Ik maak me zorgen over de problemen van huizen van kleinschalige cultuurverspreiding zoals verenigingen zonder winstoogmerk (vzw) en jeugdhuizen met betrekking tot de wetgeving inzake auteursrechten. Op die plaatsen kunnen mensen via de muziek in contact komen met andere culturen. Ze zijn ook vaak een springplank voor artiesten. SABAM laat hen een vergoeding voor auteursrechten betalen. De meeste van die vzw's beschikken evenwel niet over voldoende middelen en kunnen die vergoeding niet betalen. SABAM maakt geen onderscheid voor kleinschalige structuren waarvan de middelen ontoereikend zijn om de aangerekende auteursrechten te betalen. Ze worden niet correct geïnformeerd over de wijze waarop die auteursvergoeding door SABAM wordt berekend. 1) Wat bepaalt de wet dienaangaande? 2) Hoe legt SABAM de tarieven vast? Welke elementen spelen een rol bij de berekening? Hoe past ze haar tarieven toe? 3) Is er een echt toezicht op de werkwijze van SABAM? 4) Kan een wetswijziging worden overwogen opdat kleinschalige structuren zouden bijdragen in verhouding tot hun bescheiden inkomsten? |
Luidens artikel 1, §1 van de wet van 30 juni 1994
betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (hierna
Auteurswet) mag alleen de auteur van een werk de reproductie en de
mededeling aan het publiek hiervan toelaten of verbieden.
Overeenkomstig het Europees reglementair kader heeft de wetgever
op dit beginsel van het exclusief recht uitzonderingen gesteld. Die
zijn echter strikt beperkt tot de situaties waarin de betrokken
wetsbepalingen voorzien.
De gebruiker -ongeacht vzw, handelszaak of jeugdhuis- van een
werk moet dan ook om de voorafgaande toelating van de auteur
verzoeken. De auteurs bepalen in principe vrij, via hun
beheersvennootschap, de voorwaarden waaronder zij hun toelating
geven tot het reproduceren of het mededelen aan het publiek van hun
werken, voor zover dit geen misbruik van machtspositie uitmaakt in
de zin van de wet tot bescherming van economische mededinging en de
toepassing van dit tarief niet discriminerend is.
Sabam, die duizenden rechthebbenden vertegenwoordigt op het
muzikale gebied, is gemachtigd tot het innen en verdelen van de
rechten van deze auteurs. Zodoende is zij in de mogelijkheid om de
tarieven vast te leggen naargelang de verschillende
exploitatiewijzen van de werken.
Momenteel bestaat er op het beginsel van het exclusief recht geen
uitzondering ten bate van Verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s)
of kleine verenigingen van culturele verspreiding.
Zoals reeds gezegd onder punt 1 hierboven bepaalt Sabam de
tarieven in beginsel vrij volgens de verschillende exploitatiewijzen
van de werken. Deze tarieven worden overeenkomstig artikel 75 van de
Auteurswet voorgelegd aan de Controledienst van de
beheersvennootschappen van auteursrechten en naburige rechten van de
Federale Overheidsdienst (FOD) Economie uiterlijk zestig dagen vóór
het onderzoek ervan door het bevoegde orgaan. De controledienst
controleert de wettelijkheid ervan maar niet de opportuniteit.
Tussen de gebruikers waarnaar het geachte lid verwijst hoort men
het volgende onderscheid te maken. Enerzijds heb je de vzw’s
of kleine structuren: zij beschikken niet over een eigen tarief;
volgens het gebruik dat zij maken van het repertoire door Sabam
vertegenwoordigd, zijn zij onderworpen aan verschillende tarieven:
concerten, fanfares, banketten, fuiven, …
Anderzijds heb je de jeugdhuizen: die wel over een eigen tarief
beschikken. Dit is onderhandeld met de vzw Formaat, de
overkoepelende organisatie voor jeugdhuizen in Vlaanderen, waaraan
de “Fédération des maisons de jeunes en
Belgique francophone” een vertegenwoordigingsmandaat had
gegeven.
Het Tarief 127, consulteerbaar op de website van SABAM, voorziet
in twee mogelijkheden: ofwel organiseert het jeugdhuis evenementen,
ofwel organiseert het ze niet. Het jaarlijks basistarief varieert
dus naar gelang van zijn activiteiten. Deze moeten driemaandelijks
bij Sabam worden aangegeven. Het in aanmerking genomen criterium is
de oppervlakte van de lokalen van het jeugdhuis en in het geval van
evenementen zoals concerten of fuiven de inkomprijs. Bovendien werd
de toelatings- en aangifteprocedure vereenvoudigd.
Sabam valt onder toezicht van de Controledienst. Conform
artikel 76 van de Auteurswet oefent de Controledienst toezicht uit
op de toepassing van deze wet en van de uitvoeringsbesluiten ervan
door de beheersvennootschappen, alsmede op de toepassing van hun
statuten en hun regels van tarifering, inning en verdeling.
Bovendien voorziet de wet van 10 december 2009 tot wijziging van
de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige
rechten wat het statuut van en de controle op de vennootschappen
voor het beheer van de rechten betreft, sinds 1 april 2010 inwerking
getreden, in een aantal principes die de doorzichtigheid van de
activiteit der beheersvennootschappen moeten waarborgen.
Voorbeelden:
De beheersvennootschappen moeten al wie er een wettig belang
bij heeft toelaten hun repertoire ter plaatse of schriftelijk te
raadplegen (artikel 66quater).
Hun tariferings- en inningsregels moeten op hun website staan
en dienen mee gedeeld te worden aan de controledienst (artikel 75)
evenals aan de rechthebbenden die daarom verzoeken (artikel 66).
Hun financiële situatie, hun jaarrekeningen en de
regelmatigheid van de in de jaarrekeningen weergegeven verrichtingen
ten aanzien van de wet en haar uitvoeringsbesluiten, van hun
statuten en de verdelingsregels, moeten door een commissaris worden
gecontroleerd (artikel 68).
Deze commissaris attesteert de jaarrekeningen en legt
bijzondere verslagen voor (artikelen 69 en 70,5°).
Evenzo kan elk gebruiker of rechthebbende een klacht indienen bij
de Algemene Directie Controle en Bemiddeling. De controledienst
ontvangt overigens ieder jaar de aangifte van de rechten door elke
beheersvennootschap geïnd en verdeeld.
Op de vraag van het geachte lid of een wijziging van de
auteurswet zou kunnen overwogen worden teneinde kleine
structuren/entiteiten zoals vzw's en culturele verenigingen, voor de
mededeling aan het publiek van muziek te laten betalen in functie
van hun beperkte inkomsten, dient het volgende te worden geantwoord.
De voorgestelde wetswijziging zou neerkomen op een beperking van
het exclusieve recht van de auteur.
Artikel 5(3) van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie
van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten
voorziet in een exhaustieve lijst van optionele uitzonderingen en
beperkingen op het exclusieve recht van mededeling aan het publiek.
Hiervan kan door individuele lidstaten dus niet afgeweken worden.
Deze exhaustieve lijst voorziet in een lijst van specifieke
uitzonderingen voor het gebruik van werken en prestaties. Deze
verenigingen en organisaties kunnen desgevallend genieten van deze
uitzonderingen indien deze in nationaal recht zijn opgenomen en
indien zij aan de gestelde voorwaarden voldoen.
Artikel 5(3) van voormelde richtlijn voorziet echter niet in een
beperking op het exclusieve recht van de auteur ten gunste van
minder kapitaalkrachtige entiteiten in onze samenleving zoals vzw's
en culturele verenigingen, wat betreft de mededeling aan het publiek
van muziek.
De voorgestelde wetswijziging zou immers neerkomen op een
beperking van het exclusieve recht van de auteur, die niet vermeld
staat in de limitatieve lijst van artikel 5(3) van voormelde
richtlijn 2001/29/EG. Een dergelijke uitzondering ten gunste van
deze entiteiten kan aldus niet ingevoegd worden in de Auteurswet.
In verband met de inningspraktijk kan vermeld worden dat SABAM,
zoals reeds is weergegeven in het antwoord op vraag 2, een zekere
autonomie heeft in het uitoefenen van haar activiteiten, voor zover
zij dit op een billijke en niet-discriminatoire wijze doet. Zij kan
dus specifieke tarieven onderhandelen met bepaalde sectoren, zoals
zij gedaan heeft met de federatie van jeugdhuizen.
|