Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10625

van Fauzaya Talhaoui (sp.a) d.d. 20 december 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

de geautomatiseerde vaststelling van overtredingen van het inhaalverbod door vrachtwagens

overtreding van het verkeersreglement
wegvervoer
politiecontrole
verkeerscontrole
snelheidsvoorschriften
bedrijfsvoertuig
opnameapparaat

Chronologie

20/12/2013Verzending vraag
8/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4390

Vraag nr. 5-10625 d.d. 20 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een eerder antwoord over het aantal vastgestelde overtredingen op het inhaalverbod voor vrachtwagens liet de staatssecretaris weten dat er in 2011 1.372 vrachtwagens beboet werden voor het niet naleven van het inhaalverbod op autosnelwegen. Steekproeven door Touring hebben dit beeld nog scherper gesteld: maar liefst 26% van de vrachtwagenchauffeurs houdt zich niet aan het inhaalverbod op autosnelwegen en 90% van deze overtredingen worden begaan door een trekker met buitenlandse nummerplaat.

Er bestaat wel degelijk technisch materiaal dat dergelijke overtredingen kan registreren middels videobeelden, maar vermits het vooral gaat om buitenlandse chauffeurs is het volgens specialisten beter om motoragenten in te zetten om overtreders naar een parkeerplaats leiden en daar over te tot het uitschrijven van boetes en bij voorkeur directe inning en indien nodig tot immobilisatie van het voertuig.

Inhalende vrachtwagens brengen drie essentiële verkeersveiligheidsrisico's met zich mee:

- ergerlijke verkeershinder, vooral omwille van de tijd die het inhaalmanoeuvre duurt;

- het omzeilen van de snelheidsbeperking voor vrachtwagens;

- het niet naleven van de regels inzake de minimale tussenafstand tussen voertuigen van meer dan 7,5 ton MTM (Maximaal Toegelaten Massa).

Het feit dat het vooral buitenlandse chauffeurs zijn die inhalen heeft niets te maken met het tekort aan kennis van het verkeersreglement of "de onduidelijkheid van het verkeersreglement voor buitenlandse chauffeurs", maar veeleer met de fysieke mogelijkheid om in te halen. Zo'n snelheidsovertreding zou trouwens in principe onmogelijk moeten zijn door de snelheidsbegrenzer.

Door middel van een GPS kan worden vastgesteld dat veruit de meeste Belgische trucks de maximum toegelaten snelheid aanhouden en bijna niet op hun voorgangers inlopen.

Wat gaat er dan fout? Nogal wat inhalende vrachtwagenchauffeurs schakelen gespecialiseerde bedrijven in die tachografen en snelheidsbegrenzers kunnen aanpassen of uitschakelen. Ik bespaar u de technische details, maar via software of verborgen aan/uit-knoppen kunnen snelheidsbegrenzers naar believen in - of uitgeschakeld worden.

Mijn concrete vragen op dit domein:

1) Wat vindt de staatssecretaris van de suggestie om een meertalige brochure uit te geven inzake de regels over het inhaalverbod, de snelheidsbeperking, de tussenafstanden voor vrachtwagens, de regels over het overladen en het vastsjorren van de lading; te verdelen via tankstations, rustplaatsen en via bijvoorbeeld containerterminals, logistieke-& havenbedrijven?

2) Hoe kunnen de controles inzake de naleving van het inhaalverbod voor vrachtwagens worden opgevoerd, zodat er een significant aantal boetes kan worden uitgeschreven en het aantal overtredingen ernstig wordt teruggedrongen?

3) Gaat de staatssecretaris deze controles uitbreiden met een snelheidsmeting tijdens het inhalen zodat men kan nagaan of de snelheidsbegrenzer werkt, en of de tachograaf de overdreven snelheid correct heeft geregistreerd?

4) Gaat hij bij dergelijke controles ook motoragenten inzetten zodat kan overgegaan tot de onmiddellijke inning voor buitenlandse chauffeurs in overtreding?

Antwoord ontvangen op 8 april 2014 :

1. Ik antwoordde al eerder (zie schriftelijke vraag nr. 5-9788 van 26 augustus 2013 van de heer Vasteravendts) dat de beroepsfederaties zoals Febetra en UPTR hun leden informeren over de specifieke wegreglementeringen inzake vrachtvervoer die in het buitenland toepasselijk zijn. Zij doen dit op regelmatige en periodieke wijze. De buitenlandse beroepsfederaties doen hetzelfde in hun land voor wat betreft de Belgische reglementering. Ik mag er dus van uitgaan dat alle betrokken vrachtwagenchauffeurs voldoende en tijdig geïnformeerd zijn over de in België geldende regelgeving.

2. Gelet het feit dat de aangehaalde problematiek niet specifiek deel uitmaakt van de prioriteiten van de Staten-Generaal Verkeersveiligheid, maar toch verkeersonveilig gedrag kan uitmaken, voert de Federale Wegpolitie er geen bijzondere acties naar. De reguliere buitendiensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer hebben er echter aandacht voor en bij vaststelling van de inbreuk, zullen zij overgaan tot opstellen van een proces-verbaal of onmiddellijke inning.

3. Overdreven snelheid is niet specifiek aan inhalen gekoppeld. Controles op de snelheidsbegrenzer en de tachograaf maken deel uit van proactieve acties “zwaar vervoer” door de Federale Wegpolitie, onder meer uitgevoerd door specialistennetwerken.

Wat de tachograaf betreft, is het voorlopig niet erg eenvoudig om eventueel bedrog bij de instelling van de snelheidsmeter vast te stellen. Daarom is het systeem van erkende werkplaatsen belangrijk dat in België voldoende betrouwbaar is. Helaas hebben we geen mogelijkheid tot toezicht op erkende werkplaatsen in het buitenland en zijn we daar afhankelijk van de vaststellingen van onze buitenlandse collega's. In het kader van de sociale dumping wordt echter meer en meer geïnvesteerd in nieuwe technologie om fraude te detecteren. Zo zijn er concrete plannen om op termijn het motormanagement van de voertuigen te gaan uitlezen en deze gegevens vervolgens te vergelijken met wat de tachograaf geregistreerd heeft. Dit zal een grote stap voorwaarts zijn in het opsporen en bestrijden van fraude met het controleapparaat.

4. Zie vragen 2 en 3. Tijdens voornoemde acties “zwaar vervoer”, onder meer gericht naar de snelheidsbegrenzer en de tachograaf, worden vaak motorrijders ingezet om de overtreders naar een verkeersveilige controleplaats te begeleiden.