2-427/3

2-427/3

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

17 JANUARI 2001


Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 19bis in de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen


AMENDEMENTEN


Nr. 6 VAN DE HEER MAERTENS

Opschrift

Het opschrift van het wetsvoorstel aanvullen als volgt : « en tot wijziging van artikel 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst ».

Nr. 7 VAN DE HEER MAERTENS

Art. 4

Artikel 31 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst aanvullen met een § 4, luidende :

« § 4. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op de verzekeringsovereenkomst inzake motorrijtuigen, behalve wanneer de verzekerde een ongeval heeft veroorzaakt die een inbreuk betekent op het wegverkeersreglement waarop een strafmaatregel staat van vervallenverklaring van het recht tot het besturen van een motorrijtuig en intrekking van het rijbewijs gedurende ten minste 1 maand. »

Verantwoording

Vroeger werden deze verzekeringscontracten gesloten voor een langere duur (5 of zelfs 10 jaar).

Er werd aangenomen dat de verzekeraar kon opzeggen na het zich voordoen van een schadegeval, hetgeen in het kader van een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid betekent telkens wanneer de verzekerde aansprakelijk gesteld werd voor het ongeval. Sinds de wet van 25 juni 1992 zijn verzekeringsovereenkomsten jaarlijks opzegbaar geworden zowel in hoofde van de verzekerde als in hoofde van de verzekeraar die kan wachten op de jaarlijkse vervaldag van de premie om het contract op te zeggen behalve in welbepaalde opgesomde gevallen bij artikel 27 van het koninklijk besluit van 14 december 1992, waarvan wij enkel de opheffing wensen van het zesde lid.

Overigens wanneer een contract wordt opgezegd voor de vervaldag, beschikt de verzekerde slechts over een maand om een andere verzekeraar te vinden. Die termijn is te kort, temeer aangezien deze verzekerde veelal wordt beschouwd als een « slecht risico » (als zodanig geregistreerd in het Datassur-bestand). Die praktijk leidt er toe dat heel wat consumenten in dit geval, minstens gedurende een bepaalde termijn niet verzekerd zijn, en dit zal zich meer en meer voordoen.

In tegenstelling hiermee beschikt een verzekerde over een termijn van ten minste 3 maanden in het geval van een opzegging bij de jaarlijkse normale vervaldag. Die termijn is in principe voldoende om hetzij een nieuwe verzekeraar te vinden, hetzij zich te wenden tot het Tariferingsbureau.

De strafmaatregel die we voorzien impliceert ernstige inbreuken, zoals met betrekking tot dronkenschap, overdreven snelheid, vluchtmisdrijf, ...

Michiel MAERTENS.

Nr. 8 VAN DE HEER MONFILS

(Subamendement op amendement nr. 3)

Art. 2

Het voorgestelde artikel 19bis wijzigen als volgt :

A. Het voorgestelde eerste lid doen voorafgaan door een eerste lid (nieuw) luidende :

« Art. 19bis. ­ Het Gemeenschappelijk Waarborgfonds dat is ingesteld door artikel 79, § 2, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen moet alle informatie verzamelen nodig voor de uitvoering van de bepalingen in dit hoofdstuk. »

B. In het voorgestelde eerste lid, dat het tweede lid wordt, de woorden « dat is ingesteld door artikel 79, § 2, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen » doen vervallen.

Verantwoording

Het subamendement komt tegemoet aan een formele opmerking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Philippe MONFILS.