Parlementaire overlegcommissie

Senaatsvoorzitter Armand De Decker en Kamervoorzitter Herman De Croo zitten samen de Parlementaire overlegcommissie voor. Die commissie is gemengd: er zetelen dus zowel senatoren als volksvertegenwoordigers in. Armand De Decker legt ons uit waartoe die commissie dient.

Armand De Decker (MR): De overlegcommissie is zowel technisch als politiek. Ze is technisch omdat ze verband houdt met de organisatie van ons tweekamerstelsel. Sommige materies zijn volledig bicameraal gebleven. Het gaat om de materies opgesomd in artikel 77 van de Grondwet. Andere materies zijn optioneel bicameraal. Het betreft de materies opgesomd in artikel 78 van de Grondwet. Het zijn dikwijls teksten die aangenomen zijn in de Kamer en die de Senaat beslist te onderzoeken via de zogenaamde evocatieprocedure. Specifiek voor die procedure, die is vastgelegd in de Grondwet, is de termijn waarbinnen de Senaat de teksten die zijn aangenomen in de Kamer, moet onderzoeken. Soms moet onze commissie uitmaken of een materie tot artikel 77 of tot artikel 78 behoort. Soms moeten we beslissen of een wettekst één geheel moet blijven, dan wel of hij moet worden opgesplitst in twee delen: één wetsontwerp dat volledig bicameraal is en een ander wetsontwerp dat optioneel bicameraal is.

Het parlement moet zijn dominante rol binnen de wetgevende macht verdedigen

	Herman De Croo en Armand De Decker zitten samen de overlegcommissie voor

Meestal moeten we overleggen over de termijnen waarbinnen de teksten moeten worden onderzocht. Maar we buigen ons niet enkel over evocatieprocedures. De Senaat neemt immers ook wetsvoorstellen aan die hij aan de Kamer overzendt.

De Kamer kan er op haar beurt lang over doen om ze aan te nemen. In dat geval bepalen wij een termijn waarbinnen de Kamer de tekst moet goedkeuren die is aangenomen in de Senaat.

Maar meestal verloopt de procedure andersom (Kamer naar Senaat).

Ook de regering kan een beroep doen op de overlegcommissie om de spoedprocedure te vragen voor een regeringsontwerp. In dat geval vraag ik wel aan de regering om die vraag te motiveren. Ik ben immers van mening dat de regering en de ministers het parlement moeten respecteren en het niet mogen beschouwen als een stemmachine. Sommige ministers denken dat indien binnen de ministerraad overeenstemming is bereikt over een tekst, de democratie voldoende aan bod is gekomen. Die houding is onaanvaardbaar en wij moeten hen dan eraan herinneren dat het parlement het centrum van de wetgevende macht is en moet blijven!

Lees verder op de volgende pagina >>

Opmerkingen voor de webmaster