Economie |
Guy Moens (SP.A) |
Sinds begin 2001 is een wet van kracht die de wet op het consumentenkrediet aanpast zodat de consument met een betalingsachterstand beschermd wordt tegen overmatige nalatigheidintresten. Het oorspronkelijke wetsvoorstel werd ingediend door wijlen PS-senator en oud-minister van Sociale integratie Jacques Santkin.
Het "Waarnemingscentrum voor krediet en schuld" was immers tot het besluit gekomen dat de toestand inzake de overmatige schuldenlast in België ondanks de wetgeving over consumentenkrediet nog verslechterde, in het bijzonder wat het consumentenkrediet betreft. Zo'n 400.000 consumenten zouden met betalingsachterstand geconfronteerd worden.
Mede-indiener Guy Moens (SP.A) wijst erop dat de wet onder meer een einde maakt aan de praktijken waarbij men bij een betalingsachterstand een strafbeding tot 25 procent van het totaal van de nog verschuldigde bedragen moest betalen. Voortaan mag de straf niet meer bedragen dan 10 procent van het verschuldigd blijvend saldo.
Door de wet weet de consument precies wat hem te wachten staat indien hij zijn schuldverplichtingen niet kan nakomen. Bij het afsluiten van een lening of een krediet krijgt de kredietnemer een tabel waarin aangegeven wordt hoeveel hij betaalt aan schuldaflossing en rente, en hoeveel hij nog moet terugbetalen. Ook de nalatigheidintrest dient duidelijk vermeld te zijn. De terugbetaling wordt teruggebracht tot het resterende kapitaal plus de interest. De praktijk om interesten op interesten te vorderen, wordt een halt toegeroepen. Straffen of schadevergoedingen kunnen enkel volgens strikte regels opgelegd worden.
Guy Moens herinnert er ook aan dat de Senaat op 7 maart 2002 een wetsontwerp aannam over het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast waardoor een daadwerkelijke collectieve schuldenregeling mogelijk wordt. Het fonds wordt gespijsd door bijdragen van kredietverstrekkers in verhouding tot de uitstaande schuld van de kredietinstellingen. Daardoor dragen banken en kredietverstrekkers die te gemakkelijk leningen of kredieten toestaan, in verhouding meer bij. Het fonds staat in voor het betalen van de schuld van de schuldenaar.
wetgevingsdossier 2-223
Vincent Van Quickenborne (Spirit) |
In een mondelinge vraag aan minister Rik Daems heeft senator Vincent Van Quickenborne (toen nog Spirit) gevraagd hoeveel de managers van overheidsbedrijven verdienen, of zij voordelen in natura krijgen en tegen welke prijs zij eventueel aandelen in hun bedrijven of aanverwante dochter- of zusterbedrijven kopen. Vincent Van Quickenborne meent vast te stellen dat de regering geen antwoord wil geven. Hij onderstreepte dat de belastingbetaler veel bijdraagt om de overheidsbedrijven goed te doen draaien en hij vindt het niet normaal dat parlementsleden hierover geen antwoord krijgen.
Met dit doel voor ogen diende Philippe Monfils (MR) een wetsvoorstel in tot aanvulling van het Wetboek van inkomstenbelastingen. Hij stelde enerzijds vast dat het voortbestaan van de Belgische audiovisuele werken een zaak van algemeen belang is en anderzijds dat in de filmsector werkgelegenheid kan worden gecreëerd. Hij maakte een analyse van de stimuli in andere Europese landen en stelde de Senaat voor in ons land een systeem van fiscale stimuli in te stellen. Met de goedkeuring van deze wet, die een aanvulling is op de steunmaatregelen die de gemeenschappen en de gewesten aanreiken, hoopt de Senaat dat geld zal vloeien naar de ontwikkeling en productie van audiovisuele werken.
wetgevingsdossier 2-703
Opmerkingen voor de webmaster |