Maandag 9 mei 2005 : Federalisme
Foto's |
verslag |
Video |
---|
Samenvatting
Europa dichter bij de burger brengen via subsidiariteit
Het debat was vooral toegespitst op de vraag hoe de Europese "regel van de subsidiariteit" in België in de praktijk zal worden gebracht. Deze regel is neergeschreven in het ontwerp van Europese Grondwet. Het is een van de criteria die de lijn moet trekken tussen de Europese bevoegdheden en de bevoegdheden van de lidstaten.
Subsidiariteit gaat over de vraag of een wet beter op Europees dan wel op nationaal niveau tot stand komt. Subsidiariteit betekent voor de Europese Grondwet dat de Unie slechts mag optreden indien de onderliggende doelstelling niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt op centraal, regionaal of lokaal niveau (tenzij het over bevoegdheden gaat die niet exclusief aan Europa werden toebedeeld).
Belangrijke rol voor de nationale parlementen
Het ontwerp van Europese Grondwet is niet zozeer vernieuwend inzake het gerechtelijke toezicht op de toepassing van het beginsel, maar wel inzake het politieke toezicht. Het zijn de nationale parlementen die er zullen op toezien of het beginsel wordt nageleefd.
De nationale parlementen hebben de mogelijkheid om met betrekking tot een ontwerp van Europese norm een advies uit te brengen en daarin uiteen te zetten waarom die norm volgens hen niet strookt met de regel van de subsidiariteit. Ze hebben hiervoor slechts zes weken tijd.
Elk nationaal parlement heeft twee stemmen. Dit betekent dat in landen waarvan het parlement uit twee kamers is samengesteld (zo bestaat het Belgische Parlement uit een Kamer van volksvertegenwoordigers en een Senaat), elke kamer over één stem beschikt. Wanneer het advies door een derde van de stemmen wordt gesteund, moet het ontwerp van norm opnieuw in overweging worden genomen.
De wijze waarop een lidstaat zijn twee stemmen uitbrengt, zal bepaald worden door de politieke structuren van dat land. In België zijn de bevoegdheden opgedeeld tussen de federale Staat en de deelstaten (de Gemeenschappen en de Gewesten). Specifieke oplossingen zullen moeten worden gevonden al naargelang de voorgestelde Europese regels een louter federale, een louter deelstatelijke dan wel een gemengde aangelegenheid betreffen. In elk mogelijk scenario zullen samenwerking en overleg centraal moeten staan.
De Senaat heeft 21 senatoren die de Gemeenschappen vertegenwoordigen in zijn midden. De conclusie van het debat was dat zij in deze problematiek wellicht een centrale rol zouden kunnen spelen : niet alleen op het vlak van de federale en de gemengde bevoegdheden, maar ook op dat van de louter deelstatelijke bevoegdheden. Aldus kan België steeds met een eensgezind, gemeenschappelijk standpunt naar buiten treden.
Neem voor meer informatie contact op met Marie-Aline Stacanov