Genocide : wordt vervolgd

T

oen Michel Foret (PRL-FDF) een wetsvoorstel indiende " betreffende de bestraffing van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht " stond hem één doel voor ogen : de verdediging van de mensenrechten.

Dit voorstel moet er immers voor zorgen dat het Internationaal verdrag inzake devoorkoming en de bestraffing van genocide, dat dateert van 1948 en in werking trad in1951, wordt opgenomen in het Belgische strafrecht.

Op 17 juli jl. hebben 120 landen in Rome het ontwerpstatuut van het InternationaalStrafgerechtshof aangenomen, dat onder meer uitgaat van het basisprincipe dat de nationalerechtscolleges wereldwijd voorrang moeten krijgen bij het berechten van misdaden vangenocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden.

Bij de bespreking van het voorstel van Michel Foret stelde de minister van Justitievoor dat België als eerste zijn nationale wetgeving zou aanpassen aan sommige bepalingenvan het statuut van het toekomstige strafgerechtshof.

De bevoegdheden die de wet van 16 juni 1993 aan de Belgische rechtbanken heefttoegekend op het vlak van oorlogsmisdaden, worden met het voorstel dat de Senaat op 3december heeft aangenomen, uitgebreid tot misdaden van genocide en misdaden tegen demensheid. Dit soort misdaden zal in België kunnen worden vervolgd, ongeacht denationaliteit van de dader of van het slachtoffer en ongeacht de plaats waar het misdrijfis gepleegd. Dat de feiten dateren van vóór de inwerkingtreding van deze wet, speeltgeen enkele rol.

Dit wetsvoorstel wil paal en perk stellen aan de straffeloosheid die deverantwoordelijken voor dergelijke misdaden -zowel de uitvoerders als de opdrachtgevers-vaak genieten. Het voorstel wil voor dit soort misdrijven ook komaf maken met deonschendbaarheid die men iemand uit hoofde van zijn officiële status wel eens wiltoedichten.

 

texte français

Opmerkingen voor de webmaster