3-590/1 | 3-590/1 |
29 MAART 2004
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een wetsvoorstel dat tijdens de vorige zittingsperiode reeds in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd ingediend (DOC 50 1131/001).
De rol van de afdeling wetgeving van de Raad van State is essentieel. Zowel de regering als het Parlement moeten namelijk op de hoogte worden gebracht van knelpunten inzake grondwettigheid, wettelijkheid en wetgevingstechniek die worden opgeworpen door voorontwerpen van wet die de regering opstelt en die het parlement in bespreking neemt. De terzake door dat hoge rechtscollege uitgebrachte adviezen stellen de verschillende takken van de wetgevende macht in staat met kennis van zaken te overleggen en te besluiten.
Daarom verplicht artikel 3 van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State de regering ertoe aan de wetsontwerpen die ze bij het parlement indient het advies van dat rechtscollege te hechten.
De rol die de Inspectie van Financiën speelt in de totstandkoming van een wet is verankerd in het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. Artikel 5, 2º, van dat besluit bepaalt « Aan de voorafgaande akkoordbevinding van de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort worden voorgelegd de voorontwerpen van wet (...) waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen worden beïnvloed, of nieuwe uitgaven kunnen ontstaan », terwijl artikel 14, 2º, van datzelfde besluit bepaalt « Aan de inspecteurs van Financiën worden voor voorafgaand advies voorgelegd (...) de voorontwerpen van wet (...) die aan de Ministerraad worden voorgelegd [of] die aan de ministers tot wier bevoegdheden de begroting en het algemeen bestuur behoren worden voorgelegd ».
Daaruit volgt onder meer dat de Inspectie van Financiën voorafgaand advies moet uitbrengen over alle voorontwerpen van wet die, direct of indirect, de ontvangsten kunnen beïnvloeden of nieuwe uitgaven kunnen doen ontstaan. Op administratief en budgettair vlak zijn die adviezen de tegenhanger van de adviezen van de Raad van State met betrekking tot de grondwettigheid en de wettelijkheid. Ze zijn dan ook van groot belang.
Om het Parlement in staat te stellen met kennis van zaken te beraadslagen en te besluiten over de wetsontwerpen die de regering indient, moet worden bepaald dat de regering verplicht is, telkens als dat vereist wordt, het advies van de Inspectie van Financiën toe te voegen aan elk van de voorontwerpen van wet die ze bij het Parlement indient.
Dit wetsvoorstel heeft tot doel, in navolging van wat geldt voor het advies van de Raad van State, nader te bepalen dat het advies van de Inspectie van Financiën moet worden toegevoegd aan de ingediende wetsvoorstellen.
René THISSEN. Clotilde NYSSENS. Christian BROTCORNE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 46 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :
« Indien krachtens het tweede lid het voorafgaand advies van de Inspectie van Financiën is vereist voor een voorontwerp van wet, wordt dat advies aan de memorie van toelichting toegevoegd wanneer dat wetsontwerp bij de Kamer van volksvertegenwoordigers of de Senaat wordt ingediend. »
5 maart 2004.
René THISSEN. Clotilde NYSSENS. Christian BROTCORNE. |