5-2212/2 | 5-2212/2 |
18 JULI 2013
Nr. 1 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 6
Het voorgestelde artikel 65 vervangen als volgt :
« Art. 65. Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk een of meer vrederechters aan, die door de algemene vergadering zijn voorgedragen met zijn of hun instemming, om de functie uit te oefenen van rechter in de politierechtbank, of een of meer rechters in de politierechtbank, die door de algemene vergadering zijn voorgedragen met zijn of hun instemming, om de functie uit te oefenen van vrederechter in het gerechtelijk arrondissement. Indien de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt, wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk en met zijn of hun instemming, een of meer vrederechters aan, om de functie uit te oefenen van rechter in de politierechtbank, of een of meer rechters in de politierechtbank, om de functie uit te oefenen van vrederechter in het gerechtelijk arrondissement. De aanwijzingsbeschikking geeft in elk geval de motieven van de aanwijzing weer en bepaalt de nadere regels ervan, waaronder de duur.
Naargelang van de behoeften van de dienst in het gerechtelijk arrondissement Brussel wijst de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk een of meer werkende of plaatsvervangende rechters in de politierechtbank aan, voorgedragen door de algemene vergadering, om cumulatief een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het arrondissement. Ingeval de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt, wijst de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk een of meer werkende of plaatsvervangende rechters in de politierechtbank aan, zonder dat zijn of hun instemming is vereist maar na hem of hen te hebben gehoord, om tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het arrondissement. De aanwijzingsbeschikking geeft in elk geval de motieven van de aanwijzing weer en bepaalt de nadere regels ervan, waaronder de duur.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, op voordracht van de kandidaten door de algemene vergadering en met de instemming van de betrokkenen, een of meer rechters in de politierechtbank of een of meer vrederechters, opdragen tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het rechtsgebied of in een ander vredegerecht van het rechtsgebied gelegen in een ander arrondissement dan dat waarin zij benoemd zijn. Ingeval de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt, wijst de eerste voorzitter van het hof van beroep, op advies van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, de kandidaten voor de betrokken ambten aan. De aanwijzingsbeschikking geeft in elk geval de motieven van de aanwijzing weer en bepaalt de nadere regels ervan, waaronder de duur.
Onder een behoefte van de dienst kan onder meer worden verstaan de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid, of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
De aanwijzing of de opdracht eindigt wanneer de reden ervan vervalt; voor de zaken waarover de debatten aan gang zijn of die in beraad zijn, blijft de aanwijzing of de opdracht gelden tot aan het vonnis. ».
Verantwoording
Dit amendement moet invulling geven aan het begrip « participatief management ». In geval een bepaalde dienst nood heeft aan tijdelijke versterking, neemt in de eerste plaats de algemene vergadering van de betrokken magistraten het voortouw. Het profiel van de kandidaat die voor de aanwijzing of de opdracht wordt gezocht, wordt voorgesteld in de algemene vergadering, die probeert om uit haar leden een magistraat bereid te vinden om de dienst die tijdelijk in moeilijkheden verkeert, te versterken. Ingeval de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt die aan het gezochte profiel beantwoordt, kan de korpschef een magistraat aanwijzen, die de aanwijzing of de opdracht aanvaardt.
Het betrekken van de magistraten-medewerkers van de korpschef bij een beslissing over de mobiliteit van een magistraat, biedt het voordeel dat zij die beslissing ook zullen steunen en dat het risico van een verdoken tuchtmaatregel in de vorm van een beschikking tot tijdelijke aanwijzing of opdracht zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Wanneer de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt die aan het gezochte profiel beantwoordt en de instemming van de betrokken magistraat niet vereist is, moet de korpschef de door hem aangewezen magistraat trouwens op zijn minst horen in verband met de eventuele gevolgen van een dergelijke mobiliteitsbeslissing.
Ten slotte moet het begrip « behoefte van de dienst » nader worden gedefinieerd, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies nr. 53.000/AV/3 van 22 april 2013 (stuk Kamer, 53 2858/001, blz. 105), in het licht van de in artikel 9 opgenomen definitie.
Nr. 2 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 8
In het eerste lid van de voorgestelde tekst de volgende wijzigingen aanbrengen :
A/ in het 1º, de woorden « na advies van de procureur des Konings, en van de stafhouder van de Orde » vervangen door de woorden « nadat hij het advies heeft ingewonnen van de procureur des Konings, de algemene vergadering en de stafhouder van de Orde »;
B/ in het 2º, de woorden « na advies van de betrokken vrederechter, en van de stafhouder van de Orde » vervangen door de woorden « nadat hij het advies heeft ingewonnen van de betrokken vrederechter, de algemene vergadering en de stafhouder van de Orde ».
Verantwoording
Het bij dit wetsontwerp voorgestelde artikel gaat in de goede richting doordat het in uitzicht stelt dat aan de korpschef wordt opgelegd verschillende actoren te raadplegen die bij het bijzonder reglement betrokken zullen zijn. Overeenkomstig het participatief management moet echter ook de betrokken algemene vergadering worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter de beslissing van de korpschef scharen en om de risico's op een verkapte tuchtstraf zo veel mogelijk te voorkomen.
Nr. 3 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 9
In het voorgestelde artikel 68, derde lid, de woorden « Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen kan hij een deel van de zaken » vervangen door de woorden « Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen en nadat hij het advies van de algemene vergadering heeft ingewonnen, kan hij een deel van de zaken ».
Verantwoording
Overeenkomstig het participatief management moet de betrokken algemene vergadering worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter de beslissing van de korpschef scharen en om de risico's op een verkapte tuchtstraf zo veel mogelijk te voorkomen.
Nr. 4 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 13
In het 2º van het voorgestelde derde lid, de woorden « op advies van de voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank en van de procureur des Konings » vervangen door de woorden « nadat hij het advies heeft ingewonnen van de voorzitter van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank, van de algemene vergadering en van de procureur des Konings ».
Verantwoording
De juridische bevoegdheid om een zetel elders in het gerechtelijk arrondissement te vestigen, komt de Koning toe. In het kader van participatief management dient evenwel de betrokken algemene vergadering te worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter de beslissing van de korpschef scharen.
Nr. 5 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 25
In het 1º, in de voorgestelde § 1, eerste lid, de woorden « van de betrokken algemene vergadering » invoegen tussen de woorden « van de hoofdgriffier van de rechtbank » en de woorden « en van de stafhouders ».
Verantwoording
Het in dit wetsontwerp voorgestelde artikel gaat in de goede richting doordat het in uitzicht stelt dat aan de korpschef wordt opgelegd verschillende actoren te raadplegen die bij het bijzonder reglement betrokken zullen zijn. Naar het voorbeeld van wat in artikel 8 van dit wetsontwerp is voorgesteld, moet overeenkomstig het participatief management echter ook de betrokken algemene vergadering worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter de beslissing van de korpschef scharen en om de risico's op een verkapte tuchtstraf zo veel mogelijk te voorkomen.
Nr. 6 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 26
In het voorgestelde artikel 90, derde lid, de woorden « na advies van de algemene vergadering » invoegen tussen de woorden « kan hij » en de woorden « een deel van de zaken ».
Verantwoording
Overeenkomstig het participatief management moet de betrokken algemene vergadering worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter de beslissing van de korpschef scharen en om de risico's op een verkapte tuchtstraf zo veel mogelijk te voorkomen.
Nr. 7 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 28
De voorgestelde leden vervangen als volgt :
« Wanneer de behoeften van de dienst binnen een rechtbank van eerste aanleg dit rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bij beschikking een door de algemene vergadering voorgedragen rechter met diens instemming opdragen tijdelijk de functie van rechter waar te nemen in de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep. Ingeval de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bij beschikking een rechter met diens instemming opdragen tijdelijk de functie van rechter waar te nemen in de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep.
Wanneer de behoeften van de dienst binnen een rechtbank van koophandel dit rechtvaardigen, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bij beschikking een door de algemene vergadering voorgedragen rechter met diens instemming opdragen tijdelijk de functie van rechter waar te nemen in de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep. Ingeval de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bij beschikking een rechter met diens instemming opdragen tijdelijk de functie van rechter waar te nemen in de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het hof van beroep.
In diezelfde omstandigheden kan de eerste voorzitter eveneens, bij beschikking, een door de algemene vergadering voorgedragen rechter van het rechtsgebied van het hof van beroep met diens instemming opdragen zijn functie op bijkomende wijze en voor een bepaalde termijn waar te nemen in een in dat rechtsgebied gelegen rechtbank van eerste aanleg of rechtbank van koophandel. Ingeval de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter eveneens, bij beschikking, een rechter van het rechtsgebied van het hof van beroep met diens instemming opdragen zijn functie op bijkomende wijze en voor een bepaalde termijn waar te nemen in een in dat rechtsgebied gelegen rechtbank van eerste aanleg of rechtbank van koophandel.
Wanneer de behoeften van de dienst dat rechtvaardigen, kunnen, in het rechtsgebied van het hof van beroep van Luik, de rechters van de rechtbank van eerste aanleg, de rechters van de rechtbank van koophandel en de rechters van de arbeidsrechtbank, naar gelang van het geval, op voordracht van de algemene vergadering, met hun instemming en met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, door de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof respectievelijk worden opgedragen hun functie waar te nemen in de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel of de arbeidsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Eupen. De rechters van de rechtbank van koophandel en de rechters van de arbeidsrechtbank van het arrondissement Eupen kunnen, naar gelang van het geval, op voordracht van de algemene vergadering en met hun instemming, door de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof respectievelijk worden opgedragen hun functie waar te nemen in ofwel een rechtbank van koophandel of een rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied, ofwel een arbeidsrechtbank van het rechtsgebied. Ingeval de algemene vergadering geen kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof de rechters opdragen hun functie elders waar te nemen naar gelang van de in dit lid bepaalde gevallen.
Onder een behoefte van de dienst dient te worden verstaan de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
De beschikking geeft de redenen op waarom het nodig is een beroep te doen op een rechter van een ander rechtscollege van het rechtsgebied en preciseert de nadere voorwaarden van de opdracht, waaronder de duur ervan. ».
Verantwoording
Dit amendement moet invulling geven aan het begrip « participatief management ». Ingeval een bepaalde dienst nood heeft aan tijdelijke versterking, neemt in de eerste plaats de algemene vergadering van de betrokken magistraten het voortouw. Het profiel van de kandidaat die voor de aanwijzing of de opdracht wordt gezocht, wordt voorgesteld in de algemene vergadering, die probeert om uit haar leden een magistraat bereid te vinden om de dienst die tijdelijk in moeilijkheden verkeert te versterken. Ingeval de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt die aan het gezochte profiel beantwoordt, kan de korpschef een magistraat aanwijzen, die de aanwijzing of de opdracht aanvaardt.
Door de magistraten-medewerkers van de korpschef bij een beslissing over de mobiliteit van een magistraat te betrekken, vergewist men zich ervan dat zij die beslissing ook zullen steunen. Tevens wordt aldus het risico van een verdoken tuchtmaatregel in de vorm van een beschikking tot tijdelijke aanwijzing of opdracht zo veel mogelijk voorkomen.
Ten slotte moet het begrip « behoefte van de dienst » nader worden gedefinieerd, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies nr. 53.000/AV/3 van 22 april 2013 (stuk Kamer, 53 2858/001, blz. 105), in het licht van de in artikel 9 opgenomen definitie.
Nr. 8 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 30
Het voorgestelde artikel 99ter vervangen als volgt :
« Art. 99ter. Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het hof van beroep een in het rechtsgebied benoemde rechter van de rechtbank van eerste aanleg of rechter van de rechtbank van koophandel, op voordracht van de algemene vergadering en met diens instemming, opdragen zijn ambt in het hof van beroep uit te oefenen. Indien de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep een in het rechtsgebied benoemde rechter van de rechtbank van eerste aanleg of rechter van de rechtbank van koophandel met diens instemming opdragen zijn ambt in het hof van beroep uit te oefenen.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het arbeidshof een in het rechtsgebied benoemde rechter van de arbeidsrechtbank, op voordracht van de algemene vergadering en met diens instemming, opdragen zijn ambt in het arbeidshof uit te oefenen. Indien de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het arbeidshof een in het rechtsgebied benoemde rechter van de arbeidsrechtbank met diens instemming opdragen zijn ambt in het arbeidshof uit te oefenen.
Onder « behoefte van de dienst » moet worden verstaan de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
In de beschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een rechter en worden de nadere regels van de opdracht omschreven, waaronder de duur ervan. »
Verantwoording
Dit amendement moet invulling geven aan het begrip « participatief management ». Ingeval een bepaalde dienst nood heeft aan tijdelijke versterking, neemt in de eerste plaats de algemene vergadering van de betrokken magistraten het voortouw. Het profiel van de kandidaat die voor de aanwijzing of de opdracht wordt gezocht, wordt voorgesteld in de algemene vergadering, die probeert om uit haar leden een magistraat bereid te vinden om de dienst die tijdelijk in moeilijkheden verkeert te versterken. Ingeval de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt die aan het gezochte profiel beantwoordt, kan de korpschef een magistraat aanwijzen, die de aanwijzing of de opdracht aanvaardt.
Door de magistraten-medewerkers van de korpschef bij een beslissing over de mobiliteit van een magistraat te betrekken, vergewist men zich ervan dat zij die beslissing ook zullen steunen. Tevens wordt aldus het risico van een verdoken tuchtmaatregel in de vorm van een beschikking tot tijdelijke aanwijzing of opdracht zoveel mogelijk voorkomen.
Ten slotte moet het begrip « behoefte van de dienst » nader worden gedefinieerd, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies nr. 53.000/AV/3 van 22 april 2013 (stuk Kamer, 53-2858/001, blz. 105), in het licht van de in artikel 9 van het wetsontwerp opgenomen definitie.
Nr. 9 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 37
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 37. Artikel 113bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998, wordt aangevuld als volgt :
« Naargelang van de behoeften van de dienst kunnen de eerste voorzitters van de hoven van beroep en van de arbeidshoven, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in onderling overleg en nadat de algemene vergadering advies heeft uitgebracht, beslissen respectievelijk een magistraat van een hof van beroep of van een arbeidshof, die daarmee instemt, een opdracht te geven in een ander hof van beroep of een ander arbeidshof.
Naargelang van de behoeften van de dienst kan de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, op voordracht van de algemene vergadering, een raadsheer bij het hof van beroep met diens instemming opdragen de functies van rechter uit te oefenen in een rechtbank van eerste aanleg of in een rechtbank van koophandel, en een raadsheer bij het arbeidshof kan door de eerste voorzitter bij het arbeidshof, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, op voordracht van de algemene vergadering en met diens instemming, worden opgedragen de functies van rechter uit te oefenen in een arbeidsrechtbank. Indien de algemene vergadering geen enkele kandidaat voordraagt, kan de eerste voorzitter van het hof van beroep of de eerste voorzitter van het arbeidshof de rechters een opdracht geven volgens de gevallen waarin dit lid voorziet.
Onder « behoefte van de dienst » moet worden verstaan de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
In de beschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een raadsheer en worden de nadere regels van de opdracht omschreven, waaronder de duur ervan. »
Verantwoording
Dit amendement moet invulling geven aan het begrip « participatief management ». Ingeval een bepaalde dienst nood heeft aan tijdelijke versterking, is naast de instemming van alle betrokken korpschefs ook het advies van de algemene vergadering van de betrokkenen vereist.
Door de magistraten-medewerkers van de korpschef bij een beslissing over de mobiliteit van een magistraat te betrekken, vergewist men zich ervan dat zij die beslissing ook zullen steunen. Tevens wordt aldus het risico van een verdoken tuchtmaatregel in de vorm van een beschikking tot tijdelijke aanwijzing of opdracht zoveel mogelijk voorkomen.
Ten slotte moet het begrip « behoefte van de dienst » nader worden gedefinieerd, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies nr. 53.000/AV/3 van 22 april 2013 (stuk Kamer, 53-2858/001, blz. 105), in het licht van de in artikel 9 van het wetsontwerp opgenomen definitie.
Nr. 10 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 50
Dit artikel wijzigen als volgt :
A) in het 2º, in het voorgestelde derde lid, de woorden « de hoofdgriffier » vervangen door de woorden « de hoofdgriffier, de algemene vergadering »;
B) in het 2º, in het voorgestelde vierde lid, tussen de woorden « de hoofdgriffier » en de woorden « en de stafhouders » de woorden « , de algemene vergadering » invoegen;
C) in het 2º, in het voorgestelde vijfde lid, tussen de woorden « het zaakverdelingsreglement » en de woorden « voorgesteld door », de woorden « , na advies van de betrokken algemene vergadering, » invoegen;
D) in het 2º, het voorgestelde zesde en zevende lid vervangen als volgt :
« Alleen de algemene vergadering op het niveau van het arrondissement kan verklaren dat een afdeling exclusief voor bepaalde categorieën van zaken bevoegd is. Ze zorgt er in dat geval voor dat de toegang tot de rechter en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven. In burgerlijke zaken kan die beslissing van de algemene vergadering die een afdeling exclusieve bevoegdheid verleent, alleen betrekking hebben op de volgende aangelegenheden :
a) wat de rechtbank van eerste aanleg betreft : de aangelegenheden bedoeld in de artikelen 569, 2º tot 42º, 570, 571 en 572;
b) wat de rechtbank van koophandel betreft : de aangelegenheden bedoeld in de artikelen 573, 2º, 574, 3º,4º, 7º,8º, 9º, 11º tot 19º, 575, 576 en 577;
c) wat de arbeidsrechtbank betreft : de aangelegenheden bedoeld in de artikelen 582, 3º tot 13º en 583.
In strafzaken kan die beslissing van de algemene vergadering die een afdeling exclusieve bevoegdheid verleent, alleen betrekking hebben op de volgende aangelegenheden :
1º cybercriminaliteit;
2º sociaaleconomische zaken;
3º financiële en fiscale zaken;
4º internationale drugshandel;
5º wapenhandel;
6º schijnhuwelijken, gedwongen huwelijken, schijnsamenwoning en gedwongen wettelijke samenwoning;
7º terrorisme;
8º mensenhandel;
9º milieu;
10º stedenbouw;
11º telecommunicatie;
12º militaire misdrijven;
13º intellectuele eigendom;
14º landbouw;
15º uitlevering;
16º douane en accijnzen;
17º hormonen;
18º doping;
19º voedselveiligheid;
20º dierenwelzijn. »;
E) in het 3º, in de voorgestelde § 2, tweede lid, de woorden « of met betrekking tot het zaakverdelingsreglement » vervangen door de woorden « , met betrekking tot het zaakverdelingsreglement of met betrekking tot de beslissing van de algemene vergadering ».
Verantwoording
Dit amendement beantwoordt aan een logica van participatief management.
Het bij dit wetsontwerp voorgestelde artikel gaat in de goede richting doordat het in uitzicht stelt dat aan de Koning wordt opgelegd verschillende actoren te raadplegen die bij het zaakverdelingsreglement betrokken zullen zijn. Overeenkomstig het participatief management moet echter ook de betrokken algemene vergadering worden geraadpleegd, om te waarborgen dat de magistraten zich achter het bij koninklijk besluit bepaald zaakverdelingsreglement scharen.
De mogelijkheid aan een afdeling exclusieve bevoegdheid te verlenen voor bepaalde aangelegenheden is bovendien een managementinstrument. Volgens de indiener van het amendement moet die beslissing inzake specialisatie dan ook door de gerechtelijke actoren worden genomen en niet door de politici. Door de magistraten-medewerkers bij een dergelijke beslissing te betrekken, zorgt men er bovendien voor dat zij ermee instemmen. Daarom stelt de indiener van het amendement voor dat op het niveau van het arrondissement de algemene vergadering als enige orgaan kan beslissen een afdeling exclusieve bevoegdheid te verlenen voor bepaalde aangelegenheden.
Nr. 11 VAN MEVROUW THIBAUT
(Subsidiair amendement op amendement nr. 10)
Art. 50
In het 2º, in het voorgestelde zesde lid, c), de woorden « 578, 579, » doen vervallen.
Verantwoording
De artikelen 578 en 579 van het Gerechtelijk Wetboek hebben betrekking op de bevoegdheden van de arbeidsrechtbank die deel uitmaken van de basisdiensten, onder meer de geschillen over arbeidsovereenkomsten of arbeidsongevallen.
Volgens de opvatting van het wetsontwerp mogen die aangelegenheden niet in één afdeling worden geconcentreerd, teneinde de nabijheid van de rechtsbedeling te waarborgen.
Nr. 12 VAN MEVROUW THIBAUT
Art. 87
De punten 2º en 3º vervangen door een punt 2º, luidende :
« 2º paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
« § 2. Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan de procureur-generaal bij het hof van beroep, voor een periode van ten hoogste één jaar, die kan worden verlengd, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en met de instemming van de betrokken persoon, opdracht geven aan :
1º een magistraat van het parket-generaal om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het arbeidsauditoraat-generaal, in een parket van de procureur des Konings of in het arbeidsauditoraat van het rechtsgebied;
2º een magistraat van het arbeidsauditoraat-generaal om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in een parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van het rechtsgebied;
3º een magistraat van een parket van de procureur des Konings om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in het arbeidsauditoraat-generaal, in een ander parket van de procureur des Konings of in een arbeidsauditoraat van hetzelfde rechtsgebied;
4º een magistraat van een arbeidsauditoraat van zijn rechtsgebied om het ambt van openbaar ministerie tijdelijk waar te nemen in het parket-generaal, in het arbeidsauditoraat-generaal, in een ander arbeidsauditoraat of in een parket van de procureur des Konings van hetzelfde rechtsgebied.
Tot de opdracht wordt in onderling overleg beslist door de betrokken korpschefs, nadat zij het advies van de algemene vergadering hebben ingewonnen.
Onder behoeften van de dienst dient te worden verstaan de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.
De beschikking geeft de redenen aan waarvoor op de betrokken magistraat een beroep moet worden gedaan, en bepaalt de nadere regels van de opdracht, onder meer de duur ervan. » »
Verantwoording
Dit amendement moet invulling geven aan het begrip « participatief management ». Ingeval een bepaalde dienst nood heeft aan tijdelijke versterking, moet naast het advies van alle betrokken korpschefs ook dat van de algemene vergadering van de betrokken magistraten worden ingewonnen.
Het betrekken van de magistraten-medewerkers van de korpschef bij een beslissing over de mobiliteit van een magistraat, biedt het voordeel dat zij die beslissing ook zullen steunen en dat het risico van een verdoken tuchtmaatregel in de vorm van een beschikking tot tijdelijke aanwijzing of opdracht zo veel mogelijk wordt voorkomen.
Ten slotte moet het begrip « behoefte van de dienst » nader worden gedefinieerd, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies nr. 53.000/AV/3 van 22 april 2013 (stuk Kamer, 53-2858/001, blz. 105), in het licht van de in artikel 9 opgenomen definitie.
Cécile THIBAUT. |
Nr. 13 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 129/1 (nieuw)
Een artikel 129/1 invoegen, luidende :
« Art. 129/1. Artikel 509 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 509. Er zijn in elke groep van gerechtelijke kantons gerechtsdeurwaarders. Zij worden benoemd door de Koning onder de kandidaten die zich hebben aangediend volgens de regels vermeld in artikel 512.
1. De groep van gerechtelijke kantons van Antwerpen omvat de kantons Antwerpen, Boom, Brasschaat, Kapellen, Kontich, Schilde en Zandhoven.
2. De groep van gerechtelijke kantons van Arlon omvat de kantons Aarlen, Messancy, Virton, Florenville en Etalle.
3. De groep van gerechtelijke kantons van Brugge omvat de kantons Brugge, Oostende, Tielt en Torhout.
4. De groep van gerechtelijke kantons van Brussel omvat de kantons Anderlecht, Oudergem, Brussel, Etterbeek, Vorst, Elsene, Jette, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Ukkel, Sint-Pieters-Woluwe, Asse, Grimbergen, Halle, Herne, Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem, Sint-Genesius-Rode, Lennik, Overijse, Zaventem en Vilvoorde.
5. De groep van gerechtelijke kantons van Charleroi omvat de kantons van Beaumont, Chimay, Merbes-le-Cháteau, Binche, Charleroi, Chátelet, Fontaine-l'Evêque, Seneffe en Thuin.
6. De groep van gerechtelijke kantons van Dendermonde omvat de kantons Aalst, Beveren, Dendermonde, Hamme, Lokeren, Ninove, Sint-Niklaas, Wetteren en Zele.
7. De groep van gerechtelijke kantons van Dinant omvat de kantons Beauraing, Dinant, Gedinne, Ciney, Rochefort, Couvin en Philippeville, Florennes en Walcourt.
8. De groep van gerechtelijke kantons van Gent omvat de kantons Eeklo, Gent, Merelbeke, Zelzate en Zomergem.
9. De groep van gerechtelijke kantons van Hasselt omvat de kantons Beringen, Hasselt, Houthalen-Helchteren, Neerpelt, Lommel en Sint-Truiden.
10. De groep van gerechtelijke kantons van Hoei omvat de kantons Hamoir, Hannuit en Hoei.
11. De groep van gerechtelijke kantons van Ieper omvat de kantons Ieper en Wervik.
12. De groep van gerechtelijke kantons van Kortrijk omvat de kantons Harelbeke, Izegem, Kortrijk, Menen, Roeselare en Waregem.
13. De groep van gerechtelijke kantons van Eupen omvat de kantons Eupen en Sankt-Vith.
14. De groep van gerechtelijke kantons van Leuven omvat de kantons Aarschot, Diest, Haacht, Landen, Zoutleeuw, Leuven en Tienen.
15. De groep van gerechtelijke kantons van Luik omvat de kantons Fléron, Gráce-Hollogne, Herstal, Luik, Saint-Nicolas, Seraing, Spimont, Wezet en Borgworm.
16. De groep van gerechtelijke kantons van Marche-en-Famenne omvat de kantons Marche-en-Famenne, Durbuy, Vielsam, La Roche-en-Ardenne en Houffalize.
17. De groep van gerechtelijke kantons van Mechelen omvat de kantons Heist-op-den-Berg, Lier, Mechelen en Willebroek.
18. De groep van gerechtelijke kantons van Bergen omvat de kantons Boussu, Dour, Colfontaine, Edingen, Lans, La Louvière, Bergen en Zinnik.
19. De groep van gerechtelijke kantons van Namen omvat de kantons Andenne, Fosses-la-Ville, Gembloers, Eghezée en Namen.
20. De groep van gerechtelijke kantons van Neufcháteau omvat de kantons Bastenaken, Neufcháteau, Saint-Hubert, Bouillon en Paliseul.
21. De groep van gerechtelijke kantons van Nijvel omvat de kantons Eigenbrakel, Geldenaken, Perwijs, Nijvel, Tubeke en Waver.
22. De groep van gerechtelijke kantons van Oudenaarde omvat de kantons Geraardsbergen, Brakel, Oudenaarde, Kruishoutem, Ronse, Zottegem en Herzele.
23. De groep van gerechtelijke kantons van Tongeren omvat de kantons Bilzen, Borgloon, Bree, Genk, Maaseik, Maasmechelen, Tongeren en Voeren.
24. De groep van gerechtelijke kantons van Tournai omvat de kantons Aat, Lessen, Moeskroen, Komen-Waasten, Péruwelz, Leuze-en-Hainaut en Doornik.
25. De groep van gerechtelijke kantons van Turnhout opmvat de kantons Arendonk, Geel, Herentals, Hoogstraten, Mol, Turnhout en Westerlo.
26. De groep van gerechtelijke kantons van Verviers omvat de kantons Limbourg, Aubel, Malmedy, Spa, Stavelot en Verviers.
27. De groep van gerechtelijke kantons van Veurne omvat de kantons Diksmuide, Veurne en Nieuwpoort. »
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 14 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 129/2 (nieuw)
Een artikel 129/2 invoegen, luidende :
« Art. 129/2. In de artikelen 513 tot 555quinquies van hetzelfde wetboek, worden de woorden « het gerechtelijk) arrondissement » vervangen door de woorden « (de) groep van (gerechtelijke) kantons », en worden de woorden « (de) arrondissementskamer (van gerechtsdeurwaarders) » vervangen door de woorden « (de) kantonale kamer (van gerechtsdeurwaarders). »
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 15 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 129/3 (nieuw)
Een artikel 129/3 invoegen, luidende :
« Art. 129/3. In artikel 514 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden « van het arrondissement » vervangen door de woorden « lokaal bevoegd ». »
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 16 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 130
In het voorgestelde artikel 535 het woord « arrondissementskamer » vervangen door het woord « kantonale kamer ».
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 17 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 132
In dit artikel de woorden « het arrondissement » vervangen door de woorden « de groep van kantons ».
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 18 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 133
In het voorgestelde artikel 555bis, het woord « arrondissement » vervangen door de woorden « groep van kantons ».
Verantwoording
Zie amendement nr. 19.
Nr. 19 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 134
In het voorgestelde artikel 555ter, het tweede lid doen vervallen.
Verantwoording
De uitbreiding van de territoriale bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarders is niet wenselijk.
Deze uitbreiding zal contraproductieve gevolgen hebben voor de geleverde diensten aan de burgers, waaronder met name de nabijheid en de beschikbaarheid.
De schuldenaar kiest niet de gerechtsdeurwaarder die tegen hem uitvoert. Het is niet wenselijk dat een gerechtsdeurwaarder in het uiterste van de nieuwe geplande arrondissementen tegen hem uitvoert : bovenop het feit dat hoe groter het arrondissement is, hoe minder de gerechtsdeurwaarder zijn schuldenaren kent, de schuldenaar aanzienlijke afstanden zal moeten afleggen om de gerechtsdeurwaarder in zijn studie te contacteren (om een afbetalingsplan af te sluiten, een betaling uit te voeren, een kopie van een akte af te halen of inlichtingen in te winnen).
Een loket behouden in een gemeente terwijl het beheer van de studies geconcentreerd zou zijn in de grote steden, is niet hetzelfde als het verzekeren van een dienst van nabijheid. De nabijheid, dit wil zeggen een gerechtsdeurwaarder die zijn sector kent en de mensen die er wonen, is een gerechtsdeurwaarder die zeer snel beschikbaar kan zijn in geval van dringendheid.
Door de uitbreiding van zijn actiegebied, bovenop het feit dat dit geen enkele positief financieel gevolg heeft voor de maatschappij, noch op de begroting van de Staat — integendeel zelfs — zullen de gerechtsdeurwaarders minder toegankelijk en minder beschikbaar zijn in dringende gevallen.
Het is dus niet wenselijk om hun territoriale bevoegdheid te wijzigen.
Nr. 20 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 6
In het voorgestelde artikel 65, § 1, tweede lid, de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank ».
Verantwoording
Zie amendement nr. 23.
Nr. 21 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 7
In het voorgestelde artikel 65bis de volgende wijzigingen aanbrengen :
1º in het eerste lid de woorden « van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en » vervangen door de woorden « van het gerechtelijk arrondissement »;
2º tussen het eerste en het tweede lid een lid invoegen, luidende :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn er een voorzitter en een ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank met een Franstalig diploma en een voorzitter en een ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank met een Nederlandstalig diploma, met de bevoegdheden als bepaald in de artikelen 72bis en 186bis »;
3º in het tweede lid, de eerste zin « Het voorzitterschap wordt afwisselend waargenomen door een vrederechter en door een rechter in de politierechtbank. » doen vervallen.
Verantwoording
Zie amendement nr. 23.
Nr. 22 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 14
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 14. In artikel 72bis van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in het eerste lid, worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » telkens vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank »;
2º in het tweede lid, worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » telkens vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank »;
3º in het derde lid, worden de woorden « rechtbanken van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbanken ». »
Verantwoording
Zie amendement nr. 23.
Nr. 23 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 51
Dit artikel wijzigen als volgt :
a) het 2º aanvullen met de woorden : « en worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank » »;
b) het 3º aanvullen met de woorden : « en worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank » »;
c) het 4º aanvullen met de woorden : « en worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank » »;
d) het 5º aanvullen met de woorden : « en worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters in de politierechtbank » »;
e) het 6º aanvullen met de woorden : « en worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg » vervangen door de woorden « vrederechters en rechters van de politierechtbank » ».
Verantwoording
Het wetsontwerp voert de rechtsfiguur in van de voorzitter van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank als volwaardig korpschef. Het geeft hem in elk arrondissement alle bevoegdheden van een korpschef inzake mobiliteit, interne organisatie en benoemingen.
Het wetsontwerp voorziet evenwel in een andere regeling voor de arrondissementen Eupen en Brussel.
Voor Eupen wordt die uitzondering gemotiveerd door de kleine omvang van het arrondissement, dat slechts twee vrederechters en een politierechter telt. Daarom worden de bevoegdheden van voorzitter van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Voor het arrondissement Brussel kent het wetsontwerp die bevoegdheden toe aan de voorzitters van de Nederlandse respectievelijk Franse rechtbank van eerste aanleg, naargelang van de taalrol van de rechtbank indien ze eentalig is, en collegiaal aan de twee voorzitters indien het om tweetalige vrederechters gaat.
Volgens de memorie van toelichting, wou men niet dat de Nederlandstalige en Franstalige voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank collegiaal beslisten over de tweetalige vrederechters. Daarom werd de bepaling van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel behouden. Het probleem van de collegiale beslissing over de tweetalige vrederechters wordt natuurlijk niet opgelost, maar slechts verplaatst, wanneer niet twee voorzitters van de vrederechters en van de rechters in de politiebank, maar twee voorzitters van rechtbanken van eerste aanleg collegiaal moeten beslissen. Het argument gaat dus niet op en kan niet verantwoorden dat de vrederechters en de rechters in de politierechtbank van het arrondissement Brussel een andere behandeling krijgen dan hun collega’s van de andere arrondissementen van het land.
Het is dus twijfelachtig of de ongelijke behandeling, zoals ze in het wetsontwerp staat en waardoor de Brusselse vrederechters en de rechters in de Brusselse politierechtbank geen eigen voorzitters krijgen, de grondwettigheidstoets zal doorstaan. De Raad van State heeft er overigens in zijn advies een toespeling op gemaakt.
De bepaling die in het ontwerp is opgenomen, zal tevens tot gevolg hebben dat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, die de voorzitter is van de beroepsinstantie voor de vonnissen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, uitgebreide bevoegdheden zal hebben over de interne organisatie van de vredegerechten en, meer nog, van de politierechtbanken. Dat zal ongetwijfeld een invloed hebben op de onafhankelijkheid van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken. Het kan worden vergeleken met een situatie waarin de eerste voorzitter van het hof van beroep korpschef zou worden van de rechtbanken van eerste aanleg.
De twee voorzitters van de op zich reeds heel omvangrijke rechtbanken van eerste aanleg van Brussel zullen noch de tijd, noch de nodige kennis van het veld hebben om met de organisatie van de vredegerechten en de politierechtbanken bezig te zijn.
Dit amendement voorziet in de benoeming van een Nederlandstalige voorzitter en ondervoorzitter en van een Franstalige voorzitter en ondervoorzitter, die bevoegd zijn voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank naargelang van de taal van hun diploma. Op die manier wordt het verschil in behandeling verholpen.
Specifieke verantwoording van amendement nr. 21
Het ontwerp bepaalt dat de voorzitter van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank afwisselend een vrederechter en een rechter in de politierechtbank moet zijn. Dat is een bijkomende benoemingsvoorwaarde, die niet bestaat voor de voorzitters van de andere rechtbanken. Voor dit verschil in behandeling kan geen enkel objectief criterium worden aangevoerd. Die afwisseling is niet logisch (er zijn dubbel zoveel vrederechters als rechters in de politierechtbank); ze biedt geen meerwaarde noch enig praktisch nut in het veld; ze is daarenboven heel hinderlijk voor de werving van bekwame kandidaten. Zoals dat voor de andere rechtbanken het geval is, mag alleen de geschiktste kandidaat worden benoemd, ongeacht of hij vrederechter dan wel politierechter is. Het amendement strekt om die bijkomende voorwaarde te schrappen.
Christine DEFRAIGNE. |
Alain COURTOIS. |