere bepaling betreffende personen met een handicap in te voegen. Met een dergelijke bepaling wordt in de Grondwet vastgelegd dat de rechten van personen met een handicap moeten worden gewaarborgd.

In dit opzicht moet de nadruk veeleer worden gelegd op de doelstelling dat personen met een handicap daadwerkelijk deel uitmaken van de samenleving, overeenkomstig de aanpak die de meest recente internationale instrumenten inzake de rechten van personen met een handicap voorstaan. Personen met een handicap hebben immers het recht om gebruik te maken van alle maatregelen die hen een garantie bieden op autonomie, integratie en deelname aan de samenleving.

Deze maatregelen kunnen van juridische, praktische of financiële aard zijn. Zij worden geval per geval vastgesteld door de federale overheid of door de overheden van gemeenschappen en gewesten.

Philippe MONFILS.
Francis DELPÉRÉE.

VOORSTEL


Enig artikel

In titel II van de Grondwet wordt een artikel 22ter ingevoegd, luidende :

« Art. 22ter. — Iedere persoon met een handicap heeft recht op maatregelen die hem zelfstandigheid en culturele, maatschappelijke en professionele integratie waarborgen.

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht. ».

3 december 2009.

Philippe MONFILS.
Francis DELPÉRÉE.

(1) Belgisch Staatsblad, 22 juli 2009.