5-943/1

5-943/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

7 APRIL 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van het Kieswetboek en van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen

(Ingediend door de heer Guido De Padt c.s.)


TOELICHTING


Uit het verslag van de federale verkiezingen van 10 juni 2007 blijkt onder meer dat, na de aanwijzing van de leden van de stembureaus, een bepaald aantal personen die bij nagenoeg elke verkiezing werden aangewezen als voorzitter of bijzitter, terecht lieten verstaan dat zij zich ontmoedigd voelden.

Een studie die uitgevoerd werd door de algemene directie Instellingen en Bevolking van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, heeft echter aangetoond dat er genoeg kiezers in België zijn die kunnen zetelen als voor- of bijzitter van een kiesbureau, zonder dat eenzelfde persoon meer dan twee keer in zijn leven opgeroepen zou moeten worden.

Onderhavig wetsvoorstel heeft daarom tot doel rekening te houden met de situatie van de personen die reeds verschillende keren in hun leven zijn opgeroepen om te zetelen als voorzitter of bijzitter in een stem- of stemopnemingsbureau.

Zo wordt bepaald dat het feit dat iemand reeds minstens twee keer in zijn leven een functie in een kiesbureau heeft uitgeoefend, van nu af aan een geldige reden tot vrijstelling is van een nieuwe uitoefening van een functie als voorzitter of bijzitter in een stem- of stemopnemingsbureau.

Het zal het Rijksregister toekomen om, op basis van de gegevens in de processen-verbaal van de kiesbureaus, de identiteit van de kiezers die een functie van voorzitter of bijzitter hebben uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, op te nemen in de bevolkingsregisters van de gemeenten van de hoofdverblijfplaats van deze kiezers.

Er zal eveneens in de bevolkingsregisters vermeld worden hoe vaak een persoon gezeteld zal hebben als lid van een kiesbureau en in welke hoedanigheid. Deze maatregel zal het mogelijk maken om gemakkelijk te bepalen of een persoon al dan niet reeds vroeger opgeroepen werd, en desgevallend hoe vaak en wat de aard van de functie was.

Een aanpassing van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister, zal nodig zijn om punt 25º van het eerste artikel van dit besluit aan te vullen met de vermelding van het aantal deelnames aan een kiesbureau als voorzitter of bijzitter.

Er zij in herinnering gebracht te worden dat de kiezers die een vrijstelling genieten, natuurlijk ook kunnen beslissen om die niet te gebruiken : zij kunnen aanvaarden steeds de functies van voorzitter of bijzitter uit te oefenen in een stem- of stemopnemingsbureau.

Het komt eveneens de federale wetgever toe de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, te wijzigen.

Het is de bedoeling dat deze regeling onmiddellijk wordt toegepast bij de eerstvolgende verkiezingen die plaatsvinden na het van kracht worden van deze wet. Dit wil zeggen dat wie voor de eerstvolgende verkiezingen minstens tweemaal heeft gezeteld in een kiesbureau bij verkiezingen waarvoor de federale overheid bevoegd is, onder de toepassing valt van deze wet. Er zal bij de gewesten moeten aangedrongen worden de huidige regeling ook in te voeren voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen. De omstandigheid dat in de toekomst een vermelding zal moeten worden opgenomen in het rijksregister staat daar niet aan in de weg vermits de processen-verbaal van de kiesbureaus dienaangaande alle nuttige gegevens bevatten

Guido DE PADT
Bart TOMMELEIN
Nele LIJNEN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 95 van het Kieswetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º paragraaf 5, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt aangevuld met de volgende leden :

« Het feit dat de aangewezen persoon voordien minstens twee keer de functie van voorzitter of bijzitter heeft uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, vormt een onbetwistbare vrijstelling van een nieuwe uitoefening van een van de voornoemde functies.

Op basis van de gegevens in de processen-verbaal van de kiesbureaus, neemt het Rijksregister de identiteit en het aantal deelnames aan kiesbureaus op van de kiezers die een functie van voorzitter of bijzitter hebben uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, in de bevolkingsregisters van de gemeenten van de hoofdverblijfplaats van deze kiezers. »;

2º paragraaf 10, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 2000 en 13 februari 2007, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :

« Het feit dat de aangewezen persoon voordien minstens twee keer de functie van voorzitter of bijzitter heeft uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, vormt een onbetwistbare vrijstelling voor een nieuwe uitoefening van de functie van bijzitter. »

Art. 3

In artikel 14 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden :

« Het feit dat de aangewezen persoon voordien minstens twee keer de functie van voorzitter of bijzitter heeft uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, vormt een onbetwistbare vrijstelling van een nieuwe uitoefening van een van de voornoemde functies.

Op basis van de gegevens in de processen-verbaal van de kiesbureaus, neemt het Rijksregister de identiteit en het aantal deelnames aan kiesbureaus op van de kiezers die een functie van voorzitter of bijzitter hebben uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, in de bevolkingsregisters van de gemeenten van de hoofdverblijfplaats van deze kiezers. »;

2º paragraaf 5 van hetzelfde artikel wordt aangevuld met het volgende lid :

« Het feit dat de aangewezen persoon voordien minstens twee keer de functie van voorzitter of bijzitter heeft uitgeoefend in een stem- of stemopnemingsbureau, vormt een onbetwistbare vrijstelling van een nieuwe uitoefening van de functie van bijzitter. »

3 maart 2011.

Guido DE PADT
Bart TOMMELEIN
Nele LIJNEN.