1-237/2 | 1-237/2 |
22 MEI 1996
A. In het eerste punt van het dispositief de woorden « de oprichting van een O.V.S.E-agentschap dat ermee belast is. » doen vervallen.
B. In het vierde punt van het dispositief de woorden « en voor onderzoek betreffende betere ontmijningstechnieken. » toevoegen.
Verantwoording
De oprichting van een agentschap is omslachtig en vraagt tijd vermits alle lidstaten dienen akkoord te gaan.
Dergelijke aanbevelingen kunnen even goed langs diplomatieke weg gebeuren.
Men schat dat er nog minstens 100 miljoen mijnen tegen personen gericht verborgen zijn en dat er minstens evenveel gestockeerd zouden zijn. Er zal nog gedurende jaren ontmijnd moeten worden.
Speurwerk en proefnemingen in verband met efficiëntere vluggere, goedkopere en vooral veiligere ontmijningstechnieken zijn onontbeerlijk.
Paula SÉMER. Patrick HOSTEKINT. |
Aan punt 1º van het dispositief de volgende woorden toevoegen :
« met uitzondering van de voorraad bestemd voor het trainen van specialisten en militairen die deelnemen of moeten deelnemen aan operaties die ten doel hebben in gebieden waar mijnen liggen de gevaren te beperken, de mijnen op te ruimen of onschadelijk te maken. »
Verantwoording
Een beperkte voorraad is noodzakelijk voor de voorbereiding en de training van ontmijners.
Aanpassing aan de wet die in de Kamer is aangenomen (Gedr. St. Kamer 278/6).
Magdeleine WILLAME-BOONEN. Michèle BRIBOSIA-PICARD. Paul STAES. André BUELENS. Erika THIJS. Patrick HOSTEKINT. |
Een nieuw punt invoegen tussen de punten 3º en 4º van het dispositief :
« de zo ruim mogelijke opleiding in het opruimen van deze tuigen in de landen waar zij verspreid liggen; »
Armand DE DECKER. Jacques DEVOLDER. |