5-364/1

5-364/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

20 OKTOBER 2010


Wetsvoorstel tot aanvulling van de artikelen 467 en 471 van het Strafwetboek, om een verzwarende omstandigheid in te voeren als een diefstal wordt gepleegd met de medewerking van een minderjarige die handelt als dader of medeplichtige

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne en de heer Alain Courtois)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 1 oktober 2008 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-931/1 - 2007/2008).

Het gebruik van minderjarigen met het oog op het plegen van een misdaad of wanbedrijf wordt door ons Strafwetboek in artikel 433 bestraft. Het artikel heeft betrekking op gevallen waarin de meerderjarige niet de dader van het misdrijf is aangezien hij niet persoonlijk deelneemt aan het plegen van de misdaad of het wanbedrijf. Maar in tegenstelling tot in het Franse recht bijvoorbeeld, is hier niets bepaald over meerderjarigen die minderjarigen bij hun misdrijf betrekken.

Dit voorstel strekt ertoe de straffen te verzwaren voor diefstal of afpersing als zij gepleegd worden met medewerking van een minderjarige die handelt als dader of medeplichtige.

Artikel 311-4-1 van het Franse Strafwetboek, ingevoerd in 2002, bepaalt :

« Le vol est puni de sept ans d'emprisonnement et de 100 000 euros d'amende lorsqu'il est commis par un majeur avec l'aide d'un ou plusieurs mineurs, agissant comme auteurs ou complices.

Les peines sont portées à dix ans d'emprisonnement et 150 000 euros d'amende lorsque le majeur est aidé d'un ou plusieurs mineurs âgés de moins de treize ans. »

Bij diefstal zonder geweld of bedreiging wordt de deelname van twee of meerdere personen in de Belgische wetgeving niet als verzwarende omstandigheid beschouwd.

Het plegen van een misdrijf door twee of meer personen (ongeacht hun minder- of meerderjarigheid) bij diefstal door middel van geweld of bedreiging wordt wel als verzwarende omstandigheid beschouwd (artikel 471 van het Strafwetboek). In dit geval zou men dus kunnen denken dat de doelstelling van dit voorstel reeds bereikt is. Artikel 472 van het Strafwetboek maakt het echter mogelijk een bijkomende verzwarende omstandigheid in acht te nemen waardoor de straf nog zwaarder wordt.

Het lijkt ons dus gewettigd bij diefstallen gepleegd met of zonder geweld of bedreigingen, de medewerking van een minderjarige als verzwarende omstandigheid te beschouwen. De invoeging van deze nieuwe verzwarende omstandigheid in de artikelen 467 en 471 van het Strafwetboek zou het minder interessant maken voor meerderjarigen om minderjarigen te gebruiken om misdrijven te plegen.

Het is belangrijk minderjarigen te beschermen, die meestal worden ingezet bij diefstallen. De meerderjarige die de minderjarige daartoe aanzet weet dat de minderjarige, wanneer hij wordt opgepakt, weinig risico loopt aangezien hij strafrechtelijk niet verantwoordelijk is.

Bovendien beperkt de invloed die de meerderjarige heeft op de minderjarige, diens bewegingsvrijheid gedurende de hele duurtijd van het misdrijf. Dat zal minder het geval zijn wanneer de meerderjarige niet als dader handelt en de minderjarige gewoon in zijn plaats het vuile werk laat opknappen.

Ons voorstel past in ieder geval in de logica dat de meerderjarige die een minderjarige naar de delinquentie drijft, moet worden gestraft. De rechter moet verzwarende omstandigheden kunnen uitspreken tegenover de meerderjarige die rechtstreeks aan een diefstal met of zonder geweld of bedreiging deelneemt, aan de zijde van een of meerdere minderjarigen.

Zo kan de minderjarige beschermd worden in alle gevallen waarin een meerderjarige zijn diensten zou misbruiken om het plegen van een misdrijf te vergemakkelijken.

Christine DEFRAIGNE.
Alain COURTOIS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 467 van het Strafwetboek, gewijzigd door de wet van 23 januari 2003, wordt in fine aangevuld met de volgende zin :

« Indien hij gepleegd wordt met de medewerking van een of meerdere minderjarigen die handelen als dader of medeplichtige. »

Art. 3

Artikel 471 van hetzelfde wetboek, gewijzigd door de wet van 11 december 2001, wordt in fine aangevuld met het volgende zinsdeel :

« indien het misdrijf wordt gepleegd met de medewerking van een of meerdere minderjarigen die handelen als dader of medeplichtige. »

30 september 2010.

Christine DEFRAIGNE.
Alain COURTOIS.