2-639/3

2-639/3

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

26 JANUARI 2001


Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 190, 194, 259bis-9, 259bis-10, 259octies en 371 van het Gerechtelijk Wetboek, tot invoeging van artikel 191bis in het Gerechtelijk Wetboek en tot wijziging van artikel 21 van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die betrekking hebben op de opleiding en werving van magistraten


AMENDEMENTEN


Nr. 20 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 9

Het artikel aanvullen met een 3º luidende :

« 3º het woord « eveneens » wordt geschrapt. »

Verantwoording

­ Zie amendement nr. 8, dat artikel 9 doet vervallen.

­ Bovenstaande voorgestelde wijziging heeft geen direct verband met het voorgestelde artikel 9 van het wetsontwerp, maar brengt een wijziging aan aan hetzelfde vierde lid van de wet van 18 juli 1991 ingevolge het arrest van het Arbitragehof van 25 januari 2001. Ingevolge dit arrest werd het derde lid van dit artikel 21 vernietigd. Dit derde lid bepaalde dat het dossier van de plaatsvervangende rechters benoemd voor 1 oktober 1993, slechts voor voordracht aan de bevoegde benoemingscommissie zouden worden overgezonden voor zover alle individuele adviezen gunstig zijn.

Deze beperking wordt nu ongedaan gemaakt door het Arbitragehof, in het licht van het gelijkheidsbeginsel.

Dientengevolge dient het woord « eveneens » in het vierde lid te worden geschrapt, daar dit gewag maakt van « een magistraat die zich kandidaat stelt voor wie alle individuele adviezen eveneens gunstig zijn ».

Hugo VANDENBERGHE.

Nr. 21 VAN DE HEREN ISTASSE EN MAHOUX

Art. 12

Dit artikel aanvullen als volgt :

« en uiterlijk een jaar nadat deze wet in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt ».

Verantwoording

Naar aanleiding van de bespreking met de minister van Justitie in de commissie voor de Justitie van 14 februari 2001.

Jean-François ISTASSE.
Philippe MAHOUX.

Nr. 22 VAN MEVROUW NYSSENS

Art. 3

Paragraaf 1 van het voorgestelde artikel 191bis aanvullen als volgt :

« Artikel 259ter is van toepassing op de benoemingsprocedure. »

Verantwoording

Volgens zijn verklaringen zal de minister bij de interpretatie van het nieuwe artikel 191bis de bestaande procedure toepassen waarin het advies van de korpschefs gevraagd wordt. Het is beter deze voorwaarde uitdrukkelijk in de wet op te nemen.

Clotilde NYSSENS.