3-598/1

3-598/1

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

29 MAART 2004


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, teneinde een verbod in te stellen op de verkoop via automaten van sigaretten, tabaksproducten en rookbenodigdheden

(Ingediend door de heer René Thissen c.s.)


TOELICHTING


Roken is in België veruit de belangrijkste en tevens de eerste te voorkomen doodsoorzaak. In 1995 waren 19 400 sterfgevallen toe te schrijven aan tabaksgebruik; dat cijfer ligt meer dan viermaal hoger dan alle sterfgevallen samen die te wijten zijn aan verkeersongevallen (1 592), zelfdodingen (2 155), aids (221), doodslag (169), vergiftiging (81), brand (110) en vliegtuigongevallen (16) (1).

Een studie van professor Peto (2) toont aan dat de toestand nog verslechtert : elk jaar stijgt immers het aantal aan rookgedrag toe te schrijven sterfgevallen (van 8 000 in 1955 naar 19 400 in 1995). Daarbij zij aangestipt dat men de gevolgen van het roken alleen evalueert op basis van de sterftecijfers (ingevolge kanker, hart- en vaatziekten, ziekten van de luchtwegen), maar dat het aantal aan roken gerelateerde ziektes niet exact kan worden becijferd.

Een in het British Medical Journal verschenen artikel van het Royal College of Physicians heeft aangetoond dat één op twee regelmatige rokers vroegtijdig sterft als gevolg van zijn hebbelijkheid (3). Rokers die vroegtijdig sterven ten gevolge van hun rookgewoonten, leven 16 jaar minder dan niet-rokers. Gemiddeld leven niet-rokers 8 jaar langer dan rokers. Ten slotte zij erop gewezen dat hoe sneller men stopt met roken, hoe meer kans men heeft langer te leven.

Passief roken zou in België jaarlijks 2 200 mensen het leven kosten (4). Een in 2002 verschenen monografie van het IARC (International Agency for Research on Cancer ­ Internationaal Instituut voor Kankeronderzoek), dat gebaseerd was op 50 studies, kwam tot de conclusie dat er genoeg bewijzen voorhanden zijn om te stellen dat een van de oorzaken van longkanker, met name de blootstelling aan passief roken, het risico van longkanker bij echtgenotes van rokers met 20 % en bij echtgenoten van rooksters met 30 % doet toenemen. Ook kleine hoeveelheden rook kunnen dus reeds significante effecten sorteren (5).

Passief roken verhoogt voorts de kans op sterfte als gevolg van coronaire aandoeningen met bijna 25 %, en verhoogt de kans op acute respiratoire reacties, vooral bij kinderen, astmalijders en emfyseempatiënten. Ventilatie van lokalen biedt geen oplossing voor dit probleem; luchtverversing kan ertoe bijdragen de irritatie door tabaksrook te verminderen, maar de schadelijke elementen ervan worden niet weggenomen.

Het percentage dagelijkse rokers (ouder dan 18 jaar) in België bedroeg in 2001 28 % (22 % bij de vrouwen en 34 % bij de mannen) (6). Tijdens de periode 1982-1993 is het percentage dagelijkse rokers van 40 % naar 25 % gedaald. Sinds 1991 schommelt dat percentage echter tussen 25 en 30 %, zonder dat het voort afneemt.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe een verbod in te stellen op de verkoop via automaten van sigaretten, producten op basis van tabak en rookbenodigdheden. Het wetsvoorstel maakt deel uit van een geheel van wetsvoorstellen en voorstellen van resolutie waarmee dezelfde indieners de uitbouw van een algemene en samenhangende bestrijding van het tabaksvraagstuk beogen. Die algemene aanpak omvat de elementen die onontbeerlijk zijn om in de bestrijding van tabaksgebruik een minimale doeltreffendheid te halen.

In België zijn er meer dan 70 000 verkooppunten, waaronder 30 000 automaten. Ter vergelijking : Frankrijk, met een veel grotere bevolking en oppervlakte, telt maar 35 000 verkooppunten. Behalve dat dit wetsvoorstel het aantal verkooppunten beperkt, biedt het ook het voordeel dat tussen de koper en de tabaksproducten een verkoper komt te staan; ook dat kan ontradend werken.

In een ander wetsvoorstel stellen dezelfde indieners voor een verbod in te stellen op de verkoop van tabak en soortgelijke producten aan minderjarigen. Die beperking inzake de toegang van minderjarigen tot tabak heeft maar zin als tegelijk bij wet wordt bepaald dat bij de terhandstelling van het tabaksproduct de leeftijd van het kind mag worden gecontroleerd, maar ook dat het aantal verkooppunten wordt verminderd.

René THISSEN.
Clotilde NYSSENS.
Christian BROTCORNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende :

« Art. 7bis. ­ Het is verboden tabak, producten op basis van tabak en soortgelijke producten alsmede rookbenodigdheden via automaten te verkopen. »

Art. 3

Artikel 15 van dezelfde wet wordt aangevuld met een § 4, luidende :

« § 4. Met gevangenisstraf van één maand tot een jaar en met geldboete van 250 tot 2 500 euro of met één van deze straffen alleen wordt gestraft, hij die artikel 7bis van deze wet overtreedt. »

5 maart 2004.

René THISSEN.
Clotilde NYSSENS.
Christian BROTCORNE.

(1) Joossens L., « Documentatiemap Roken », OIVO, 2002.

(2) Peto R., Lopez AD., Boreham J., Thun M., Health L., 1994 « Mortality from smoking in developed countries 1950-2000 », Oxford University Press, Oxford, blz. 553.

(3) Royal College of Physicians, Nicotine Addiction in Britain. A report of the tobacco advisory group of the Royal College of Physicians, Londen, 2000.

(4) OIVO-studie.

(5) International Agency for Research on Cancer, Involuntary smoking, Monograph, Lyon 2002.

(6) Bron OIVO-DIMARSO.