Zondag 8 mei 2005 : Burgerschap door onderwijs en vorming

Foto's van Burgerschap door onderwijs en vorming
Foto's
Woordelijk verslag van  8 mei 2005 : Burgerschap door onderwijs en vorming
Verslag
Video van Burgerschap door onderwijs en vorming
Video

Samenvatting

Het publiek bestaat uit mensen die de Tweede Wereldoorlog aan den lijve hebben ondervonden en uit jongeren die daarna zijn geboren. In haar openingswoord wijst Senaatsvoorzitter Anne-Marie Lizin (PS) erop dat de Europese samenleving razendsnel evolueert. Gebeurtenissen die zich aan de andere kant van de wereld afspelen en waarop wij geen vat lijken te hebben, bepalen rechtstreeks ons dagelijks leven. Dit alles dwingt ons opnieuw na te denken over de vraag wat het in 2005 precies inhoudt burger van ons land te zijn. Daarbij moet de kennis over wat zich in de eerste helft van de twintigste eeuw heeft afgespeeld in ere worden gehouden. Acht mei als dag waarop in Europa de Tweede Wereldoorlog met al zijn gruwelen is geëindigd, leek aangewezen voor een dergelijke bezinning.

De covoorzitters Jeannine Leduc (VLD) en Christian Brotcorne (cdH) willen niet alleen hulde brengen aan de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog. Deze overlevenden van de achttiendaagse veldtocht, van de kampen, deze verzetstrijders, deze ereburgers, moeten ons zelf hun verhaal kunnen vertellen.

Burger zijn moet men leren. Ongetwijfeld hebben wij lessen getrokken uit het verleden. Toch zijn er parallellen tussen de groei van het nazisme destijds en de huidige ontwikkeling van de ultrarechtse partijen.

Professor Luc De Vos schetst het kader waarin de Tweede Wereldoorlog ontbrandde: het Verdrag van Versailles dat in Duitsland als zeer streng en onrechtvaardig werd aangevoeld, de vaststelling dat Duitsland de machtigste staat bleef in Europa, de leiding van de Duitse middenstand,… Luc De Vos geeft een overzicht van de drie pijlers waarop de Belgische bijdrage aan de oorlogsinspanning steunde: de deelname aan de gewapende strijd, de Congolese grondstoffen en het verzet in België.

Ook luitenant-generaal Donnet brengt hulde aan de oud-strijders. Sommigen onder hen gingen een lange gevangenschap in. Anderen slaagden erin te ontkomen en de strijd vanuit het buitenland verder te zetten als militair of als burger. Al deze verzetslui betaalden een zware prijs om ons 60 jaar vrede en vrijheid te brengen.

Vervolgens brengen een aantal getuigen een duidelijke boodschap. Arthur Haulot wijst erop dat het niet volstaat vijftig of zestig jaar vrijheid te vieren en de strijders en slachtoffers te eren. Het gaat erom de jongeren het belang en de waarde van de democratie, de solidariteit en de vrijheid bij te brengen. Pierre-Paul Baeten waarschuwt voor het gevaar van neofascisme en het verwerven van macht ten kostte van alles en iedereen. Vrijheid en democratie zijn te waardevol om dat te laten gebeuren. Pierre Halter herinnert eraan dat de strijd voor de vrede, de emancipatie van de volkeren en de vrijheid een strijd is van elke dag. Volgens Henri Kichka moeten de jongeren weten dat men de hoop nooit mag opgeven. Mouchka Stassart spoort hen aan tot het uiterste te gaan voor hun idealen. André Wynen meent dat de overlevenden het aan diegenen die wel het leven lieten, verplicht zijn in hun naam te spreken. Zij mogen niet lijdzaam toezien hoe sommigen van hun voorrechten gebruik maken om de vrijheid en de democratische waarden te ondergraven.

Na deze getuigenissen belichten Hugo Vanheeswijck (Vlaamse Gemeenschap) en Audrey Adam (leest tekst van Hervé Broquet van het Centre de recherches et d’études politiques) en de professoren Frank Fleerackers (KUB) en Pol Dupont (UMH en ULB) de noodzaak van de opvoeding tot burgerzin en de bijdrage die het onderwijs moet leveren in de ontwikkeling van de democratie. Het gaat echter niet enkel om een opdracht voor onderwijsmensen, maar voor elke weldenkende burger. Professor Fleerackers pleit daarom voor een bundeling van de krachten en de oprichting van een steunpunt "burgerschap en burgerzin". Professor Dupont wijst op de rol die de jongeren moeten spelen om de brug te maken tussen het verleden en de toekomst.

Senator Leduc dankt de sprekers die hebben getuigd over de vreselijke tijd die ze hebben beleefd. Ze bevestigt dat het debat van deze dag als een eerste aanzet moet worden beschouwd. Zij verwijst naar "de wegwijzer voor burgerzin" die alle deelnemers bij het vertrek ontvangen en licht samen met senator Brotcorne even de inhoud ervan toe.


Neem voor meer informatie contact op met Geraldine Gautiers