3-1682/1 | 3-1682/1 |
11 OKTOBER 2006
Hadrontherapie : een nieuwe en doeltreffende kankertherapie
Anderhalf jaar geleden startten de verantwoordelijken van de radiotherapieafdelingen van de Belgische universiteiten een haalbaarheidsanalyse van een gemeenschappelijk behandelingscentrum voor hadrontherapie (proton/ion). De Stichting tegen Kanker ageerde in dat project als katalysator.
Op een hoorzitting in de Senaatscommissie voor de Sociale Aangelegenheden op 3 mei 2006 lichtten de heer Paul Jacquet de Haveskercke, algemeen directeur van de Stichting tegen Kanker, mevrouw Germaine Heeren, Belgische Vereniging voor Ziekenhuis Fysici, professor Yolande Lievens, adjunct-kliniekhoofd Gezwelziekten, UZ Gasthuisberg en de heren Wilfried Deneve, Universiteit Gent, en de heer R. De Croock, projectmanager de stand van zaken toe.
Momenteel kunnen we de stand van zaken als volgt samenvatten :
Met de ontwikkeling van de nieuwe hadronstralingsbundels ontstaan er nieuwe perspectieven voor de kankerbehandeling (meer bepaald tumorenbestrijding). Met de hadronstralingsbundels dalen de bijwerkingen vermits gezonde weefsels minder bestraald worden en stijgt de biologische efficiëntie door de betere gerichtheid op de schadelijke tumoren.
Het RIZIV betaalt thans de behandelingskosten in het buitenland terug. Tevens is contact opgenomen met het RIZIV om het terugbetalingsniveau door de ziekteverzekering in België te bepalen. Op korte termijn heeft de Stichting tegen Kanker het engagement genomen om de verplaatsingskosten van de patiënten, familie en de begeleidende radiotherapeut naar het buitenland mee te financieren. De bedoeling is om de kinderen een hadrontherapie aan te bieden in Villigen, Zwitserland, in afwachting van de constructie van een interfacultair centrum. Op termijn zou zo'n interfacultair centrum in ons land goedkoper zijn voor de gezondheidszorg.
Hadrontherapie in België : te duur en te ingewikkeld om realistisch te zijn ?
De nieuwe bestralingsbehandelingen met hadrontherapie zullen duurder zijn dan de standaard x-stralentherapie : de kostprijs van de zeer gesofisticeerde uitrusting (het zijn vooral de hadronstralen die de hoge kostprijs bepalen) en van de gebouwen is belangrijk, maar de personeelskosten zijn dat nog meer.
Tegenover deze hogere kostprijzen staat dat de verbeterde dosisverdeling en de absorptie-eigenschappen mogelijkerwijs een betere tumorcontrole op en een beter behoud van de omliggende weefsels. Deze voordelen zijn belangrijk bij een groot aantal kwaadaardige gezwellen bij kinderen. Dit geldt eveneens voor gezwellen bij volwassenen waarbij het maximaliseren van de plaatselijke controle het belangrijkste doel is of waar de nabijheid van risico-organen optimale dosisverdeling belemmert. Momenteel stelt men dat een hadroncentrum (met proton stralenstelling, in combinatie met lichte ionstralingen). voor een bevolking van ongeveer 10 miljoen inwoners moet volstaan.
De globale constructieprijs van een dergelijk proton/lichte-ionenbehandelingscentrum is geschat rond 100 miljoen euro (met ongeveer 70 miljoen euro als budget voor de uitrusting en 30 miljoen euro voor de gebouwen). Omdat de investeringskosten zo hoog zijn in het globale kostenplaatje, is het wel noodzakelijk om de voorzieningen aan maximale capaciteit te gebruiken om de kosten per behandeling te beperken. Dat kan onder meer door langere werktijden in te lassen dan nu gebruikelijk is in de meeste radiotherapiecentra. In deze omstandigheden komen de berekeningen door verschillende landen opgesteld tot een kostprijs tussen 20 000 euro en 25 000 euro voor een volledige hadronbehandeling.
De vraag kan gesteld worden of de normale terugbetalingssystemen zulke behandelingen in hoogtechnische centra, die naast de dagelijkse patiëntenzorg ook een belangrijke researchfunctie hebben, moeten betalen. Sommigen pleiten ervoor dat wanneer er een akkoord is of er wel of niet een hadroncentrum moet komen voor een bepaalde bevolking, de regering de constructie zou kunnen betalen. Wanneer de begininvestering gerecupereerd is (dit wil zeggen de constructie van de gebouwen en de kosten van de technische uitrusting) kan de kostprijs per patiënt zich beperken tot de werkingskosten, waardoor de behandelingskosten sterk zullen verminderen.
Ook al is het een aanzienlijke som, zowel voor de investering als voor de behandeling, toch moet men dit zien in het totale kostenplaatje van oncologie en globale gezondheidszorg. Ten eerste krijgen alleen een beperkt aantal patiënten, bij wie standaardbehandelingen duidelijk minder resultaat hebben of in gevallen waarbij de kans op neveneffecten zo enorm groot is, deze dure radiotherapiebehandelingen aangeboden. Ten tweede mogen we niet uit het oog verliezen dat radiotherapie zeer goedkoop blijft in vergelijking met andere kankerbehandelingen en dat zelfs zulke dure bestralingen minder duur zullen blijven dan standaard chirurgische interventies of systematische behandelingen in oncologie, waarbij dure patiëntenzorg en dito medicatie de kostprijs bepalen.
Vanuit het perspectief van de globale gezondheidszorg is de (extra) kostprijs van hadrontherapie zeker niet buitensporig en we mogen de hoge bedragen, die nodig zijn voor hadrontherapie niet als voorwendsel gebruiken om onze patiënten die behandeling te ontzeggen en om nevenwerkingen ten gevolge van een lagere bestralingskwaliteit te negeren.
Mia DE SCHAMPHELAERE Wouter BEKE. |
De Senaat,
vraagt de minister van Volksgezondheid en de minister van Begroting :
1. een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren voor de oprichting van een Belgisch Centrum voor Hadrontherapie, dit zowel op het vlak van de financiële aspecten als op het budgettair, medisch-wetenschappelijk en infrastructureel vlak;
2. een dialoog aan te vatten met het RIZIV om de terugbetaling van de patiënten die een beroep doen op hadrontherapie te verbeteren en op termijn te verzekeren;
29 mei 2006.
Mia DE SCHAMPHELAERE Wouter BEKE Etienne SCHOUPPE Annemie VAN de CASTEELE Patrik VANKRUNKELSVEN Jihane ANNANE François ROELANTS du VIVIER Erika THIJS Jacinta DE ROECK. |