4-737/1

4-737/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

8 MEI 2008


Wetsvoorstel tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, om de regeling inzake verhoogde kinderbijslagen voor kinderen met een handicap uit te breiden tot kinderen geboren voor 1 januari 1993

(Ingediend door de heer Philippe Monfils)


TOELICHTING


Kinderen met een handicap kunnen verhoogde kinderbijslagen genieten.

Wat zijn de beginselen en de basisvoorwaarden van dat systeem ?

Het kind krijgt de verhoogde kinderbijslagen toegekend tot het de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, op voorwaarde dat het geen activiteit uitoefent waardoor het onder een sociale-zekerheidsregeling valt (met uitzondering van een leerovereenkomst of activiteit in een beschutte werkplaats) en het geen sociale uitkering voor arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid geniet op grond van het uitoefenen van een andere activiteit dan de leerovereenkomst of de activiteit in een beschutte werkplaats (artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen).

Naast die administratieve voorwaarden, zijn er nog een geneeskundig onderzoek van het kind, een gesprek met de ouders en de analyse van de geneeskundige documenten die worden opgesteld door diverse specialisten die met het kind in contact komen, naar gelang van het geval de behandelend geneesheer, de kinderarts, de school, het CLB, ....

In 2003 werd dat systeem van verhoogde kinderbijslagen hervormd, om er meer gezinnen gebruik van te laten maken (cf. het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002).

De basis van die nieuwe regelgeving stelt voortaan twee categorieën van kinderen in, al naargelang hun geboortedatum : kinderen geboren voor 1 januari 1993 en kinderen geboren vanaf 1 januari 1993.

1. Kinderen geboren vanaf 1 januari 1993

Voor de kinderen geboren vanaf 1 januari 1993 werd een algemene aanpak gehanteerd. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de toestand van het kind en zijn ongeschiktheid, maar ook met de gevolgen ervan voor zijn familiale omgeving.

Artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 bepaalt de drie pijlers voor het vaststellen van de ongeschiktheid van het kind als volgt :

1. Pijler 1 behelst de gevolgen van de aandoening op het vlak van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind (zie : de medisch-sociale schaal en de lijst van de pediatrische aandoeningen, als bijlagen bij het koninklijk besluit).

2. Pijler 2 behelst de gevolgen van de aandoening op het vlak van de activiteit en de participatie van het kind.

3. Pijler 3 behelst de gevolgen van de aandoening voor de familiale omgeving van het kind.

De verhoogde kinderbijslagen worden toegekend zodra het kind minimum 6 punten behaalt voor de drie pijlers samen of minimum 4 punten in pijler 1 (artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit).

Sinds 1 oktober 2006 gelden de volgende bedragen :

1) minder dan 6 punten als eindresultaat voor de drie pijlers en minimum 4 punten in pijler 1 : 70,30 euro;

2) 6 — 8 punten als eindresultaat voor de drie pijlers en minder dan 4 punten in pijler 1 : 93,63 euro;

3) 6 — 8 punten als eindresultaat voor de drie pijlers en minimum 4 punten in pijler 1 : 360,66 euro;

4) 9 — 11 punten als eindresultaat voor de drie pijlers en minder dan 4 punten in pijler 1 : 218,49 euro;

5) 9 — 11 punten als eindresultaat voor de drie pijlers en minimum 4 punten in pijler 1 : 360,66 euro;

6) 12 — 14 punten als eindresultaat voor de drie pijlers : 360,66 euro;

7) 15 — 17 punten als eindresultaat voor de drie pijlers : 410,10 euro;

8) 18 — 20 punten als eindresultaat voor de drie pijlers : 439,39 euro;

9) meer dan 20 punten als eindresultaat voor de drie pijlers : 468,68 euro;

Die hervorming is op 1 mei 2003 ingegaan.

In een eerste fase bleef de toepassing ervan om budgettaire redenen beperkt tot de kinderen die geboren waren na 1 januari 1996.

Sinds 1 januari 2007 geldt ze voor alle kinderen geboren vanaf 1 januari 1993.

2. Kinderen geboren voor 1 januari 1993

Hetzelfde geldt niet voor kinderen geboren voor 1 januari 1993. Voor hen blijft immers de oude regelgeving (koninklijk besluit van 3 mei 1991) van kracht. Dat betekent dat alleen kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minimum 66 % verhoogde kinderbijslagen genieten.

Voor die kinderen hangt de toekenning van het forfaitair bedrag van hun kinderbijslag af van hun graad van zelfredzaamheid, die gemeten wordt op grond van hun vermogen om zes verschillende soorten activiteiten uit te voeren (artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991) : het gedrag, de communicatie, de lichaamsverzorging, de verplaatsing, de lichaamsbeheersing in bepaalde situaties en de handigheid, de aanpassing aan de omgeving.

Voor elk van die categorieën wordt een aantal zelfredzaamheidspunten toegekend. Zo geniet een kind met een totaal van 0 tot 3 zelfredzaamheidspunten een bijslag van 360,66 euro, dat met een totaal van 4 tot 6 punten, een bijslag van 394,79 euro en dat met een totaal van 7 tot 9 punten, een bijslag van 422,03 euro (bedragen op 1 oktober 2006).

Dankzij de hervorming van 2003 konden meer gezinnen verhoogde kinderbijslagen genieten. Dat verheugt de indiener van dit voorstel.

De indiener van onderhavig voorstel meent dat de aanhoudende discriminatie van kinderen geboren voor 1 januari 1993 niet gerechtvaardigd is. Waarom kunnen die kinderen en hun gezinnen niet eveneens terugvallen op het nieuwe systeem, dat beter rekening houdt met de problemen en de tegenslagen van een handicap ?

Indertijd werd die keuze verantwoord met budgettaire argumenten, maar vandaag moet een bijkomende stap worden gezet om een einde te maken aan dat onaanvaardbare onderscheid.

Onderhavig voorstel strekt dus om de regeling inzake de verhoogde kinderbijslagen voor kinderen met een handicap uit te breiden tot kinderen geboren voor 1 januari 1993.

Het recht op die verhoogde bijslagen blijft beperkt tot de leeftijd van 21 jaar, aangezien men vanaf die leeftijd een aanvraag kan indienen voor tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

Aangezien de bedragen van die bijslagen op 1 mei 2006 werden verhoogd, moet er geen specifieke regeling van verworven recht worden ingevoerd, waardoor de gunstigste regeling zou gelden.

Philippe MONFILS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 47, § 1, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders wordt opgeheven.

Art. 3

In artikel 56septies van dezelfde wetten worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º § 1 wordt opgeheven;

2º in § 2, eerste lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 januari 2007, vervallen de woorden « geboren is na 31 december 1992 en »;

Art. 4

In artikel 63 van dezelfde wetten worden volgende wijzigingen aangebracht :

1º § 1 wordt opgeheven;

2º in § 2, eerste lid, gewijzigd bij hetzelfde koninklijk besluit, vervallen de woorden « geboren is na 31 december 1992 en ».

21 april 2008.

Philippe MONFILS.