4-500/1 | 4-500/1 |
21 DECEMBER 2007
Dit voorstel wil tegemoetkomen aan de terechte bezwaren van bestuurders van prioritaire voertuigen (brandweerlui in het bijzonder), die regelmatig bekeurd, vervolgd en veroordeeld worden omdat zij bij het uitvoeren van een dringende opdracht een rood licht negeren.
Gelet op het grote aantal verkeerslichten in de stad, kan het voortdurende stoppen en opnieuw optrekken voor dergelijke voertuigen grote vertragingen met zich mee brengen. Dit kan eventueel leiden tot een grotere ramp, en zelfs tot het verlies van mensenlevens.
Natuurlijk moet de verkeersveiligheid in acht genomen worden, maar wij menen dat die geenszins in het gedrang zal komen indien men het reglement enigszins aanpast en het prioritaire voertuig niet langer verplicht te stoppen voor elk rood licht, maar toestaat dat het doorrijdt met een lagere en aangepaste snelheid die de andere weggebruikers niet in gevaar brengt.
Het moet gaan om prioritaire voertuigen die een dringende opdracht uitvoeren waarbij speciale knipperlichten en een speciaal geluidstoestel gebruikt worden.
De andere weggebruikers zijn aldus verwittigd dat een dergelijk voertuig in aantocht is.
Philippe MONFILS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 37.4 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, worden de woorden « na te hebben gestopt » vervangen door de woorden « met een lagere en aangepaste snelheid ».
27 november 2007.
Philippe MONFILS. |