Parlementaire overlegcommissie |
Fontein van Georges Minne, achterkant van het Parlement (Leuvenseweg) |
Art. 77 van de Grondwet
De Kamer van
volksvertegenwoordigers en de Senaat zijn gelijkelijk bevoegd voor :
1°
de verklaring tot herziening van de Grondwet en de herziening van de
Grondwet;
2° de aangelegenheden die krachtens de Grondwet door beide
wetgevende Kamers dienen te worden geregeld;
3° de wetten bedoeld in de
artikelen 5, 39, 43, 50, 68, 71, 77, 82, 115, 117, 118, 121, 123, 127 tot 131,
135 tot 137, 140 tot 143, 145, 146, 163, 165, 166, 167, § 1, derde lid,
§ 4 en § 5, 169, 170, § 2, tweede lid, § 3, tweede en derde
lid, § 4, tweede lid, en 175 tot 177, evenals de wetten ter uitvoering van
de voormelde wetten en artikelen;
4° de wetten aan te nemen met de
meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, evenals de wetten ter uitvoering
hiervan;
5° de wetten bedoeld in artikel 34;
6° de wetten
houdende instemming met verdragen;
7° de wetten aangenomen
overeenkomstig artikel 169 om de naleving van internationale of supranationale
verplichtingen te verzekeren;
8° de wetten op de Raad van State;
9° de organisatie van de hoven en rechtbanken;
10° de wetten tot
goedkeuring van samenwerkingsakkoorden tussen de Staat, de gemeenschappen en de
gewesten.
Een wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4,
laatste lid, kan andere wetten aanduiden waarvoor de Kamer van
volksvertegenwoordigers en de Senaat gelijkelijk bevoegd zijn.
Art. 78 van de Grondwet
Het peristilium is de centrale hal in het Federaal Parlement |
In de andere aangelegenheden dan die bedoeld in de
artikelen 74 en 77, wordt het wetsontwerp dat door de Kamer van
volksvertegenwoordigers is aangenomen, overgezonden aan de Senaat.
Op
verzoek van ten minste vijftien van zijn leden onderzoekt de Senaat het
wetsontwerp. Dat verzoek wordt geformuleerd binnen vijftien dagen na de
ontvangst van het ontwerp.
De Senaat kan, binnen
een termijn die zestig dagen niet te boven mag gaan :
- beslissen dat er
geen reden is om het wetsontwerp te amenderen;
- het ontwerp na amendering
aannemen.
Indien de Senaat zich niet binnen de voorgeschreven termijn
heeft uitgesproken of indien hij de Kamer van volksvertegenwoordigers in kennis
heeft gesteld van zijn beslissing om het wetsontwerp niet te amenderen, zendt
de Kamer van volksvertegenwoordigers het ontwerp over aan de Koning.
Indien het ontwerp is geamendeerd, zendt de Senaat het over aan de Kamer van
volksvertegenwoordigers, die een definitieve beslissing neemt door alle of
sommige van de door de Senaat aangenomen amendementen hetzij aan te nemen,
hetzij te verwerpen.
Opmerkingen voor de webmaster |