En
toch...
Justitie & Politie |
O |
P 31 maart 1998 heeft de Senaat het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie geëvoceerd. Het ontwerp is op donderdag 2 april in de plenaire vergadering aangenomen. |
Met dit ontwerp wil men de strijd opvoeren tegen de georganiseerde en zware criminaliteit door de politiediensten, het openbaar ministerie en de onderzoeksrechters nieuwe mogelijkheden te bieden en door de afluisterprocedure te versoepelen. Daarbij wil men de fundamentele rechten van de burger zoveel mogelijk waarborgen (bescherming van de persoonlijke levenssfeer).
De wetgeving moest gewijzigd worden omdat de technologische ontwikkeling in detechnologische ontwikkeling in de telecommunicatie- en informaticasector steeds voortgaat.
Zo heeft één van de wijzigingen tot doel een wettelijk kader te scheppen voor het identificeren van geheime nummers en van abonnees met een publiek nummer.
Een andere wijziging betreft het opsporen van de oorsprong of van de bestemming van telecommunicatie. In de wet is een nieuwe bevoegdheid ingevoerd met betrekking tot het lokaliseren van mobiele telecommunicatie. De bevoegdheid van de procureur des Konings werd uitgebreid tot alle misdrijven waarvoor de onderzoeksrechter een tapmaatregel kan uitvaardigen.
De Senaat heeft lang gedebatteerd over de vraag of de opnamen van de afgeluisterde gesprekken volledig moeten worden overgeschreven. Uiteindelijk werd ervoor gekozen om enkel die communicaties of telecommunicaties over te schrijven die relevant zijn voor het onderzoek. Als de rechter het nodig vindt, kan hij de bijkomende overschrijving van de niet-relevant geachte gesprekken vragen.
En
toch...Claude Desmedt (PRL-FDF) : "De wijziging van de wet was noodzakelijk om een goed evenwicht tot stand te brengen tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en een doeltreffende bestrijding van de zware criminaliteit en het terrorisme.
Dankzij niet onbelangrijke amendementen van de bevoegde commissie werd het onevenwicht in de door de Regering opgestelde tekst enigszins afgezwakt.
Desondanks heeft de PRL -FDF er de voorkeur aan gegeven zich te onthouden omdat geen rekening is gehouden met de amendementen die door de PRL-FDF waren ingediend en die in overeenstemming waren met de adviezen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het amendement dat een betere bescherming van het beroepsgeheim van advocaten en artsen tegen telefoontapmaatregelen tot doel had, is eveneens verworpen.
Men zal heel waakzaam moeten zijn, wil men bij de toepassing van de nieuwe bepalingen de fundamentele rechten van de burgers waarborgen."
Opmerkingen voor de webmaster