2-1336/2 | 2-1336/2 |
14 NOVEMBER 2002
Art. 3 (nieuw)
Een artikel 3 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 3. Er wordt een Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik opgericht, dat een begrotingsfonds vormt in de zin van artikel 38 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.
Vanaf het begrotingsjaar 2003 en gedurende ten minste zes opeenvolgende jaren wordt jaarlijks een bedrag van 1 859 200 euro toegewezen aan dit fonds.
De uitgaven die ten laste van het Fonds kunnen komen, worden gedaan met toepassing van het samenwerkingsakkoord van ... tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en het Waals Gewest inzake de strijd tegen het tabaksgebruik.
De Koning regelt de toewijzing van de kredieten in overeenstemming met de bepalingen van het hierboven vermelde samenwerkingsakkoord. De kredieten bestemd voor activiteiten waarvoor de Federale Staat bevoegd is, worden op de begroting opgevoerd op sectie 25 organisatieafdeling 53 administratie van Volksgezondheid, waar een activiteit « bestrijding van tabaksgebruik » wordt gecreëerd. »
Verantwoording
De toelichting van het wetsvoorstel wijst op de noodzaak van doortastende maatregelen om de strijd tegen het tabaksgebruik op te voeren. Een van deze maatregelen is de oprichting van een onafhankelijk Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik, dat over aanzienlijke middelen kan beschikken.
Momenteel wordt, op initiatief van de federale regering, een samenwerkingsakkoord inzake de strijd tegen het tabaksgebruik uitgewerkt tussen de Federale Staat en alle deelgebieden.
De regering heeft meegedeeld dat zij, vanaf 2003 en gedurende ten minste zes opeenvolgende jaren, jaarlijks een bedrag van 1 859 200 euro kan besteden aan de strijd tegen het tabaksgebruik zoals voorgesteld in dat samenwerkingsakkoord.
Dit amendement strekt ertoe in de wet vast te leggen dat de Federale Staat dat bedrag jaarlijks toewijst aan de strijd tegen het tabaksgebruik, nog voordat het ontworpen samenwerkingsakkoord een uitvoerbare wet is geworden. De bevestiging in de wet van die inschrijving op de federale begroting waarborgt nu al een minimum aan financiële middelen om toch zeker op federaal niveau de strijd tegen het tabaksgebruik te plannen en uit te bouwen, en dit zonder dat de toekenning van die middelen afhangt van het welslagen van het samenwerkignsakkoord.
Het gaat natuurlijk om een eerste stap. Zodra het samenwerkingsakkoord in werking treedt, zullen de financiële middelen toenemen. De gemeenschappen en gewesten zullen dan immers binnen de grenzen van hun bevoegdheid het gehele beleid inzake bestrijding van het tabaksgebruik mee financieren.
Philippe MONFILS. Jean-Marie HAPPART. |
Art. 3 (nieuw)
Een artikel 3 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 3. § 1. Binnen het ministerie van Volksgezondheid wordt een overheidsorgaan met rechtspersoonlijkheid ingesteld, genaamd « Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik ».
§ 2. Het Fonds is belast met de volgende taken :
1º financieren van door de Koning erkende structuren en organen die studies of onderzoek verrichten en die evaluaties of adviezen uitbrengen met betrekking tot tabaksgebruik en de gevolgen ervan voor de volksgezondheid;
2º zorgen voor de follow-up van de federale wetgeving inzake de strijd tegen het tabaksgebruik;
3º formuleren van nuttige voorstellen terzake;
4º zorgen voor een compensatie van de collectief gedane uitgaven voor de volksgezondheid, om via de ziekte- en invaliditeitsverzekering op een solidaire manier de kosten veroorzaakt door het tabaksgebruik te dragen.
De Koning bepaalt de samenstelling, de werkwijze en het beheer van het Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik.
§ 3. Het Fonds wordt gefinancierd door een bijdrage bestaande in een door de Koning te bepalen percentage van de omzet die gerealiseerd werd in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is. De Koning bepaalt de wijze waarop die bijdrage geïnd wordt.
Het Fonds wordt eveneens gefinancierd door een dotatie ten laste van de Staat.
De Koning bepaalt het bedrag van de dotatie en de wijze waarop zij betaald en aangewend wordt. »
Verantwoording
Maatregelen tegen het tabaksgebruik moeten altijd in de eerste plaats gericht zijn op een radicale vermindering van het aantal rokers in ons land.
Om het (overdadig) roken op een doeltreffende manier te bestrijden, is het echter nodig :
te beschikken over nauwkeurige wetenschappelijke studies betreffende de verschillende vormen van nicotineverslaving en hun gevolgen (zowel voor rokers als voor niet-rokers, met andere woorden de samenleving),
op grond van deze studies informatiecampagnes op touw te zetten om het gedrag te wijzigen en, indien mogelijk, preventiemaatregelen te treffen door middel van samenwerkingsovereenkomsten met de gemeenschappen.
Dit amendement wil een Fonds oprichten dat gestijfd wordt door een verplichte bijdrage van de producenten en verdelers van tabak en tabaksproducten, bepaald in verhouding tot hun omzet.
Behalve de financiering van studies en onderzoek naar gevolgen van het tabaksgebruik voor de gezondheid, zou het fonds een manier zijn om de kosten die de gemeenschap via de ziekte- en invaliditeitsverzekering draagt voor de terugbetaling van medische kosten ten gevolge van tabaksverbruik, terug te betalen of te compenseren.
Het Fonds zal ook de federale wetgeving in de strijd tegen de tabak opvolgen, toezien op de correcte toepassing ervan en voorstellen terzake formuleren.
Iedere producent zal dus moeten bijdragen tot het Fonds naar rato van zijn omzet voor het betreffende product op de Belgische markt.
Het bedrag van de bijdrage van de producenten wordt door de Koning bepaald.
Indien men vertrekt van de hypothese van een bijdrage van 1 % van de omzet, krijgt men op basis van de economische gegevens van het jaar 2001 een som van ongeveer 1 104 miljoen euro.
De manier waarop de middelen van het Fonds met het oog op de invulling van diens taken verdeeld worden, wordt door de Koning bepaald.
Dank zij de voorgestelde regeling voor de terugbetaling van de maatschappelijke kosten verbonden aan het tabaksgebruik worden de verschillende actoren gewezen op hun verantwoordelijkheid in deze problematiek : de producenten en verdelers betalen aan de gemeenschap de kosten terug die zij veroorzaakt hebben, terwijl de verbruikers die individueel ook bewust moeten worden van hun verantwoordelijkheid, geen enkel bijkomend voordeel genieten van deze maatregelen. Alleen de gemeenschap vaart er beter bij.
René THISSEN. Michel BARBEAUX. |