2-1003/3

2-1003/3

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

6 MAART 2002


Wetsontwerp tot rationalisering van de werking en het beheer van deNationale Loterij


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 2 VAN DE HEER SIQUET

Art. 49

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 49. ­ De personeelsleden die door de openbare instelling « Nationale Loterij », als bedoeld bij de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, in dienst genomen zijn bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, worden met behoud van die regeling overgenomen door de in artikel 4 van deze wet bedoelde naamloze vennootschap van publiek recht.

De rechtstoestand en de bezoldigingsregeling van het overeenkomstig het eerste lid overgenomen personeel mogen in geen geval minder voordelig zijn dan die welke op het personeel vóór de inwerkingtreding van deze wet van toepassing waren. »

Verantwoording

Het huidige artikel 49 is te vaag geformuleerd wat betreft het lot van het personeel. De in dit amendement voorgestelde lezing wil de tekst doen overeenstemmen met de toelichting en met de oogmerken zoals die tijdens de Kamerdebatten naar voren gekomen zijn.

Dit amendement streeft er niet naar de aan elk personeelslid toegekende functies of taken voorgoed vast te leggen. Wel wil het de regeling van artikel 35 van het voorliggende wetsontwerp, die in eenieders arbeidsovereenkomst opgenomen is, veilig stellen. De formulering van dit amendement is nog nauwkeuriger dan die van het vorige amendement op hetzelfde artikel.

Ludwig SIQUET.

Nr. 3 VAN DE HEREN HORDIES EN MORAEL

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 2. ­ Voor de toepassing van deze wet wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder :

1º minister : de minister tot wiens bevoegdheid Overheidsbedrijven en Overheidsdeelnemingen behoren;

2º openbare loterij : het aan het publiek aanbieden van kansspelen, waarbij een lot of een manueel in te vullen deelnemingsformulier wordt verkocht aan een speler die vervolgens zijn winst of zijn verlies controleert en waarbij die winst of dat verlies bepaald wordt door een fenomeen dat volkomen afhankelijk is van het toeval;

3º informatiemaatschappij-instrument : elke vorm van elektronische technologie bestemd voor rechtstreekse communicatie, via de kabel of via de ether. »

Verantwoording

De begrippen « openbare loterij » en « informatiemaatschappij-instrument » vragen om een nadere definitie.

Marc HORDIES.
Jacky MORAEL.

Nr. 4 VAN DE HEER THISSEN

Art. 3

De paragrafen 1 en 2 vervangen als volgt :

« De Nationale Loterij wordt ermee belast, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, de openbare loterijen, weddenschappen en wedstrijden en andere kansspelen te organiseren in de vorm en op de wijze bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister en van de minister van Justitie en na advies van de Kansspelcommissie bedoeld in artikel 9 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. »

Verantwoording

Dit wetsontwerp strekt ertoe om met betrekking tot spelen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen een « kanalisatiebeleid » te bevorderen en verslaving tegen te gaan.

Dat doel kan alleen worden bereikt als de adviesbevoegdheid van de Kansspelcommissie wordt uitgebreid.

Daarom pleiten wij er in dit amendement voor, dat elk product van de Nationale Loterij voortaan vooraf voor advies wordt voorgelegd aan de Kansspelcommissie.

Nr. 5 VAN DE HEER THISSEN

Art. 4

Paragraaf 8 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Deze bepaling is overbodig aangezien ze tot het gemene recht behoort.

Nr. 6 VAN DE HEER THISSEN

Art. 6

Paragraaf 1 van dit artikel wijzigen als volgt :

A) Het 1º en het 2º doen vervallen.

B) In het eerste lid, tussen de woorden « Het doel van de naamloze vennootschap van publiekrecht Nationale Loterij bestaat » en het woord « uit » invoegen de woorden « , naast het organiseren van openbare loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen, als bepaald in artikel 3, § 1, ».

Verantwoording

De Raad van State merkt terecht op dat de taken van de Nationale Loterij niet tweemaal in dezelfde wet moeten worden opgesomd. Wij stellen dus voor deze opsomming te vervangen door een verwijzing naar het betrokken artikel.

Nr. 7 VAN DE HEER THISSEN

Art. 7

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 7. ­ De activiteiten bedoeld in artikel 3, §§ 1 en 3, en in artikel 6, § 1, 1º, zijn taken van openbare dienst. De Nationale Loterij heeft het monopolie van de organisatie van openbare loterijen. »

Verantwoording

Dit amendement wil in de eerste plaats de tekst in overeenstemming brengen met de nieuwe verwijzingen die door de vorige amendementen zijn ingevoerd. Daarnaast strekt het tot de afschaffing van het monopolie van de diensten, dat wil zeggen de uitbating van de openbare loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen, voor zover die gebruik maken van informatie-instrumenten.

Nr. 8 VAN DE HEER THISSEN

Art. 8

Paragraaf 2 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Deze bepaling is overbodig aangezien ze behoort tot het gemene recht.

Nr. 9 VAN DE HEER THISSEN

Art. 11

In het zevende lid van § 1 van dit artikel, de woorden « uit als zelfstandige » vervangen door de woorden « in alle zelfstandigheid uit ».

Verantwoording

Dit amendement verduidelijkt dat het niet om het statuut gaat, maar om de manier waarop het mandaat uitgeoefend moet worden.

Nr. 10 VAN DE HEER THISSEN

Art. 14

In § 1 van dit artikel, de woorden « en de wijzigingen daarin » vervangen door de woorden « en zijn bijvoegsels ».

Verantwoording

Wijzigingen in een beherscontract worden in de juridische terminologie met het woord « bijvoegsel » aangeduid.

Nr. 11 VAN DE HEER THISSEN

Art. 15

In § 2 van dit artikel, de aanhef van de tweede volzin doen luiden als volgt : « Voor het beheerscontract wordt gesloten, wordt het ter goedkeuring voorgelegd ».

Verantwoording

Dit amendement wil de procedures inzake de totstandkoming van het beheerscontract tussen de Nationale Loterij en de Staat duidelijker weergeven.

Nr. 12 VAN DE HEER THISSEN

Art. 18

In § 1 van dit artikel, tussen de woorden « betreft » en de woorden « van de minister van Begroting », de woorden « aan de aanvullende controle » toevoegen.

Verantwoording

Zoals het nu is opgesteld, is artikel 18 niet voldoende duidelijk over de gezamenlijke controle door de minister tot wiens bevoegdheid overheidsparticipaties behoren en de minister van Begroting wat beslissingen met een budgettaire of financiële weerslag betreft. Dit amendement wil deze leemte aanvullen.

Nr. 13 VAN DE HEER THISSEN

Art. 21

In § 1, eerste lid, van dit artikel, de woorden « tweede lid » doen vervallen.

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 4 op artikel 3.

Nr. 14 VAN DE HEER THISSEN

Art. 21

Het tweede lid van § 1 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 4 op artikel 3.

Nr. 15 VAN DE HEER THISSEN

Art. 21

Paragraaf 1, derde lid, van dit artikel aanvullen met de woorden « en de eventuele sancties vaststellen ».

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 4 op artikel 3.

Nr. 16 VAN DE HEER THISSEN

Art. 21

Paragraaf 2 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zelfde verantwoording als bij amendement nr. 4 op artikel 3.

Nr. 17 VAN DE HEER THISSEN

Art. 39

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Door de beperking die het invoert in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, bepaalt artikel 39 dat de organisatie van kansspelen door de Nationale Loterij op geen enkele manier mag worden beperkt. Het stelt, met andere woorden, dat het organiseren van kansspelen via de Nationale Loterij enkel en alleen onder de bevoegdheid valt van de Loterij zelf.

Indien men ervoor kiest om voor ieder product van de Nationale Loterij eerst het advies in te winnen van de Kansspelcommissie ­ zodat de Loterij geen rechter in eigen zaak wordt ­ kunnen we niet anders dan voorstellen dit artikel te doen vervallen.

René THISSEN.

Nr. 18 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 2bis (nieuw)

Een artikel 2bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 2bis. ­ In de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, het woord « kansspelcommissie » telkens vervangen door de woorden « controlecommissie voor spelactiviteiten. »

Verantwoording

De kansspelcommissie zal naast de controle op de kansspelen ook de controle krijgen op de openbare loterijen, weddenschappen en wedstijden. Vandaar de duidelijke naamsverandering in de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Nr. 19 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 3

De § 1 vervangen als volgt :

« Art. 3. ­ § 1. De Nationale Loterij wordt er mee belast, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, de openbare loterijen toegelaten door de regering, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen te organiseren in de vormen en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister en van de minister van Justitie, en na advies en onder toezicht van de controlecommissie voor spelactiviteiten. »

Verantwoording

Het onderscheid tussen kansspelen en de nieuwe generatie loterijen wordt in de praktijk steeds vager. De indieners pleiten ervoor een gestroomlijnd systeem van toezicht te voorzien op de diverse spelactiviteiten vanuit de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Huidig amendement groepeert daarom de verschillende wettelijke opdrachten binnen een coherent systeem van regulering en toezicht door de voltallige Ministerraad en controlecommissie voor spelactiviteiten.

De Koning en de controlecommissie kunnen per product de nodige modaliteiten bepalen van de exploitatie, met behoud van voldoende controle en stringente voorwaarden.

Nr. 20 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 3

In § 3 de woorden « de openbare loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen » vervangen door de woorden « de spelactiviteiten ».

Verantwoording

De Europese rechtspraak en meer bepaald het Hof van Justitie maakt geen onderscheid tussen loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen. Het verdient aanbeveling de Europese tendens terzake te volgen.

Het onderscheid tussen de nieuwe generatie loterijproducten en kansspelen is in de praktijk bovendien vaak erg vaag.

Nr. 21 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 6

In dit artikel volgende wijzigingen aanbrengen :

1º Paragraaf 1, 1º en 3º, weglaten.

2º Paragraaf 1, 2º, vervangen als volgt :

« 2º de organisatie van de openbare loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, in de vormen en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister en van de minister van Justitie, en na advies en onder toezicht van de controlecommissie voor spelactiviteiten. »

Verantwoording

Het onderscheid tussen kansspelen en de nieuwe generatie loterijen wordt in de praktijk steeds vager. De indieners pleiten ervoor een gestroomlijnd systeem van toezicht te voorzien op de diverse spelactiviteiten vanuit de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Huidig amendement groepeert daarom de verschillende wettelijke opdrachten binnen een coherent systeem van regulering en toezicht door de voltallige Ministerraad en controlecommissie voor spelactiviteiten.

De Koning en de controlecommissie kunnen per product de nodige modaliteiten bepalen van de exploitatie, met behoud van voldoende controle en stringente voorwaarden.

Nr. 22 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 6

Paragraaf 2 van dit artikel vervangen als volgt :

« § 2. De Nationale Loterij kan in het kader van haar doel, overeenkomsten sluiten met de private sector of met buitenlandse overheden met uitsluiting van overeenkomsten om te partciperen in handelsvennootschappen of in tijdelijke verenigingen met als doel het inrichten of het ondersteunen van spelactiviteiten. »

Verantwoording

De openstelling tot 49 % voor de privé-sector houdt verregaande risico's in. Het is niet voor het eerst dat een grens waarbij 50 % voor de overheid is gewaarborgd, slechts een tussenstap is naar volledige privatisering (Belgacom enz.).

Bovendien is het niet eens uitgesloten dat het « feitelijk beheer » over de instelling door de private sector zou worden overgenomen gelet op de deskundigheid waarover externe gespecialiseerde private partners (Sabena) beschikken. Hoe kan de inperking van de gokverslaving dan nog bevorderd worden ?

De mogelijkheid om voor de specifieke exploitatie van bepaalde kansspelen samen met privé-exploitanten joint ventures (tijdelijke verenigingen rond bepaald project) of dochterondernemingen (handelsvennootschappen) op te richten, wijst op de expansieve benadering van de regering.

We kunnen tevens opmerken dat een uitgebreide samenwerking met bijvoorbeeld de groep rond De Post (netwerk verdeelpunten) en Belgacom (netwerktechnologie) zou kunnen leiden tot de exploitatie van nieuwe spelactiviteiten, buiten de bestaande kansspelinrichtingen.

Het gaat te ver wanneer men in het wetsontwerp stelt dat de Nationale Loterij én het monopolie heeft om via informatiemaatschappij-instrumenten spelactiviteiten te organiseren én zijn synergieën zal mogen zoeken met commerciële organisaties. We pleiten voor een afschaffing van beide bepalingen.

Het wordt de Nationale Loterij daarnaast ook toegelaten, in het kader van haar doel, overeenkomsten te sluiten met de private sector of met buitenlandse overheden voor de exploitatie van nieuwe spelactiviteiten. Er wordt zelfs expliciet gewag gemaakt van joint ventures. Dit houdt het risico in dat de markt van de spelactiviteiten wordt vergroot buiten de controle van de geëigende en onafhankelijke controle-instanties om.

Huidig amendement komt tegemoet aan de rechtspraak van het Hof van Justitie stellende dat het essentieel is dat alle activiteiten op gelijkaardige wijze worden beperkt. Een lidstaat kan niet aan één zijde speelautomaten of weddenschappen streng beperken en anderzijds allerlei vormen van loterijen vrij laten.

De restricties welke een lidstaat gerechtigd is te handhaven ten aanzien van spelactiviteiten moeten op een coherente wijze worden toegepast (het Hof van Justitie op basis van het arrest-Schindler). Men kan dus niet via participaties in dochterondernemingen of via joint ventures de restricties gaan omzeilen.

Nr. 23 VAN DE HEER D'HOOGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 22)

Art. 6

In § 2, de woorden « de Nationale Loterij of de Staat, rechtstreeks of onrechtstreeks via een overheidsbedrijf, alleen of gezamenlijk, » telkens vervangen door de woorden « de Staat rechtstreeks ».

Verantwoording

De indieners verkiezen subsidiair een contructie waarbij de Staat rechtstreeks de meerderheid van de aandelen van de verbonden ondernemingen controleert. Onrechtstreekse controle vergroot het risico op verwatering van de controle.

Bovendien is onduidelijk wat bijvoorbeeld zou gebeuren bij de verwatering van participaties van de overheid in overheidsbedrijven die op hun beurt aandeelhouder van de Nationale Loterij zijn.

Nr. 24 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 6

In dit artikel de §§ 3 en 4 weglaten.

Verantwoording

Deze bepalingen zijn overbodig omdat het aan de Nationale Loterij niet wordt toegestaan te participeren in handelsvennootschappen. Wat aan de Nationale Loterij wel wordt toegestaan wordt bepaald in het vervangen artikel 6, § 2.

Nr. 25 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 7

Dit artikel vervangen als volgt :

Art. 7. ­ De activiteiten bedoeld in artikel 6, § 1, 2º, 3º en 4º zijn taken van openbare dienst.

Verantwoording

Het zuiver monopoliesysteem wordt vervangen door een systeem met vergunningen, ook voor de openbare loterijen. Deze vergunningen worden onder strikte voorwaarden toegekend door de controlecommissie en zijn onderworpen aan het toezicht van deze commissie.

Artikel 7 van het wetsontwerp voorzag in een monopoliepositie voor de Nationale Loterij ter attentie voor de organisatie van diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van de informatiemaatschappeij-instrument, zeg maar internettoepassingen.

Indieners zien niet in waarom een verboden activiteit ­ hier kan verwezen worden naar de antwoorden van de minister van Justitie op diverse parlementaire vragen ­ moet georganiseerd worden door de overheid, met het reële risico dat de vraag kunstmatig wordt aangewakkerd door de overheid. De overheid heeft als plicht heeft het indijken van de gokverslaving. De exploitatie van dergelijke activiteiten wordt dan ook niet weerhouden.

Nr. 26 VAN DE HEER D'HOOGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 25)

Art. 7

Een nieuw lid toevoegen, luidende :

« De organisatie van de genoemde diensten via informatiemaatschappij-instrumenten onder het toezicht van de controlecommissie voor spelactiviteiten, kan enkel mits er per individuele speler een bijzondere spelrekening wordt vereist die voldoet aan de door de Koning vastgelegde voorwaarden en mits een leeftijdsgrens van 21 jaar, een maximum uurverlies, een maximale speelfrequentie en maximale dagelijkse speelduur worden vastgesteld.

De controle van de gegevens van elke individuele speler dient authentiek te gebeuren via het gebruik van een geavanceerde elektronische handtekening gerealiseerd op basis van een gekwalificeerd certificaat zoals bedoeld in de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. »

Verantwoording

Voor zover de Nationale Loterij als opdracht krijgt om binnen een monopoliesituatie via het internet kansspelen te organiseren, is het volgens de indieners van huidig amendement noodzakelijk dat beperkingen worden opgelegd naar leeftijd, maximum uurverlies, speelfrequentie en speelduur binnen een beveiligde verbinding met de nodige technische waarborgen.

Een geavanceerde elektronische handtekening maakt het mogelijk de exacte identiteit en leeftijd van de speler te waarborgen. Hierbij wordt gesuggereerd gebruik te maken van een persoonlijke smartcard (bijvoorbeeld proton, SIS card) met persoonlijke code. De maximale inzet, maximaal verlies en speelfrequentie kan gecontroleerd worden door te werken met een bijzondere spelrekening per individuele speler in een beveiligde omgeving waarbij een controleerbaar maximum kan ingesteld worden.

Nr. 27 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 8

In de tekst voorgesteld voor § 1, eerste lid, het woord « veertien » vervangen door het woord « tien ».

Verantwoording

Een raad van bestuur van tien leden volstaat. Een vermeerdering van het aantal leden zou volgens ons enkel dienen om postjes aan de man te brengen.

Nr. 28 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 12

In § 1, het 8º vervangen als volgt :

« 8º lid van de controlecommissie voor spelactiviteiten. »

Verantwoording

De kansspelcommissie wordt vervangen door de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Nr. 29 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 13

De § 4 vervangen als volgt :

« § 4. De Nationale Loterij kan tot kapitaalverhoging overgaan, mits hiertoe vooraf door de Koning gemachtigd te zijn, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, door uitgifte van aandelen.

Verantwoording

Het voorzien dat personeelsleden kunnen participeren via aandelen van de Nationale Loterij lijkt ons ingegeven door de bekommernis de omzet van de exploitatie op te drijven. Het is geenszins de taak van de overheid om de bevolking aan te zetten tot gokken.

Incentives zoals het toekennen van aandelen (of rechten op aandelen) aan het personeel worden daarom niet weerhouden door de indieners.

Nr. 30 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 18

Het eerste lid van § 1 vervangen als volgt :

« De Nationale Loterij is onderworpen aan de controle van de controlecommissie voor spelactiviteiten. Wat de beslissingen met een budgettaire of financiële weerslag betreft is de Nationale Loterij onderworpen aan de controle van de minister van Begroting. De controle omtrent de budgettaire of financiële aspecten wordt uitgeoefend door tussenkomst van twee regeringscommissarissen. »

Verantwoording

In het wetsontwerp staat dat de Nationale Loterij onderworpen is aan de controle van de bevoegde minister. Het lijkt ons beter dat een onafhankelijk orgaan de Nationale Loterij controleert. Een minister die organiseert en controleert is van het goede te veel. De vrees is dat de minister zal trachten de winst te maximaliseren door beperkte controles uit te voeren op de aangeboden producten met als gevolg een toename van de gokverslaving in plaats van een inperking.

Nr. 31 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 18

Het tweede lid van § 1 vervangen als volgt :

« De regeringscommissarissen worden benoemd en ontslagen door de Koning, op voordracht van de minister van Begroting. »

Verantwoording

De minister van Begroting controleert de beslissingen met een budgettaire of financiële weerslag van de Nationale Loterij. De controle omtrent de financiële en budgettaire aspecten wordt uitgeoefend door tussenkomst van twee regeringscomissarissen. In die zin is het dan ook begrijpend dat de regeringscommissarissen worden benoemd op voordracht van de minister van Begroting.

Nr. 32 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 18

Paragraaf 1, derde lid, vervangen als volgt :

« De minister van Begroting wijst voor elke regeringscommissaris een plaatsvervanger aan voor het geval de regeringscommissaris die zij voorgedragen hebben zou verhinderd zijn. »

Verantwoording

De minister van Begroting controleert de beslissingen met een budgettaire of financiële weerslag van de Nationale Loterij. De controle omtrent de financiële en budgettaire aspecten wordt uitgeoefend door tussenkomst van twee regeringscommissarissen. In die zin is het dan ook begrijpend dat de minister van Begroting voor elke regeringscommissaris een plaatsvervanger aanwijst.

Nr. 33 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 21

Dit artikel weglaten.

Verantwoording

De samenwerking tussen de Nationale Loterij en de controlecommissie voor spelactiviteiten wordt gespecificeerd in de artikelen 3, 6 en 18. Dit artikel voegt daar niets aan toe en alle bepalingen mogen derhalve weggelaten worden.

Nr. 34 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 22

In dit artikel volgende wijzigingen aanbrengen :

1º in het eerste lid de woorden « de monopolierente, » weglaten.

2º het tweede lid vervangen door de volgende bepaling :

« Er wordt een bijzondere jaarlijkse heffing op nationale openbare loterijen ingesteld van 5 % op de totale jaarlijkse verkoop van producten van openbare loterij. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de nadere regelen met betrekking tot de vaststelling en de inning van genoemde heffing. Dit besluit moet binnen de zes maanden na publicatie ter bekrachtiging aan de wetgever voorgelegd worden. »

Verantwoording

De indieners wensen het monopolie voor openbare loterijen te vervangen door een vergunningssysteem (aan een enkele dan wel meerdere exploitanten, volgens de inzichten van de controle-instantie en de regering) onder controle van en volgens de modaliteiten bepaald door de controlecommissie voor spelactiviteiten. De monopolierente wordt daarom vervangen door een bijzondere heffing, die voor de overheid ongeveer dezelfde inkomsten kan genereren als de monopolierente.

Deze heffing vormt de logische evenknie van de bijzondere heffingen op andere spelactiviteiten.

Nr. 35 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 30

In § 1 de tweede zin weglaten.

Verantwoording

De diensten merken terecht op dat de Europese wetgeving in elk geval primeert op elke wettelijke bepaling naar Belgisch recht terzake. De bepaling is bijgevolg overbodig.

Jacques D'HOOGHE.

Nr. 36 VAN DE HEER D'HOOGHE EN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE

Art. 35

De ontworpen § 1, vijfde en zesde lid, §§ 2 en 3 weglaten.

Verantwoording

In de onderworpen regeling wordt maar liefst voorzien in vier verschillende statuten voor de medewerkers van de Nationale Loterij.

De leden van het directiecomité zijn zelfstandig, er zijn contractuelen buiten « statuut », contractuelen binnen « statuut » en vast benoemde gedetacheerden.

Deze regeling lijkt niet van die aard om tot een coherent en consequent personeelsbeleid te leiden. Mogelijk dreigt zelfs de werking van de Nationale Loterij eronder te zullen leiden.

Teneinde een en ander te stroomlijnen wordt voorgesteld enkel de aanwerving via arbeidsovereenkomst met respect voor de personeelsformatie en -reglement te weerhouden.

Wat betreft het syndicaal statuut moet opgemerkt dat het feit dat het in casu gaat om een NV van publiek recht niet volstaat om te verantwoorden dat dit statuut wordt gewijzigd en het overheidsstatuut wordt verlaten.

Mia DE SCHAMPHELAERE.
Jacques D'HOOGHE.

Nr. 37 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 39. ­ In de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt tussen artikel 8 en 9 het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt :

« Hoofdstuk II : De controlecommissie voor spelactiviteiten. »

Verantwoording

De kansspelcommissie wordt vervangen door de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Nr. 38 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39bis (nieuw)

Een artikel 39bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39bis. ­ In artikel 9 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers het woord « kansspelen » vervangen door het woord « spelactiviteiten ». »

Verantwoording

De controlecommissie voor spelactiviteiten vervangt de kansspelcommissie en wordt de centrale controle-instantie voor spelactiviteiten.

Nr. 39 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39ter (nieuw)

Een artikel 39ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39ter. ­ In artikel 25 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, het woord « vijf » vervangen door het woord « zes. »

Verantwoording

Het aantal toegekende vergunningen vermeerdert met één (vergunning F). Zo kunnen er in totaal zes worden toegekend door de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Nr. 40 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39quater (nieuw)

Een artikel 39quater (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39quater. ­ In artikel 25 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt een artikel 25, punt 6, ingevoegd, luidende :

« 6. de vergunning klasse F staat voor hernieuwbare periodes van tien jaar, onder de door haar bepaalde voorwaarden, aan de instellingen van de publieke sector de exploitatie toe van spelactiviteiten. »

Verantwoording

Er wordt voorzien in een nieuw type vergunning voor instellingen van de publieke sector. Deze vergunning kan toegekend worden onder voorwaarden te bepalen door de controlecommissie.

Specifiek wordt gedacht aan voorwaarden per type spel met betrekking tot de leeftijd van de speler, maximuminzet per speler, maximum uurverlies per speler, speelfrequentie, plaats waar het betreffende spel kan geëxploiteerd worden door de instelling van de publieke sector, enz. Het valt immers niet in te zien waarom vaak gelijkaardige spelen (vergelijk bijvoorbeeld bepaalde bestaande kansspelen en automatische krasloten) niet aan even strikte voorwaarden zouden worden onderworpen.

Een vergunning toekennen aan de instellingen van de publieke sector garandeert niet dat in iedere inrichting het productengamma van de Nationale Loterij zal kunnen aangeboden worden.

Nr. 41 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39quinquies (nieuw)

Een artikel 39quinquies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39quinquies. ­ In de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt na artikel 47 een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende :

« Afdeling V : Nationale Loterij »

Verantwoording

Aan de instellingen van de publieke sector wordt ter exploitatie van de spelactiviteiten een vergunning F toegekend. Dit dient nader te worden gespecificeerd aan de hand van een titel in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. De Nationale Loterij staat in voor de organisatie van de spelactiviteiten.

Nr. 42 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39sexies (nieuw)

Een artikel 39sexies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39sexies. ­ In de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt een nieuw artikel 47bis ingevoegd, luidende :

« Art. 47bis. ­ De spelactiviteiten vergund aan een instelling van de publieke sector worden geëxploiteerd door de Nationale Loterij, conform artikel 3, § 1, van de wet van ... tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij. »

Verantwoording

De Nationale Loterij staat in voor de organisatie van de spelactiviteiten en aan de instellingen van de publieke sector zullen de vergunningen worden toegekend door de controlecommissie voor spelactiviteiten.

Nr. 43 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 39septies (nieuw)

Een artikel 39septies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 39septies. ­ In artikel 2 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, volgende wijzigingen aanbrengen :

1º Een nieuw eerste lid invoegen, luidende :

« Deze wet is van toepassing op kansspelen, weddenschappen, wedstrijden en openbare loterijen toegelaten door de regering, onverminderd de uitzonderingen als bedoeld in artikel 3. »

2º In het tweede lid, een nieuw 5º invoegen, luidende :

« 5º spelactiviteiten : kansspelen, weddenschappen, wedstrijden en openbare loterijen toegelaten door de regering zoals bedoeld in deze wet. »

Verantwoording

Het onderscheid tussen loterijen en kansspelen is vaag. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie bestaat het praktisch onderscheid tussen een kansspel en een loterij erin dat een kansspel een daadwerkelijke medewerking en beïnvloeding van de kans van de deelnemers vereist, terwijl bij een loterij de deelnemer zich ertoe beperkt een loterijbiljet te kopen en achteraf na te gaan hij/zij gewonnen of verloren heeft.

Slots worden bijvoorbeeld aanzien als kansspelen. Terecht kan men zich de vraag stellen of de deelnemer hier meewerkt en z'n kans beïnvloedt. Het kan daarenboven moeilijk volgehouden worden dat bepaalde kansspelen (die geen loterijen zijn) een overwegende invloed van de spelers op de kansbepaling van het betreffende spel zouden toelaten. Er is ten hoogste vaak een illusie van invloed. Bijvoorbeeld elektronisch aangeboden krasloten van de Nationale Loterij zouden loterijen zijn en automatische jackpots (waarbij de speler enkel een muntstuk dient in te werpen) niet.

Het onderscheid tussen kansspelen en loterijen is in de praktijk quasi niet meer te maken ten gevolge van de ontwikkelingen in de aangeboden producten, voornamelijk via internet. Elektronische loterijen aangeboden via automaten, televisietoestellen of internet hebben vaak maar weinig gelijkenissen met de klassieke loterijproducten.

Indieners van voorliggend amendement zijn van mening dat het toepassingsgebied van de kansspelwet moet worden uitgebreid tot alle spelactiviteiten met uitzondering van de spelen zoals bedoeld in artikel 3.1 (spelen en weddenschappen betreffende sportbeoefening), 3.2 (spelen die aan de speler enkel het voordeel geven om maximaal 5 maal gratis te spelen), 3.3 (bepaalde kaart- en gezelschapsspelen) en van de toegelaten loterijen die niet door de regering worden georganiseerd.

Loterijen die niet door de federale overheid worden toegelaten vallen voor de indieners buiten het toepassingsgebied van de kansspelwet, maar blijven uiteraard onderworpen aan de wet van 1851.

Nr. 44 VAN DE HEER D'HOOGHE

Art. 41

Dit artikel vervangen als volgt :

« Artikel 10, § 2, eerste lid, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :

« ­ een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger van de minister van Begroting. »

Verantwoording

De controlecommissie voor spelactiviteiten bestaat naar het wetsontwerp uit 13 leden in plaats van 11 leden. De twee bijkomende leden zouden een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger zijn van de minister tot wiens bevoegdheid de Nationale Loterij behoort. Deze bepaling houdt in dat de bevoegde minister direct op de hoogte wordt gehouden van het reilen en zeilen binnen de controlecommissie voor spelactiviteiten en ook direct zijn invloed op de twee vertegenwoordigers kan uitoefenen. Dit is onverenigbaar met de regelgevende functie die de minister reeds uitoefent. Daarom opteren wij voor twee onafhankelijke vertegenwoordigers onder de bevoegdheid van de minister van Begroting.

Jacques D'HOOGHE.

Nr. 45 VAN DE HEREN VERREYCKEN EN CREYELMAN

Art. 6

In dit artikel wordt een § 1bis ingevoegd, luidende :

« § 1bis. De producten die door de Nationale Loterij worden aangeboden, ongeacht hun prijs of vorm, worden ontzegd aan minderjarigen beneden de 16 jaar. Bij overtredingen zijn de artikelen die de strafmaat bepalen uit de wet van 15 juli 1960 tot zedelijke bescherming van de jeugd toepasselijk. »

Verantwoording

Het wetsontwerp biedt geen enkel houvast om jongeren te beschermen tegen bepaalde producten die de Nationale Loterij te koop aanbiedt. Het lijdt nochtans geen twijfel dat ook sommige van deze producten tot gokverslaving kunnen leiden. Als voorbeeld moet slechts verwezen worden naar het product « Keno », dat geen loterij is, maar wel degelijk een weddenschap op vastgelegde kansen. Meerdere persverslagen wezen dan ook reeds op het gokverslavende effect hiervan. Tal van West-Europese landen onderkenden dit probleem en namen de loterijproducten op in de lijst van producten die aan minderjarigen worden ontzegd. Dit amendement poogt dus de producten van de Nationale Loterij ontoegankelijk te maken voor jongeren beneden de 16 jaar en wil de strafmaat voor overtredingen hanteren, vastgelegd in de wet van 15 juli 1960.

Nr. 46 VAN DE HEREN VERREYCKEN EN CREYELMAN

Art. 22

In dit artikel, na de derde zin, een zin invoegen, luidende :

« De bedragen aan verenigingen en instellingen worden verdeeld volgens een sleutel, recht evenredig aan de inkomsten per gewest. »

Verantwoording

De situatie in het verleden waarbij Vlaanderen voor 59 % van de opbrengsten zorgde en slechts 39 % terugkreeg via allerlei toelagen moet gestopt worden. Dit kan enkel door het opleggen van een objectieve verdeelsleutel.

Opbrengsten Toelagen
Vlaanderen 59 % 39 %
Wallonië 30 % 45 %
Brussel 11 % 16 %
Wim VERREYCKEN.
Frank CREYELMAN.