SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
21 juin 2021 21 juni 2021
________________
Question écrite n° 7-1263 Schriftelijke vraag nr. 7-1263

de Latifa Gahouchi (PS)

van Latifa Gahouchi (PS)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Crise du coronavirus - Entreprises - Tests antigéniques rapides - Mise à disposition gratuite - Expériences pilotes - Bilan (Covid-19) Coronacrisis - Bedrijven - Antigeensneltests - Gratis ter beschikking stellen - Proefprojecten - Balans (Covid-19) 
________________
épidémie
entreprise
prévention des maladies
travail à distance
médecine du travail
epidemie
onderneming
voorkoming van ziekten
werk op afstand
arbeidsgeneeskunde
________ ________
21/6/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/7/2021)
21/6/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/7/2021)
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1262 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1262
________ ________
Question n° 7-1263 du 21 juin 2021 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-1263 d.d. 21 juni 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Récemment, le gouvernement fédéral décidait de mettre gratuitement à disposition des entreprises, celles de secteurs à risque notamment, un stock d'un million de tests antigéniques rapides.

L'objectif était d'identifier et de contenir au plus vite les contagions au coronavirus dans le monde du travail.

Tout se passait sur base volontaire. Les entreprises qui correspondaient aux critères et qui le souhaitaient pouvaient commander ces tests et tester leurs travailleurs (également volontaires) de manière répétitive et systématique.

Deux projets pilotes ont été alors programmés, l'un dans trois centres de tri de bpost et l'autre parmi le personnel technique et commercial de Proximus.

Aujourd'hui, selon certaines informations, les deux projets n'auraient pas été prolongés, et un stock très important de tests rapides resterait donc «disponible».

Il semble que les difficultés rencontrées seraient venues d'un problème d'ordre organisationnel.

Pour qu'il soit efficace, le dépistage préventif via tests rapides doit être répété deux fois par semaine sur chaque travailleur, durant ses heures de travail.

On sait que dans les entreprises, c'est via la médecine du travail que ces tests sont pratiqués.

Personnel médical et travailleurs devaient donc être disponibles en même temps, deux fois par semaine.

Certains parlent de perte de temps, de lassitude des travailleurs, d'autres évoquent le coût de la médecine du travail pour expliquer une situation qui pose question.

Cette question relève de la compétence du Sénat par sa transversalité. Tous les niveaux de pouvoir sont concernés par la lutte contre la pandémie et la prévention de la santé publique relève en outre de la compétence des entités fédérées.

On parle aujourd'hui de l'assouplissement des règles concernant le télétravail, et je souhaiterais donc connaître l'état de la situation de ces expériences pilotes en entreprise.

 

Recent besliste de federale regering om aan bedrijven uit risicosectoren een voorraad van één miljoen antigeensneltests ter beschikking te stellen.

Het doel was om besmettingen met het coronavirus op de werkvloer zo snel mogelijk te detecteren en te beheersen.

Alles gebeurt op vrijwillige basis. De bedrijven die aan de voorwaarden voldeden en die dat wensten konden die tests bestellen en hun werknemers (ook vrijwillig) herhaaldelijk en systematisch laten testen.

Er zijn dan twee proefprojecten opgezet, het ene in drie sorteercentra van bpost en het andere bij het technisch en commercieel personeel van Proximus.

Volgens sommige informatiebronnen zouden die twee projecten niet worden verlengd en zou er nu dus een grote voorraad sneltests «beschikbaar» zijn.

Naar verluidt zouden de moeilijkheden te maken gehad hebben met een probleem van organisatie.

Om doeltreffend te zijn moet een preventieve screening via sneltests tweemaal per week worden afgenomen bij elke werknemer tijdens de werkuren.

In bedrijven wordt deze testafname uitgevoerd door de bedrijfsgeneeskundige dienst.

Het medisch personeel en de werknemers moesten dus tweemaal per week tegelijk beschikbaar zijn.

Voor sommigen is dit tijdverlies, sommige werknemers zijn ook moe, voor anderen speelt vooral de kostprijs van de bedrijfsgeneeskunde als verklaring voor de moeilijkheden.

Deze vraag valt binnen de bevoegdheid van de Senaat omdat ze transversaal is. Alle bestuursniveaus zijn betrokken bij de strijd tegen de pandemie en preventieve gezondheidszorg is een bevoegdheid van de deelstaten.

Vandaag worden versoepelingen van de thuiswerkregel in het vooruitzicht gesteld en daarom wens ik te weten wat de stand van zaken is met betrekking tot die proefprojecten in de bedrijven.