5-62/13

5-62/13

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

16 APRIL 2013


Wetsontwerp tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR

DE DAMES FRANSSEN EN THIBAUT


I. INLEIDING

De plenaire vergadering van de Senaat keurde op 13 december 2012 het geamendeerde wetsvoorstel van mevrouw Tilmans c.s. goed met 44 stemmen bij 16 onthoudingen en zond het diezelfde dag over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De Kamer heeft dit ontwerp met 95 stemmen bij 39 onthoudingen geamendeerd tijdens de plenaire vergadering van 21 maart 2013.

Het geamendeerde ontwerp werd op 22 maart 2013 teruggezonden naar de Senaat.

De commissie voor de Sociale Aangelegenheden besprak het geamendeerde wetsontwerp tijdens haar vergadering van 16 april 2013, met toepassing van de artikelen 79, eerste lid, en 81, derde lid, van de Grondwet, in aanwezigheid van mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen.

Overeenkomstig artikel 64 van het Reglement van de Senaat, werd de commissie slechts gevat voor de bepalingen die door de Kamer werden geamendeerd of toegevoegd en die nieuw zijn in vergelijking met het aanvankelijk aangenomen wetsontwerp en, wat betreft andere bepalingen, alleen om de redactie te verbeteren of de tekst in overeenstemming te brengen met het geheel en zonder nieuwe inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.

II. BESPREKING

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, preciseert dat tijdens de bespreking van het ontwerp in de Kamer van volksvertegenwoordigers een artikel 13 (nieuw) werd ingevoegd, dat bepaalt dat de huisarts die zich wil specialiseren in de niet-heelkundige esthetische geneeskunde, de huisartsgeneeskunde kan blijven uitoefenen tijdens zijn opleiding, alsook tijdens de twee jaren nadat hij de beroepstitel van geneesheer-specialist in de niet-heelkundige esthetische geneeskunde heeft verkregen. Na die periode van twee jaar heeft de huisarts de keuze : ofwel beoefent hij voortaan uitsluitend de huisartsgeneeskunde, ofwel uitsluitend de niet-heelkundige esthetische geneeskunde.

Tevens werd in artikel 18 (vroeger artikel 17) een bepaling toegevoegd die tot doel heeft het administratieve werk van de beoefenaars te verlichten, door te bepalen dat de inlichtingen over meerdere identieke handelingen (wat de aangewende techniek en het gebruikte product betreft) die deel uitmaken van een zelfde behandeling, mogen worden opgenomen in één en hetzelfde verslag.

Ten slotte werd aan artikel 24 van het ontwerp (vroeger artikel 23) een tweede paragraaf toegevoegd, die bepaalt dat de artsen die op de dag van de inwerkingtreding van de wet een rechtmatige praktijkervaring van meer dan vijf jaar in de niet-heelkundige esthetische geneeskunde kunnen aantonen, die praktijk mogen blijven uitoefenen, op voorwaarde dat ze binnen een termijn van één jaar na de inwerkingtreding van dit artikel een aanvraag tot bevoegdverklaring indienen.

Mevrouw Tilmans is verheugd over de wijzigingen die de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangebracht. De bezorgdheid van de minister, om de combinatie van huisartsgeneeskunde met niet-heelkundige esthetische geneeskunde te vermijden, is terecht om een discussie over de terugbetaling door het RIZIV te vermijden. Ook de wijziging van de tekst om de administratieve overlast voor de geneesheren-specialisten in de niet-heelkundige esthetische geneeskunde te beperken, vormt een pluspunt.

Mevrouw Lijnen benadrukt het onderscheid dat wordt gemaakt tussen de esthetische ingrepen die worden terugbetaald door de ziekteverzekering en de andere. In die zin is het amendement dat de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen een verbetering aan de tekst die door de Senaat werd aangenomen.

De heer Ide is eveneens van oordeel dat de door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen amendementen een stap voorwaarts zijn en ondersteunt de tekst zoals hij is teruggezonden. Jammer genoeg werd geen rekening gehouden met andere opmerkingen die door de N-VA-fractie in de Kamer werden gemaakt en daarom zal één van de commissieleden van de N-VA-fractie zich in de Senaatscommissie voor de Sociale Aangelegenheden onthouden bij de stemming over deze tekst.

Mevrouw Winckel meent dat de wijzigingen die de Kamer heeft aangebracht de tekst nog verbeteren en is verheugd dat een regeling is tot stand gekomen met de actieve steun van de minister van Volksgezondheid.

III. STEMMINGEN

De commissie beslist met 13 stemmen bij één onthouding om in te stemmen met de tekst, zoals hij door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd teruggezonden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteurs voor het uitbrengen van een mondeling verslag aan de plenaire vergadering.

De rapporteurs, De voorzitter,
Cindy FRANSSEN. Cécile THIBAUT. Elke SLEURS.