4-1645/1 | 4-1645/1 |
5 FEBRUARI 2010
Reeds een aantal jaren is er een probleem van openbare veiligheid in de justitiepaleizen. Er liggen immers honderden bewijsstukken opgeslagen in lokalen die aan geen enkele wettelijke verplichting moeten voldoen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld ook om vuurwapens, munitie, blanke wapens, spuiten, diverse al dan niet geïdentificeerde chemische producten, explosieven, medicatie en gasflessen.
In de huidige wetgeving wordt met de opslag van dit soort wapens totaal geen rekening gehouden. Zo wordt in de recent goedgekeurde wettelijke bepalingen inzake het voorhanden hebben en het opslaan van vuurwapens geen rekening gehouden met wapens die als bewijsstukken zijn opgeslagen. In het koninklijk besluit van 14 april 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 april 1997 tot bepaling van de veiligheidsvoorwaarden bij het opslaan, het voorhanden hebben en het verzamelen van vuurwapens of munitie en in het koninklijk besluit van 29 december 2006 met uitvoeringsbepalingen van de wet van 8 juni 2006 betreffende de wapens, is nergens sprake van de categorie wapens die opgeslagen zijn als bewijsstukken, terwijl die bewijsstukken nochtans meestal gevaarlijker zijn dan de vuurwapens die particulieren bezitten.
We bevinden ons in de paradoxale en ontoelaatbare toestand waarin de eenvoudige bezitter van patrimoniale wapens dure en overdreven veiligheidsmaatregelen worden opgelegd voor deze wapens, die hij nochtans zonder munitie bezit, en men anderzijds de justitiepaleizen rustig laat verworden tot heuse tijdbommen. Gevaarlijke chemische producten vallen niet onder dezelfde veiligheidsvoorschriften als die welke gelden voor de bedrijven die ze fabriceren of gebruiken. Het personeel is bovendien ook niet opgeleid om met deze wapens of andere producten om te gaan.
Bovendien bestaat er geen enkele inventaris van deze bewijsstukken, wat dan weer leidt tot onverklaarbare « verdwijningen » en mogelijk onaangepaste maatregelen van de brandweer bij rampen.
De soms grote waarde van dit soort materiaal kan mensen met slechte bedoelingen er ook toe aanzetten het justitiepaleis te overvallen.
Er zijn dus geen veiligheids- of controlemaatregelen. Deze juridische leemte maakt van onze justitiepaleizen echte tijdbommen. De preventieadviseurs hebben strenge rapporten geschreven maar er gebeurt niets en de situatie blijft explosief.
Dit wetsvoorstel wenst een oplossing te bieden voor deze kritieke situatie.
Het bepaalt dat de Koning een gedetailleerde regelgeving opstelt inzake de veiligheids- en controlevoorwaarden die moeten gelden voor in de justitiepaleizen opgeslagen bewijsstukken die een ernstig gevaar vormen. Het wetsvoorstel bevat een lijst : vuurwapens, munitie, explosieven, blanke wapens, spuiten, diverse al dan niet geïdentificeerde chemische producten, brandversnellers, machines met thermische motor, huishoudelektro, drugs en medicatie, gasflessen en verpakkingen onder druk. De minister kan deze lijst uiteraard uitbreiden.
De bevoegde overheden (naast de minister van Justitie ook de ministers van Landsverdediging en van Binnenlandse Zaken) moeten een inventaris van deze gevaarlijke stukken krijgen om zo nodig een wijziging van de regelgeving te kunnen voorstellen mocht zij in de praktijk niet toereikend blijken. Ten slotte moet het personeel dat in contact komt met deze gevaarlijke stukken geïnformeerd en opgeleid worden.
Philippe MONFILS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Ieder bewijsstuk dat wordt neergelegd bij de correctionele griffies van de rechtbanken van eerste aanleg en de hoven van beroep dat op zichzelf gevaarlijk is of gevaar oplevert als het wordt gehanteerd, moet onderworpen zijn aan veiligheids- en controlemaatregelen die aangepast zijn aan het risico dat zij vormen.
Art. 3
De bewijsstukken bedoeld in artikel 2 zijn : vuurwapens, munitie, explosieven, blanke wapens, spuiten, diverse al dan niet geïdentificeerde chemische producten, brandversnellers, machines met thermische motor, huishoudelektro, drugs en medicatie, gasflessen en verpakkingen onder druk.
De Koning kan deze lijst uitbreiden.
Art. 4
De Koning bepaalt bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de veiligheids- en controlemaatregelen voor iedere categorie bewijsstukken opgenomen in de lijst in artikel 3.
Art. 5
Jaarlijks wordt de inventaris van de bewijsstukken opgesteld.
Deze inventeraris wordt overgezonden aan de FOD Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken en het ministerie van Landsverdediging.
Art. 6
De personeelsleden die in contact komen met de bewijsstukken worden gedetailleerd ingelicht over het gevaar van deze stukken en over de te nemen beschermingsmaatregelen bij het hanteren ervan.
19 januari 2010.
Philippe MONFILS. |