Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6557

van Christine Defraigne (MR) d.d. 22 juni 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Belgische vereniging van auteurs (SABAM) - Auteursrechten - Berekeningsmethode - Kleinschalige cultuurprojecten - Verenigingen zonder winstoogmerk (vzw) - Jeugdhuizen - Ontoereikende middelen

auteursrecht
organisatie zonder winstoogmerk
sociaal-culturele voorzieningen

Chronologie

22/6/2012Verzending vraag
18/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6557 d.d. 22 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Ik maak me zorgen over de problemen van huizen van kleinschalige cultuurverspreiding zoals verenigingen zonder winstoogmerk (vzw) en jeugdhuizen met betrekking tot de wetgeving inzake auteursrechten.

Op die plaatsen kunnen mensen via de muziek in contact komen met andere culturen. Ze zijn ook vaak een springplank voor artiesten. SABAM laat hen een vergoeding voor auteursrechten betalen. De meeste van die vzw's beschikken evenwel niet over voldoende middelen en kunnen die vergoeding niet betalen. SABAM maakt geen onderscheid voor kleinschalige structuren waarvan de middelen ontoereikend zijn om de aangerekende auteursrechten te betalen. Ze worden niet correct geïnformeerd over de wijze waarop die auteursvergoeding door SABAM wordt berekend.

1) Wat bepaalt de wet dienaangaande?

2) Hoe legt SABAM de tarieven vast? Welke elementen spelen een rol bij de berekening? Hoe past ze haar tarieven toe?

3) Is er een echt toezicht op de werkwijze van SABAM?

4) Kan een wetswijziging worden overwogen opdat kleinschalige structuren zouden bijdragen in verhouding tot hun bescheiden inkomsten?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2012 :

  1. Luidens artikel 1, §1 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (hierna Auteurswet) mag alleen de auteur van een werk de reproductie en de mededeling aan het publiek hiervan toelaten of verbieden.

    Overeenkomstig het Europees reglementair kader heeft de wetgever op dit beginsel van het exclusief recht uitzonderingen gesteld. Die zijn echter strikt beperkt tot de situaties waarin de betrokken wetsbepalingen voorzien.

    De gebruiker -ongeacht vzw, handelszaak of jeugdhuis- van een werk moet dan ook om de voorafgaande toelating van de auteur verzoeken. De auteurs bepalen in principe vrij, via hun beheersvennootschap, de voorwaarden waaronder zij hun toelating geven tot het reproduceren of het mededelen aan het publiek van hun werken, voor zover dit geen misbruik van machtspositie uitmaakt in de zin van de wet tot bescherming van economische mededinging en de toepassing van dit tarief niet discriminerend is.

    Sabam, die duizenden rechthebbenden vertegenwoordigt op het muzikale gebied, is gemachtigd tot het innen en verdelen van de rechten van deze auteurs. Zodoende is zij in de mogelijkheid om de tarieven vast te leggen naargelang de verschillende exploitatiewijzen van de werken.

    Momenteel bestaat er op het beginsel van het exclusief recht geen uitzondering ten bate van Verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) of kleine verenigingen van culturele verspreiding.

  2. Zoals reeds gezegd onder punt 1 hierboven bepaalt Sabam de tarieven in beginsel vrij volgens de verschillende exploitatiewijzen van de werken. Deze tarieven worden overeenkomstig artikel 75 van de Auteurswet voorgelegd aan de Controledienst van de beheersvennootschappen van auteursrechten en naburige rechten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie uiterlijk zestig dagen vóór het onderzoek ervan door het bevoegde orgaan. De controledienst controleert de wettelijkheid ervan maar niet de opportuniteit.

    Tussen de gebruikers waarnaar het geachte lid verwijst hoort men het volgende onderscheid te maken. Enerzijds heb je de vzw’s of kleine structuren: zij beschikken niet over een eigen tarief; volgens het gebruik dat zij maken van het repertoire door Sabam vertegenwoordigd, zijn zij onderworpen aan verschillende tarieven: concerten, fanfares, banketten, fuiven, …

    Anderzijds heb je de jeugdhuizen: die wel over een eigen tarief beschikken. Dit is onderhandeld met de vzw Formaat, de overkoepelende organisatie voor jeugdhuizen in Vlaanderen, waaraan de “Fédération des maisons de jeunes en Belgique francophone” een vertegenwoordigingsmandaat had gegeven.

    Het Tarief 127, consulteerbaar op de website van SABAM, voorziet in twee mogelijkheden: ofwel organiseert het jeugdhuis evenementen, ofwel organiseert het ze niet. Het jaarlijks basistarief varieert dus naar gelang van zijn activiteiten. Deze moeten driemaandelijks bij Sabam worden aangegeven. Het in aanmerking genomen criterium is de oppervlakte van de lokalen van het jeugdhuis en in het geval van evenementen zoals concerten of fuiven de inkomprijs. Bovendien werd de toelatings- en aangifteprocedure vereenvoudigd.

  3. Sabam valt onder toezicht van de Controledienst. Conform artikel 76 van de Auteurswet oefent de Controledienst toezicht uit op de toepassing van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan door de beheersvennootschappen, alsmede op de toepassing van hun statuten en hun regels van tarifering, inning en verdeling.

    Bovendien voorziet de wet van 10 december 2009 tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten wat het statuut van en de controle op de vennootschappen voor het beheer van de rechten betreft, sinds 1 april 2010 inwerking getreden, in een aantal principes die de doorzichtigheid van de activiteit der beheersvennootschappen moeten waarborgen.

    Voorbeelden:

    Evenzo kan elk gebruiker of rechthebbende een klacht indienen bij de Algemene Directie Controle en Bemiddeling. De controledienst ontvangt overigens ieder jaar de aangifte van de rechten door elke beheersvennootschap geïnd en verdeeld.

  1. Op de vraag van het geachte lid of een wijziging van de auteurswet zou kunnen overwogen worden teneinde kleine structuren/entiteiten zoals vzw's en culturele verenigingen, voor de mededeling aan het publiek van muziek te laten betalen in functie van hun beperkte inkomsten, dient het volgende te worden geantwoord.

    De voorgestelde wetswijziging zou neerkomen op een beperking van het exclusieve recht van de auteur.

    Artikel 5(3) van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten voorziet in een exhaustieve lijst van optionele uitzonderingen en beperkingen op het exclusieve recht van mededeling aan het publiek. Hiervan kan door individuele lidstaten dus niet afgeweken worden.

    Deze exhaustieve lijst voorziet in een lijst van specifieke uitzonderingen voor het gebruik van werken en prestaties. Deze verenigingen en organisaties kunnen desgevallend genieten van deze uitzonderingen indien deze in nationaal recht zijn opgenomen en indien zij aan de gestelde voorwaarden voldoen.

    Artikel 5(3) van voormelde richtlijn voorziet echter niet in een beperking op het exclusieve recht van de auteur ten gunste van minder kapitaalkrachtige entiteiten in onze samenleving zoals vzw's en culturele verenigingen, wat betreft de mededeling aan het publiek van muziek.

    De voorgestelde wetswijziging zou immers neerkomen op een beperking van het exclusieve recht van de auteur, die niet vermeld staat in de limitatieve lijst van artikel 5(3) van voormelde richtlijn 2001/29/EG. Een dergelijke uitzondering ten gunste van deze entiteiten kan aldus niet ingevoegd worden in de Auteurswet.

    In verband met de inningspraktijk kan vermeld worden dat SABAM, zoals reeds is weergegeven in het antwoord op vraag 2, een zekere autonomie heeft in het uitoefenen van haar activiteiten, voor zover zij dit op een billijke en niet-discriminatoire wijze doet. Zij kan dus specifieke tarieven onderhandelen met bepaalde sectoren, zoals zij gedaan heeft met de federatie van jeugdhuizen.