3-1812/3

3-1812/3

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

18 OKTOBER 2006


Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid


AMENDEMENTEN


Nr. 7 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 2 tot en met 29

Hoofdstuk 1 van Titel II, dat de artikelen 2 tot en met 29 bevat, doen vervallen.

Verantwoording

Dit hoofdstuk behandelt nieuwe wetgeving betreffende de uitoefening en de erkenning van het beroep van vroedvrouw. Nieuwe wetgeving aangaande een gezondheidszorgberoep moet behandeld worden in een hoorzitting waar alle betrokken actoren hun opmerkingen kunnen formuleren, waarna de commissie kan beslissen op basis van een apart wetsontwerp. Deze snelle afhandeling via de gezondheidswet vinden wij dan ook geen goede manier van werken.

Nr. 8 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 3

Het voorgestelde artikel 21octiesdecies, § 2, vervangen als volgt :

« De Koning bepaalt, na advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen en van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde, de handelingen die, overeenkomstig § 1, mogen worden verricht door de personen die erkend zijn als houder van de beroepstitel van vroedvrouw en bepaalt op advies van de Federale Raad voor de vroedvrouwen en de Koninklijke Academie voor Geneeskunde de nadere regels en de erkenningscriteria voor de verkrijging van de beroepstitel van vroedvrouw. »

Verantwoording

De Federale Raad voor Vroedvrouwen moet nog worden opgericht (art. 21noviesdecies, § 4), maar die zal voornamelijk uit vroedvrouwen bestaan. Bij de vaststelling van de handelingen die verricht mogen worden door vroedvrouwen dient echter rekening gehouden te worden met het advies van artsen. Het vastleggen van de potentiële risico's van een bepaalde handeling en van de vereiste bevoegdheid ze te mogen verrichten, mag niet alleen de taak zijn van de vroedvrouwen. De Koning moet dus ook het advies vragen van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde.

Nr. 9 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 3

§ 3 van het voorgestelde artikel 21octiesdecies, doen vervallen.

Verantwoording

Wij pleiten steeds voor een rationalisering van het voorschrijven van geneesmiddelen waarbij de arts een centrale functie vervult, omdat hij als globaal medisch dossierbeheerder de patiënt opvolgt en zo een alomvattend oordeel over de gezondheidstoestand van de patiënt kan vormen. Wij willen dat deze bevoegdheid voorbehouden blijft aan artsen.

Nr. 10 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 3

§ 4 van het voorgestelde artikel 21octiesdecies, aanvullen als volgt :

« De Koning stelt op advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, de bijzondere kwalificatiemodaliteiten en -criteria vast waaraan houders van de beroepstitel van vroedvrouw moeten voldoen om bekkenbodemreëducatie te mogen uitvoeren. Bekkenbodemreëducatie zal geen deel uitmaken van de basisopleiding, maar het voorwerp uitmaken van een specialisatie. »

Verantwoording

Wij willen reeds in de wet zelf vastleggen dat bekkenbodemreëducatie geen deel zal uitmaken van de basisopleiding. Over de verdere modaliteiten en criteria kan de Koning zich uitspreken.

Vroedvrouwen hebben een basiskennis van bekkenbodem, omdat deze tot de postpartum zorg behoort. De meer gespecialiseerde bekkenbodemreëducatie mag slechts door vroedvrouwen worden uitgevoerd als zij daartoe een specialisatie hebben gevolgd. Ook de kinesitherapeuten die bekkenbodemreëductie uitvoeren hebben hiervoor een specialisatie gevolgd, we mogen van vroedvrouwen dan ook hetzelfde verwachten.

Nr. 11 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 3

Het eerste lid van § 5 van het voorgestelde artikel 21octiesdecies, aanvullen als volgt :

« De Koning stelt op advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, de bijzondere kwalificatiemodaliteiten en -criteria vast waaraan houders van de beroepstitel van vroedvrouw moeten voldoen om functionele, en geen morfologische, echografieën uit te voeren. Functionele echografieën zullen geen deel uitmaken van de basisopleiding, maar het voorwerp uitmaken van een specialisatie. »

Verantwoording

Ook hier wensen we dat in de wet zelf wordt opgenomen dat het uitvoeren van functionele echografieën geen basiscompetentie wordt, maar dat dit als een bijzondere bekwaming van de vroedvrouw wordt gedefinieerd.

Het is onontbeerlijk dat de vroedvrouwen beschikken over de erkende wetenschappelijke bekwaamheid om dit soort echografie uit te voeren.

Nr. 12 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 39

In het voorgestelde artikel 45quinquies, het 1º schrappen.

Verantwoording

In dit hoofdstuk over het kankerregister zijn er niet voldoende waarborgen opgenomen met betrekking tot de eerbiediging van het beroepsgeheim en van de persoonlijke levenssfeer van de patiënten. Bij de inzameling en de registratie van deze gegevens moet de niet-identificatie van natuurlijke personen gewaarborgd worden. Strikte coderingsmaatregelen zijn noodzakelijk reeds vanaf het verzamelen van de gegevens bij de ziekenfondsen.

Nr. 13 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 45

Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :

« 1º § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :

De in het eerste lid bedoelde geneesheren, kunnen ten aanzien van de in § 1, eerste en tweede lid, bedoelde patiënten geen tarieven aanrekenen die afwijken van de verbintenistarieven. »

Nr. 14 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 45

Het 2º van dit artikel vervangen als volgt :

« 2º § 4, eerste lid, wordt vervangen als volgt :

Indien er geen akkoord, zoals bedoeld in artikel 50 van voornoemde wet van 14 juli 1994, van kracht is, kunnen de geneesheren ten aanzien van de in § 1, eerste en tweede lid, bedoelde patiënten geen tarieven aanrekenen die afwijken van de tarieven die als grondslag dienen voor de berekening van de verzekeringstegemoetkoming. »

Nr. 15 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 45

In dit artikel :

A. Het 3º vervangen als volgt :

« 3º § 5 wordt vervangen als volgt :

De in § 1 en § 2 bedoelde geneesheren, kunnen ten aanzien van de patiënten die worden opgenomen in een individuele kamer, onverminderd § 1, tweede lid, een honorariumsupplement aanrekenen voor zover terzake in de algemene regeling, bedoeld in artikel 130, maximum honorariumsupplementen zijn vastgesteld met vermelding van maximum bedrag en maximum percentages, overeenkomstig het tweede, derde en vierde lid, welke worden gehanteerd in het betrokken ziekenhuis.

Bovendien kan dit honorariumsupplement slechts aangerekend worden na neerlegging van een afschrift van de algemene regeling bij de Paritaire Commissie Volksgezondheid en bij de leidend ambtenaar van het RIZIV, die een kopie bezorgt aan de verzekeringsinstellingen.

De vastgestelde honorariumsupplementen voor patiënten opgenomen in een kamer zoals bepaald in het eerste lid, mogen niet meer bedragen dan 200 % van de verbintenistarieven indien deze worden gevraagd door de behandelende ziekenhuisgeneesheer. Onder behandelende ziekenhuisgeneesheer dient te worden verstaan : diegene die verantwoordelijk is voor de opname en de ontslagbrief schrijft. Elke andere ziekenhuisgeneesheer mag maximaal 100 % van de verbintenistarieven vragen als honorariumsupplement.

Bovendien mag de som van de vastgestelde honorariumsupplementen, per opnameperiode van een maand, het bedrag van 1 000 euro niet overschrijden. Het honorariumsupplement dat wordt gevraagd door de behandelende ziekenhuisgeneesheer primeert op de supplementen die worden gevraagd door elke andere ziekenhuisgeneesheer. Ieder ziekenhuis mag in zijn algemene regeling een lager honorariumsupplement opnemen doch geen hoger. »

B. Het 4º tot 8º doen vervallen.

Verantwoording

Heden ten dage is het niet meer te verantwoorden dat er, wat betreft de verzorging op gemeenschappelijke en tweepatiëntenkamers, een « honorariumsupplement » kan worden gevraagd (door niet-verbonden geneesheren). Vandaar het voorstel dat alle ziekenhuisgeneesheren (dus zowel de geconventioneerde als de niet geconventioneerde) uitsluitend verbintenistarieven mogen aanrekenen indien de patiënt verzorgd wordt op een gemeenschappelijke of tweepatiëntenkamer. Enkel in een individuele kamer zullen voortaan nog honorariumsupplementen mogen worden aangerekend.

Voor het verblijf in een individuele kamer, met inbegrip van de daghospitalisatie, mag in de volgende gevallen echter geen supplement worden aangerekend :

— wanneer de gezondheidstoestand van de patiënt of de technische voorwaarden van onderzoek, van behandeling of van toezicht, het verblijf in een individuele kamer vereisen;

— wanneer de noodwendigheden van de dienst of het niet beschikken over onbezette bedden in tweepatiëntenkamers of in gemeenschappelijke kamers, het verblijf in een individuele kamer vereisen;

— wanneer de opname geschiedt op een eenheid voor intensieve zorg of voor spoedgevallenzorg, buiten de wil van de patiënt en voor de duur van het verblijf in een dergelijke eenheid.

Vermits de patiënt bij de huidige wetgeving geen zekerheid heeft omtrent de hoegrootheid van het bedrag dat hij dient te betalen als honorariumsupplement (indien hij op een individuele kamer wordt verzorgd), is het aangewezen dat de patiënt op voorhand weet wat hij (maximaal) als honorariumsupplement zal moeten betalen. De regeling die dienaangaande wordt uitgewerkt is weliswaar alléén van toepassing op honorariasupplementen, maar heeft anderzijds betrekking op alle honoraria (ook medisch-technische diensten).

Naast een procentueel bedrag wordt ook een maximum forfaitair bedrag bepaald per opnameperiode van een maand.

Wat betreft de procentuele bedragen wordt een onderscheid gemaakt tussen de behandelende ziekenhuisgeneesheren (diegene die verantwoordelijk is voor de opname van de desbetreffende patiënt en de ontslagbrief schrijft) en de andere ziekenhuisgeneesheren. Deze laatste mogen immers (in principe) slechts lagere procentuele bedragen vragen als honorariumsupplement.

Indien het maximum forfaitair bedrag wordt overschreden, wordt uitdrukkelijk in het voorstel bepaald dat het honorariumsupplement dat wordt gevraagd door de behandelende ziekenhuisgeneesheer primeert op het supplement dat wordt gevraagd door elke andere ziekenhuisgeneesheer.

Men kan slechts honorariumsupplementen aanrekenen (voor individuele kamers) indien er expliciet een regeling dienaangaande wordt opgenomen in de zogenaamde algemene regeling (tussen beheerder en ziekenhuisgeneesheren).

Hierin worden dus (onder meer) de maximum bedragen en maximum percentages vastgesteld voor het betrokken ziekenhuis.

Ieder ziekenhuis mag in haar algemene regeling een lager honorariumsupplement opnemen, doch geen hoger. Bovendien kan men slechts honorariumsupplementen vragen na het neerleggen van een afschrift van de algemene regeling bij de Paritaire Commissie Volksgezondheid en bij de leidend ambtenaar van het RIZIV, dewelke een kopie bezorgt aan de verzekeringsinstellingen.

Nr. 16 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 47bis (nieuw)

In het hoofdstuk VII onder het opschrift « Contracten van samenaankoop » een afdeling 1bis (nieuw) invoegen, dat een artikel 47bis (nieuw) omvat, luidend als volgt :

« In de Wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt in Titel IV een nieuw hoofdstuk Ibis ingevoerd, luidend als volgt :

« Hoofdstuk Ibis : Samenaankoop

Art. 129ter

Het Orgaan voor samenaankoop heeft als opdracht de prospectie, de voorbereiding en de afhandeling van projecten van samenaankoop tussen ziekenhuizen en associaties van ziekenhuizen.

De beheerder wijst de vertegenwoordiger aan die het ziekenhuis zal vertegenwoordigen in dit orgaan en bepaalt zijn gebonden opdracht.

Associaties van ziekenhuizen die beslissen gezamenlijk op te treden kunnen een gemeenschappelijke vertegenwoordiger afvaardigen.

Onder verantwoordelijkheid van de beheerder wordt een gedetailleerde aankoopcyclus opgesteld. Dit bestaat uit een nauwkeurige weergave van alle aangekochte producten, met hun specificaties, de hoeveelheid en het moment en de periodiciteit van aankoop.

Art. 129quater

Het orgaan bepaalt in onderling overleg welke administratieve ondersteuning wordt voorzien en hoe de werkingskosten daarvan onderling worden verdeeld.

Op dezelfde wijze wordt beslist welke elementen van de aankoopcyclus aan haar dienen medegedeeld te worden.

Het orgaan kan verder alle afspraken maken die ze dienstig acht voor haar werking en deze laten opnemen in een intern reglement.

Art. 129quinquies

Op basis van een vergelijking van de aankoopcycli en eventuele concrete voorstellen van één of meerdere ziekenhuizen, stelt het overlegorgaan een lijst op van de potentieel nuttige initiatieven en maakt dit via de vertegenwoordigers over aan de respectievelijke beheerders. Deze laatstgenoemden maken duidelijk waarvoor al dan niet interesse bestaat, waarna het Overlegorgaan voor samenaankoop deze verder in detail kan onderzoeken en voorbereiden.

Het is bevoegd contracten tot samenaankoop af te sluiten eens daartoe overeenstemming bestaat tussen minimum 2 ziekenhuizen, op voorwaarde dat de andere ziekenhuizen een laatste maal uitgenodigd worden mee hierop in te tekenen.

Het overlegorgaan bepaalt de termijn waarbinnen deze laatste antwoorden haar dienen te bereiken.

Art. 129sexies

De rechtsverhouding tussen het overlegorgaan tot samenaankoop en de voor dat contract deelnemende ziekenhuizen, wordt beheerst door een lasthebbersovereenkomst. »

Verantwoording

Wij pleiten voor een meer structurele aanpak is op verschillende vlakken vereist. De financiële middelen die aan de ziekenhuizen worden toegekend, moeten worden verhoogd. Hiertoe dienen wij dit amendement in.

De indieners willen met dit amendement een opportuniteit voor kostenbesparing creëren door de invoering van een stelsel voor samenaankoop.

De overheid kan belangrijke besparingen realiseren door aankopen gegroepeerd, via raamcontracten te doen. Door grote volumes aan te kopen kunnen lagere prijzen bedongen worden en verminderen de administratiekosten, omdat slechts éénmaal een aankoopprocedure toegepast moet worden. Beide elementen verhogen de efficiëntie van de aankopen.

Naast die financiële voordelen zijn er ook kwalitatieve voordelen. De diensten kunnen sneller beschikken over de gewenste goederen en diensten, omdat ze geen gunningsprocedure meer moeten doorlopen, dit kan ook de voorraadkosten verminderen. De omvang van een raamcontract plaatst de administratie in een sterkere positie ten opzichte van een leverancier en laat haar toe om veeleisender te zijn op vlak van de kwaliteit van de dienstverlening. Raamcontracten worden gegund door specialisten met een grondige kennis van de producten en van de wettelijke procedures, wat een kwaliteitsgarantie biedt.

De toegevoegde waarde van raamcontracten maakt dan ook dat in vele landen diensten te vinden zijn die zich hiermee bezig houden. In België vervulde het Federaal Aankoopbureau deze functie. Medio 2002 werd deze dienst ingrijpend gereorganiseerd : het FAB, met ongeveer 100 personeelsleden, werd afgeschaft en vervangen door de dienst FOD overschrijdende raamcontracten met een tiental personeelsleden (FOR). »

Nr. 17 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 61

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De toepassing van de rechten bepaald in de wet op de patiëntenrechten wordt geëvalueerd door de federale commissie « rechten van de patiënt ». Alvorens deze wetswijziging door te voeren, is het dan ook beter hierover het advies van de Commissie af te wachten. Deze wetswijziging verdient een aparte behandeling en geen snelle afhandeling via de gezondheidswet.

Nr. 18 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 62

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De toepassing van de rechten bepaald in de wet op de patiëntenrechten wordt geëvalueerd door de federale commissie « rechten van de patiënt ». Alvorens deze wetswijziging door te voeren, is het dan ook beter hierover het advies van de Commissie af te wachten. Deze wetswijziging verdient een aparte behandeling en geen snelle afhandeling via de gezondheidswet.

Nr. 19 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 64

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De toepassing van de rechten bepaald in de wet op de patiëntenrechten wordt geëvalueerd door de federale commissie « rechten van de patiënt ». Alvorens deze wetswijziging door te voeren, is het dan ook beter hierover het advies van de Commissie af te wachten. Deze wetswijziging verdient een aparte behandeling en geen snelle afhandeling via de gezondheidswet.

Nr. 20 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 82bis (nieuw)

Een artikel 82bis (nieuw) invoegen, luidend als volgt :

« Art. 82bis. — In artikel 29bis van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, wordt tussen het voorlaatste en laatste lid een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Deze commissie richt binnen haar schoot een werkgroep radio-isotopen op. De samenstelling en de werkingsregels van deze werkgroep wordt door de Koning bepaald. »

Verantwoording

Gezien het bijzondere statuut van radio-isotopen vinden we dat hiervoor een interne werkgroep binnen de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) kan worden opgericht. Enkel door de oprichting van een werkgroep binnen de CTG kan de deskundigheid en de onafhankelijkheid gewaarborgd worden : een Technische Raad kan immers zelf geen verantwoordelijkheid dragen en werkt dus in functie van een orgaan dat dat wel kan. In casu is de CTG hiervoor het meest geschikt.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.

Nr. 21 VAN MEVROUW NYSSENS

Art. 3

Paragraaf 4 van het voorgestelde artikel 21octiesdecies (nieuw) doen vervallen.

Verantwoording

Volgens § 4 stelt de Koning op advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen de bijzondere kwalificatievoorwaarden en -criteria vast waaraan houders van de beroepstitel van vroedvrouw moeten voldoen om bekkenbodemreëducatie te mogen uitvoeren.

Als representatieve organisatie van de kinesitherapeuten gaat BAPRA ervan uit dat de kinesitherapeut de aangewezen persoon is om zich bezig te houden met alles wat de bescherming van het musculair-skeletaal stelsel van de vrouw betreft tijdens de zwangerschap of vlak na de bevalling. De ontwerptekst laat evenwel uitschijnen dat de Koning een deel van die taak, te weten de bekkenbodemreëducatie, aan een vroedvrouw kan opdragen zonder dat daar een kinesitherapeut aan te pas komt.


Nr. 22 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 126

Aan het voorgestelde artikel 2, 4º, tweede lid, de volgende zin toevoegen :

« Voor een ethisch comité van een wetenschappelijke vereniging moet het vereiste aantal geanalyseerde protocollen slechts over een periode van 2 jaar bereikt worden. »

Verantwoording

De specifieke situatie van wetenschappelijke verenigingen vereist een minder stringent criterium.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.