Justitie & Politie |
E |
EN historisch akkoord, zo klonk het eind mei in de gangen en zalen van het parlement. Kamer en Senaat debatteerden toen over het akkoord dat acht partijen sloten over de reorganisatie van de politie en de hervorming van het gerecht. Een akkoord dat wellicht de geschiedenis zal ingaan als het Octopus-akkoord, omwille van de acht deelnemende partijen. |
De schok die de Witte Mars had teweeggebracht, was blijkbaar niet krachtig genoeg om snelle hervormingen tot stand te brengen. De ontsnapping van Dutroux was nodig om acht politieke partijen aan de onderhandelingstafel te krijgen. In minder dan twee weken tijd leverden zij een blauwdruk af van hoe het politie- en justitielandschap er in de toekomst moet uitzien.
Die blauwdruk legden zij aan het parlement voor. De Senaat besprak het Octopus-akkoord op 26 mei. Na een debat keurden de senatoren een resolutie goed waarin zij instemden met de voorgestelde hervormingen en beloofden te zullen meewerken aan de concretisering ervan.
"Dit is niet het einde, dit is niet het begin van het einde, maar het einde van het begin." Met deze gevleugelde woorden die hij aan Winston Churchill ontleende, omschreef CVP-fractievoorzitter Hugo Vandenberghe wat hij "de meest grondige hervorming van het justitie- en politielandschap sedert 1830 "noemde.
De woordvoerders van CVP, PS, VLD, PRL, FDF, SP, PSC en VU, de acht partijen die aan het overleg hadden deelgenomen, onderstreepten het belang en de verdiensten van het akkoord.
Roger Lallemand, de voorzitter van de PS-fractie, was onder de indruk van de snelheid waarmee het akkoord tot stand kwam. Dat kon omdat de deelnemers een gemeenschappelijke doelstelling hadden: de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht waarborgen.
VLD-fractievoorzitter Hugo Coveliers herinnerde eraan dat de Senaat heel wat voorbereidend werk leverde. Zo stelde de Onderzoekscommissie naar de georganiseerde criminaliteit eerder al de oprichting voor van een federaal parket om fraude, corruptie en georganiseerde criminaliteit te bestrijden.
SP-fractievoorzitter Fred Erdman beklemtoonde dat de hervormingen pas zullen slagen als ze uitvoerbaar en efficiënt zijn en als iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. De bevolking moet opnieuw vertrouwen krijgen.
Michel Foret, PRL-fractievoorzitter, verheugde zich over de belangrijke rol die de Senaat in de gerechtelijke hervorming toegemeten krijgt. Hij vond het een goede zaak dat er geen eenheidspolitie komt.
Ook Joëlle Milquet (PSC) en Anne-Marie Lizin (PS) toonden zich tevreden over het behoud van een sterke lokale politie, die op voet van gelijkheid met de federale politie zal samenwerken.
Claude Desmedt verklaarde namens het FDF dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich niet buiten de politiehervorming mag plaatsen.
Jan Loones legde uit waarom de VU mee aan de onderhandelingstafel is gaan zitten: zowel de politie- als de justitiehervorming brengen het confederale model dat de Volksunie altijd heeft verdedigd, een stap dichterbij.
Volgens Wim Verreycken van het Vlaams Blok werd het parlement buiten spel gezet door het Octopus-overleg.
Ecolo en Agalev bleven bij de onderhandelingen aan de zijlijn staan, maar willen de regeringsvoorstellen wel mee onderzoeken en amenderen.
José Daras van Ecolo vroeg zich af wat de bedoeling van de resolutie was: het parlement buiten spel zetten of het voor lange tijd monddood maken?
Agalev-woordvoerder Eddy Boutmans had vooral kritiek op de voorstellen over de Hoge Raad voor Justitie die volgens hem niet de samenleving, maar de politiek vertegenwoordigt.
Minister van Binnenlandse zaken Louis Tobback beloofde het parlement op volwaardige wijze bij de hervormingen te zullen betrekken.
De wet naleven is niet altijd gemakkelijk. Moeilijk wordt het
als u de wet niet begrijpt. Ronduit vervelend is het als u niet eens
weet dat ze bestaat. Gelukkig is er voortaan Dank zij 'Senlex' kan u vanop uw eigen pc volgen welke wetten in de Senaat tot stand komen en in welk stadium van de procedure zij zich bevinden. Senlex kan u raadplegen op onze web site www.senate.be Senlex is dat onderdeel van ons informaticasysteem dat de wetgevings- en aanverwante procedures bijhoudt. Voor u erop los tokkelt en verstrikt raakt in Wetstraat-terminologie, is een woordje uitleg op zijn plaats. Een wet wordt in het parlement op heel wat plaatsen bijgeschaafd. De fouten moeten eruit. In 'De weg naar het Staatsblad' belichten we de wordingsgeschiedenis van een wet. Sommige teksten moeten zowel door Kamer als Senaat worden aangenomen. Voor andere teksten kan de Senaat zijn evocatierecht doen gelden. Nog andere teksten mag de Senaat helemaal niet behandelen. In 'Wetgevingsprocedures' wordt dit uitgelegd.
1. Een tekst wordt ingediend Wetsvoorstel - Een volksvertegenwoordiger of een senator dient een wetsvoorstel in. Dit heet het initiatiefrecht. Wetsontwerp - De Regering dient een wetsontwerp in, samen met het advies van de Raad van State. Een wetsvoorstel dat reeds in Kamer of Senaat is aangenomen, heet echter ook wetsontwerp. 2. Inoverwegingneming Wetsvoorstellen moet men eerst in overweging nemen, d.w.z. dat er wordt beslist of ze worden besproken Wetsontwerpen worden altijd besproken. 3. Behandeling in commissie Een 'ingekomen tekst' wordt eerst in commissie besproken. De commissie kan de tekst ongewijzigd aannemen, amenderen (= wijzigen) of verwerpen. Een rapporteur stelt het schriftelijke verslag van de commissiewerkzaamheden op. 4. Behandeling in plenaire vergadering Na bespreking neemt de Senaat in plenaire vergadering de tekst ongewijzigd aan, amendeert (= wijzigt) of verwerpt hem. 5. Koninklijke bekrachtiging en afkondiging Voor hij wet wordt, moet de aangenomen tekst voor bekrachtiging (= ondertekening) naar de Koning. De Koning is immers de derde tak van de wetgevende macht. De bekrachtiging gaat samen met de afkondiging door de Koning. Hij staat namelijk ook aan het hoofd van de uitvoerende macht 6. Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad De wet treedt in werking de 10de dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve wanneer de wet zelf een andere datum van inwerkingtreding bepaalt.
In het eerste artikel van de wet staat tot welke categorie wetgevende procedure zij behoort: 1. Volledig bicamerale wetten (of volledige tweekamer-wetten) worden aangenomen door Kamer én Senaat (organisatie van het gerecht, Grondwetsherziening, Staatshervorming, samenwerkingsakkoorden met gemeenschappen of gewesten, internationale verdragen en kieswetboek). 2. Gedeeltelijk bicamerale wetten worden aangenomen door de Kamer en eventueel de Senaat. Gedeeltelijk bicamerale wetten zijn alle wetten die niet monocameraal of volledig bicameraal zijn, dus het leeuwendeel van de federale wetgeving. Meestal gaat het om sociaal-economische wetgeving over bijvoorbeeld arbeid, sociale zekerheid, belastingen, burgerlijk en economisch recht. Bij gedeeltelijk bicamerale wetten kan de Senaat 'evoceren'. 3. Monocamerale wetten (of eenkamer-wetten) worden aangenomen door de Kamer alleen (begrotingen, naturalisaties, ministeriële aansprakelijkheid en bepaling van de legersterkte). Op verzoek van minstens 15 senatoren en binnen 15 dagen na overzending van de door de Kamer aangenomen tekst, kan de Senaat beslissen het ontwerp in principe binnen 60 dagen te behandelen. Deze beslissing heet de 'evocatie' van het ontwerp. Voert de Kamer daarna een nieuw amendement in, dan mag de Senaat er zich opnieuw over uitspreken binnen 15 dagen. De Kamer heeft evenwel altijd het laatste woord. De Parlementaire overlegcommissie (= overlegorgaan tussen Kamer en Senaat) kan deze termijnen verlengen of inkorten. Bij betwisting over de gekozen procedure, beslecht deze commissie. |
* technische werkgroep bereidt de wetsvoorstellen en/of -ontwerpen voor (juli '98) * advies van de Raad van State (juli-september '98) * bespreking in de Commissies Justitie
van Kamer en |
Gemeentepolitie, rijkswacht en gerechtelijke politie smelten samen tot één politiedienst met twee niveaus: lokale en federale politie. In elke interpolitiezone (over meerdere gemeenten) komt er een lokale politie die zowel opdrachten van ordehandhaving als van gerechtelijk onderzoek moet uitvoeren. Die opdrachten krijgt ze van de burgemeester(s). Voor sommige taken kan de lokale politie de hulp inroepen van de federale politie. De federale politie zal gespecialiseerde en bovenlokale opdrachten uitvoeren (onderzoek naar corruptie, georganiseerde criminaliteit, controle op autosnelwegen, aan de grenzen...). Zij moet de lokale politie ook ondersteunen (informatisering, statistieken, laboratoria...). Tussen beide niveaus komen verbindingslijnen zodat de samenwerking optimaal kan verlopen. Alle politiemensen krijgen eenzelfde administratief en geldelijk statuut. Ook informatica, telecommunicatie, opleiding, tuchtstatuut en inspectie worden gemeenschappelijk. Er komt één informatiedienst onder het gezag van lokale en federale politieambtenaren en de controle van een magistraat.
Een Hoge Raad voor Justitie benoemt en bevordert de magistraten en controleert de algemene werking van hoven en rechtbanken. In de Hoge Raad zetelen evenveel magistraten als niet-magistraten. De Senaat duidt de 22 niet-magistraten aan. De topmagistraten -procureurs-generaal, procureurs, voorzitters van hoven en rechtbanken- worden niet meer voor het leven benoemd. Zij zullen hun mandaat hoogstens zeven jaar kunnen uitoefenen. Er komt een federaal parket voor de grote misdaaddossiers, geleid door een speciale procureur-generaal. Een arrondissementsrechtbank zal de rechtbank van koophandel, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg overkoepelen, zodat deze efficiënter kunnen werken en bevoegdheidsconflicten worden vermeden. Verder komen er ook nog strafuitvoeringsrechtbanken, een federale anti-corruptiedienst en een Franstalige en een Nederlandstalige magistratenschool. |
Opmerkingen voor de webmaster