2-178/1

2-178/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

24 NOVEMBER 1999


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 22 van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, met betrekking tot de antipersoonsmijnen

(Ingediend door de heren Paul Galand en Michiel Maertens)


TOELICHTING


In december 1997 werd in Ottawa het internationaal Verdrag ondertekend waarbij een totaal verbod op antipersoonsmijnen wordt ingesteld. België was bij de eerste tien landen die het hebben ondertekend. Achteraf hebben de bevoegde parlementaire assemblees het Verdrag bekrachtigd.

Zoals genoegzaam bekend, heeft België in dit dossier een doorslaggevende en historische rol gespeeld : in 1995 keurde ons land immers als eerste een wet goed waarbij het werd verboden antipersoonsmijnen te vervaardigen, te gebruiken en te verhandelen. Die wet gaf de echte aanzet tot de internationale campagne om mijnen te verbieden. In het in 1995 heersende politieke klimaat, met een op dat vlak terughoudende minister van Landsverdediging, hebben de indieners van het wetsvoorstel (men mag niet vergeten dat dit er op initiatief van het Parlement is gekomen) in de tekst een beperkende bepaling ingevoegd, naar luid waarvan het verbod geldt voor een periode van vijf jaar; bij koninklijk besluit kan dat verbod voor eenzelfde periode worden verlengd.

Het Verdrag van Ottawa voorziet echter in een totaal verbod, zonder enige beperking.

Voorts heeft België de eigen voorraad mijnen (zowat 400 000 stuks) nagenoeg integraal vernietigd. Belgïe heeft in principe alleen de minimale voorraad behouden die noodzakelijk is voor de opleiding van onze ontmijners, wier beslagenheid internationaal wordt erkend.

Het internationaal recht primeert in elk geval op de nationale wetgeving; toch is het van belang dat de Belgische wetgeving inhoudelijk in overeenstemming wordt gebracht met het Verdrag van Ottawa.

Daarom stellen wij voor de bepaling uit de wet van 1933 inzake de periode van vijf jaar op te heffen, alsmede de verlenging ervan bij koninklijk besluit. Aldus wordt de Belgische wetgeving in overeenstemming gebracht met het Verdrag van Ottawa en komt er een absoluut verbod op antipersoonsmijnen.

Paul GALAND.
Michiel MAERTENS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 22 van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, gewijzigd bij de wetten van 30 januari 1991, 9 maart 1995 en 24 juni 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in het derde lid vervallen de woorden « voor een periode van vijf jaar »;

B) het vierde lid wordt opgeheven.

Paul GALAND.
Michiel MAERTENS.